Nederlands - Sorah Al-A'raf (The Heights )

Noble Quran » Nederlands » Sorah Al-A'raf (The Heights )

Choose the reader

Nederlands

Sorah Al-A'raf (The Heights ) - Verses Number 206
المص ( 1 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 1
A. L. M. S.
كِتَابٌ أُنزِلَ إِلَيْكَ فَلَا يَكُن فِي صَدْرِكَ حَرَجٌ مِّنْهُ لِتُنذِرَ بِهِ وَذِكْرَىٰ لِلْمُؤْمِنِينَ ( 2 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 2
Een boek werd u nedergezonden; laat dus geen twijfel daaromtrent in uwe borst bestaan, opdat gij hetzelfde zoudt verkondigen, en dat het eene vermaning voor den geloovige zij.
اتَّبِعُوا مَا أُنزِلَ إِلَيْكُم مِّن رَّبِّكُمْ وَلَا تَتَّبِعُوا مِن دُونِهِ أَوْلِيَاءَ ۗ قَلِيلًا مَّا تَذَكَّرُونَ ( 3 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 3
Volg datgene, wat u van uwen Heer werd nedergezonden, en volg geene anderen naast hem. Hoe weinig denkt gij daaraan!
وَكَم مِّن قَرْيَةٍ أَهْلَكْنَاهَا فَجَاءَهَا بَأْسُنَا بَيَاتًا أَوْ هُمْ قَائِلُونَ ( 4 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 4
Hoe vele steden hebben wij verwoest, die des nachts door onze wraak werden overvallen, of terwijl zij in het middaguur uitrustten.
فَمَا كَانَ دَعْوَاهُمْ إِذْ جَاءَهُم بَأْسُنَا إِلَّا أَن قَالُوا إِنَّا كُنَّا ظَالِمِينَ ( 5 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 5
En hunne smeeking, toen onze straf hen bereikte, was niets anders dan dat zij zeiden: waarlijk wij zijn goddeloos geweest.
فَلَنَسْأَلَنَّ الَّذِينَ أُرْسِلَ إِلَيْهِمْ وَلَنَسْأَلَنَّ الْمُرْسَلِينَ ( 6 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 6
Hen zullen wij zeker tot verantwoording oproepen, aan welk een profeet werd gezonden; en wij zullen ook hen ter verantwoording oproepen, die hun werden toegezonden.
فَلَنَقُصَّنَّ عَلَيْهِم بِعِلْمٍ ۖ وَمَا كُنَّا غَائِبِينَ ( 7 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 7
En wij zullen hun hunne daden met verstand verklaren; want wij waren niet afwezig.
وَالْوَزْنُ يَوْمَئِذٍ الْحَقُّ ۚ فَمَن ثَقُلَتْ مَوَازِينُهُ فَأُولَٰئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ ( 8 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 8
De weging der menschelijke daden op dien dag zal rechtvaardig zijn; en zij wier weegschalen, met goede daden gevuld, zwaar zijn, zullen gelukkig wezen.
وَمَنْ خَفَّتْ مَوَازِينُهُ فَأُولَٰئِكَ الَّذِينَ خَسِرُوا أَنفُسَهُم بِمَا كَانُوا بِآيَاتِنَا يَظْلِمُونَ ( 9 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 9
Maar zij, wier weegschalen licht zullen wezen, zijn zij, die hunne zielen hebben verloren, omdat zij onze teekens geloochend hebben.
وَلَقَدْ مَكَّنَّاكُمْ فِي الْأَرْضِ وَجَعَلْنَا لَكُمْ فِيهَا مَعَايِشَ ۗ قَلِيلًا مَّا تَشْكُرُونَ ( 10 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 10
En thans hebben wij u op de aarde geplaatst, en hebben u daarop van voedsel voorzien; doch hoe weinig dankbaar zijt gij?
وَلَقَدْ خَلَقْنَاكُمْ ثُمَّ صَوَّرْنَاكُمْ ثُمَّ قُلْنَا لِلْمَلَائِكَةِ اسْجُدُوا لِآدَمَ فَسَجَدُوا إِلَّا إِبْلِيسَ لَمْ يَكُن مِّنَ السَّاجِدِينَ ( 11 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 11
Wij schiepen u en vormden u daarop, en zeiden vervolgens tot de engelen: aanbidt Adam, en zij baden hem aan, uitgenomen Eblis, die niet onder hen behoorde, welke hem aanbaden.
قَالَ مَا مَنَعَكَ أَلَّا تَسْجُدَ إِذْ أَمَرْتُكَ ۖ قَالَ أَنَا خَيْرٌ مِّنْهُ خَلَقْتَنِي مِن نَّارٍ وَخَلَقْتَهُ مِن طِينٍ ( 12 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 12
God zeide tot hem: Wat belet u, Adam te aanbidden, naardien ik het u had bevolen? Hij antwoordde: Ik ben voortreffelijker dan hij; mij hebt gij van vuur en hem van slijk geschapen.
قَالَ فَاهْبِطْ مِنْهَا فَمَا يَكُونُ لَكَ أَن تَتَكَبَّرَ فِيهَا فَاخْرُجْ إِنَّكَ مِنَ الصَّاغِرِينَ ( 13 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 13
God zeide: Vertrek dan uit het paradijs; want het past niet, u op deze plaats met hoogmoed te wapenen. Vertrek van hier! Gij zult tot het getal der verworpelingen behooren.
قَالَ أَنظِرْنِي إِلَىٰ يَوْمِ يُبْعَثُونَ ( 14 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 14
Hij zeide: Geef mij uitstel tot den dag der opstanding.
قَالَ إِنَّكَ مِنَ الْمُنظَرِينَ ( 15 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 15
God zeide: Waarlijk, gij zult tot de uitgestelden behooren.
قَالَ فَبِمَا أَغْوَيْتَنِي لَأَقْعُدَنَّ لَهُمْ صِرَاطَكَ الْمُسْتَقِيمَ ( 16 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 16
De duivel zeide: Omdat gij mij verdoemd hebt, zal ik hen op uwen rechten weg afwachten.
ثُمَّ لَآتِيَنَّهُم مِّن بَيْنِ أَيْدِيهِمْ وَمِنْ خَلْفِهِمْ وَعَنْ أَيْمَانِهِمْ وَعَن شَمَائِلِهِمْ ۖ وَلَا تَجِدُ أَكْثَرَهُمْ شَاكِرِينَ ( 17 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 17
Daarna zal ik hen van voren en van achter aanvallen; ik zal mij op hunne rechter- en op hunne linkerzijde vertoonen, en waarlijk gij zult slechts weinigen vinden, die u erkentelijk zullen zijn.
قَالَ اخْرُجْ مِنْهَا مَذْءُومًا مَّدْحُورًا ۖ لَّمَن تَبِعَكَ مِنْهُمْ لَأَمْلَأَنَّ جَهَنَّمَ مِنكُمْ أَجْمَعِينَ ( 18 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 18
Vertrek van hier, zeide de Heer tot hem, met verachting bedekt en verworpen; en wat hen betreft, die u volgen, ik zal de hel met u allen vullen.
وَيَا آدَمُ اسْكُنْ أَنتَ وَزَوْجُكَ الْجَنَّةَ فَكُلَا مِنْ حَيْثُ شِئْتُمَا وَلَا تَقْرَبَا هَٰذِهِ الشَّجَرَةَ فَتَكُونَا مِنَ الظَّالِمِينَ ( 19 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 19
Gij, Adam, woon met uw vrouw in het paradijs en eet van zijne vruchten, overal waar gij wilt: nader echter dezen boom niet, opdat gij niet tot de onrechtvaardigen moogt behooren.
فَوَسْوَسَ لَهُمَا الشَّيْطَانُ لِيُبْدِيَ لَهُمَا مَا وُورِيَ عَنْهُمَا مِن سَوْآتِهِمَا وَقَالَ مَا نَهَاكُمَا رَبُّكُمَا عَنْ هَٰذِهِ الشَّجَرَةِ إِلَّا أَن تَكُونَا مَلَكَيْنِ أَوْ تَكُونَا مِنَ الْخَالِدِينَ ( 20 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 20
En satan gaf hun beiden in, dat hij hun hunne naaktheid zou ontdekken, die hun tot hiertoe verborgen was; en hij zeide: Uw Heer heeft u dezen boom slechts verboden, opdat gij geene engelen worden noch onsterfelijk zijn zoudt.
وَقَاسَمَهُمَا إِنِّي لَكُمَا لَمِنَ النَّاصِحِينَ ( 21 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 21
En hij zwoer hun, zeggende: Waarlijk, ik ben een dergenen, die u goed raden.
فَدَلَّاهُمَا بِغُرُورٍ ۚ فَلَمَّا ذَاقَا الشَّجَرَةَ بَدَتْ لَهُمَا سَوْآتُهُمَا وَطَفِقَا يَخْصِفَانِ عَلَيْهِمَا مِن وَرَقِ الْجَنَّةِ ۖ وَنَادَاهُمَا رَبُّهُمَا أَلَمْ أَنْهَكُمَا عَن تِلْكُمَا الشَّجَرَةِ وَأَقُل لَّكُمَا إِنَّ الشَّيْطَانَ لَكُمَا عَدُوٌّ مُّبِينٌ ( 22 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 22
En hij deed hen vallen, door hen te verblinden. En toen zij van den boom hadden geproefd, ontdekten zij hunne naaktheid, en zij vlochten bladeren uit het paradijs aaneen, om zich te bedekken. En hun Heer riep hen, zeggende: Heb ik u dezen boom niet verboden, en zeide ik niet tot u: waarlijk satan is uw verklaarde vijand.
قَالَا رَبَّنَا ظَلَمْنَا أَنفُسَنَا وَإِن لَّمْ تَغْفِرْ لَنَا وَتَرْحَمْنَا لَنَكُونَنَّ مِنَ الْخَاسِرِينَ ( 23 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 23
Zij antwoordden daarop: O Heer! wij hebben onrechtvaardig met onze eigene zielen gehandeld, en indien gij ons niet genadig zijt, zullen wij zekerlijk behooren tot hen, die verloren zijn.
قَالَ اهْبِطُوا بَعْضُكُمْ لِبَعْضٍ عَدُوٌّ ۖ وَلَكُمْ فِي الْأَرْضِ مُسْتَقَرٌّ وَمَتَاعٌ إِلَىٰ حِينٍ ( 24 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 24
God zeide: Vertrekt! de een zal des anderen vijand zijn. Gij zult op aarde een tijdelijk verblijf en een tijdelijk genot vinden.
قَالَ فِيهَا تَحْيَوْنَ وَفِيهَا تَمُوتُونَ وَمِنْهَا تُخْرَجُونَ ( 25 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 25
Hij zeide: Daarop zult gij leven en sterven, en eens zult gij daarvan verdwijnen.
يَا بَنِي آدَمَ قَدْ أَنزَلْنَا عَلَيْكُمْ لِبَاسًا يُوَارِي سَوْآتِكُمْ وَرِيشًا ۖ وَلِبَاسُ التَّقْوَىٰ ذَٰلِكَ خَيْرٌ ۚ ذَٰلِكَ مِنْ آيَاتِ اللَّهِ لَعَلَّهُمْ يَذَّكَّرُونَ ( 26 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 26
O kinderen van Adam! wij hebben u kleederen gezonden, om uwe naaktheid te bedekken, en kostbare versierselen; doch het kleed der vroomheid is beter. Dit is een van Gods teekenen, welke gij misschien zult overwegen.
يَا بَنِي آدَمَ لَا يَفْتِنَنَّكُمُ الشَّيْطَانُ كَمَا أَخْرَجَ أَبَوَيْكُم مِّنَ الْجَنَّةِ يَنزِعُ عَنْهُمَا لِبَاسَهُمَا لِيُرِيَهُمَا سَوْآتِهِمَا ۗ إِنَّهُ يَرَاكُمْ هُوَ وَقَبِيلُهُ مِنْ حَيْثُ لَا تَرَوْنَهُمْ ۗ إِنَّا جَعَلْنَا الشَّيَاطِينَ أَوْلِيَاءَ لِلَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ ( 27 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 27
O kinderen van Adam! laat satan u niet verleiden, zooals hij uwe ouders uit het paradijs verdreef, door hen van hunne kleeding; te berooven, opdat hij hun hunne naaktheid zou kunnen toonen. Waarlijk, hij en zijne makkers zien u, van waar gij hem niet ziet. Wij hebben de duivels aangewezen om de beschermers te zijn van hen, die niet gelooven.
وَإِذَا فَعَلُوا فَاحِشَةً قَالُوا وَجَدْنَا عَلَيْهَا آبَاءَنَا وَاللَّهُ أَمَرَنَا بِهَا ۗ قُلْ إِنَّ اللَّهَ لَا يَأْمُرُ بِالْفَحْشَاءِ ۖ أَتَقُولُونَ عَلَى اللَّهِ مَا لَا تَعْلَمُونَ ( 28 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 28
En als zij eene zondige daad hebben bedreven, zeggen zij: Wij hebben het door onze vaderen zien verrichten; God heeft het bevolen. Zeg hun; God beveelt geene schandelijke daden; zegt gij van God wat gij niet weet?
قُلْ أَمَرَ رَبِّي بِالْقِسْطِ ۖ وَأَقِيمُوا وُجُوهَكُمْ عِندَ كُلِّ مَسْجِدٍ وَادْعُوهُ مُخْلِصِينَ لَهُ الدِّينَ ۚ كَمَا بَدَأَكُمْ تَعُودُونَ ( 29 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 29
Zeg: Mijn Heer heeft mij bevolen, rechtvaardigheid in acht te nemen. Wendt uwe aangezichten naar de plaats, waar men aanbidt, roept hem aan, en bewijst hem de oprechtheid van uwen godsdienst. Zooals hij u uit het niet deed voortkomen, zal hij u tot zich verzamelen.
فَرِيقًا هَدَىٰ وَفَرِيقًا حَقَّ عَلَيْهِمُ الضَّلَالَةُ ۗ إِنَّهُمُ اتَّخَذُوا الشَّيَاطِينَ أَوْلِيَاءَ مِن دُونِ اللَّهِ وَيَحْسَبُونَ أَنَّهُم مُّهْتَدُونَ ( 30 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 30
Sommigen heeft hij geleid, en een deel heeft hij met recht in dwaling gelaten, daar zij de duivels tot beschermers naast God namen, en zich verbeeldden, dat zij op den rechten weg werden geleid.
يَا بَنِي آدَمَ خُذُوا زِينَتَكُمْ عِندَ كُلِّ مَسْجِدٍ وَكُلُوا وَاشْرَبُوا وَلَا تُسْرِفُوا ۚ إِنَّهُ لَا يُحِبُّ الْمُسْرِفِينَ ( 31 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 31
O kinderen van Adam! trekt uwe schoonste kleederen aan, indien gij u naar eene plaats van aanbidding begeeft, en eet en drinkt, doch maakt u niet schuldig aan buitensporigheid; want hij bemint degenen niet, die zich aan buitensporigheid schuldig maken.
قُلْ مَنْ حَرَّمَ زِينَةَ اللَّهِ الَّتِي أَخْرَجَ لِعِبَادِهِ وَالطَّيِّبَاتِ مِنَ الرِّزْقِ ۚ قُلْ هِيَ لِلَّذِينَ آمَنُوا فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا خَالِصَةً يَوْمَ الْقِيَامَةِ ۗ كَذَٰلِكَ نُفَصِّلُ الْآيَاتِ لِقَوْمٍ يَعْلَمُونَ ( 32 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 32
Zeg: Wie heeft het gebruik verboden van Gods gepaste versierselen, welke hij voor zijne dienaren heeft voortgebracht, en de goede dingen, welke hij tot voedsel heeft geschapen? Zeg: Deze dingen zijn voor hen die gelooven, in dit leven, maar bijzonder op den dag der opstanding. Zoo verklaren wij onze teekens duidelijk aan hen, die verstaan.
قُلْ إِنَّمَا حَرَّمَ رَبِّيَ الْفَوَاحِشَ مَا ظَهَرَ مِنْهَا وَمَا بَطَنَ وَالْإِثْمَ وَالْبَغْيَ بِغَيْرِ الْحَقِّ وَأَن تُشْرِكُوا بِاللَّهِ مَا لَمْ يُنَزِّلْ بِهِ سُلْطَانًا وَأَن تَقُولُوا عَلَى اللَّهِ مَا لَا تَعْلَمُونَ ( 33 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 33
Zeg: Waarlijk, mijn Heer heeft alle slechte zaken verboden, zoowel die verborgen als openlijk zijn, en oneerlijkheid en onrechtvaardig geweld; en hij heeft u verboden, datgene met God te vereenigen, waartoe hij u geene macht heeft nedergezonden, of om nopens God te zeggen, wat gij niet kent.
وَلِكُلِّ أُمَّةٍ أَجَلٌ ۖ فَإِذَا جَاءَ أَجَلُهُمْ لَا يَسْتَأْخِرُونَ سَاعَةً ۖ وَلَا يَسْتَقْدِمُونَ ( 34 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 34
Voor ieder volk is vooraf een eindpaal vastgesteld; indien dus de voor hen bepaalde tijd is bereikt, zullen zij zelfs geen uur uitstel verkrijgen, en nimmer zal die korter gesteld worden.
يَا بَنِي آدَمَ إِمَّا يَأْتِيَنَّكُمْ رُسُلٌ مِّنكُمْ يَقُصُّونَ عَلَيْكُمْ آيَاتِي ۙ فَمَنِ اتَّقَىٰ وَأَصْلَحَ فَلَا خَوْفٌ عَلَيْهِمْ وَلَا هُمْ يَحْزَنُونَ ( 35 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 35
O kinderen van Adam! waarlijk, profeten van u zullen tot u komen, die u mijne teekens zullen voorzeggen: hij die God zal vreezen en berouw betoonen, zal door geene vrees worden aangedreven; hij zal nimmer bedroefd worden.
وَالَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا وَاسْتَكْبَرُوا عَنْهَا أُولَٰئِكَ أَصْحَابُ النَّارِ ۖ هُمْ فِيهَا خَالِدُونَ ( 36 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 36
Doch zij die onze teekens van valschheid beschuldigen en deze versmaden, zullen de gezellen van het hellevuur zijn en eeuwig daarin verblijven.
فَمَنْ أَظْلَمُ مِمَّنِ افْتَرَىٰ عَلَى اللَّهِ كَذِبًا أَوْ كَذَّبَ بِآيَاتِهِ ۚ أُولَٰئِكَ يَنَالُهُمْ نَصِيبُهُم مِّنَ الْكِتَابِ ۖ حَتَّىٰ إِذَا جَاءَتْهُمْ رُسُلُنَا يَتَوَفَّوْنَهُمْ قَالُوا أَيْنَ مَا كُنتُمْ تَدْعُونَ مِن دُونِ اللَّهِ ۖ قَالُوا ضَلُّوا عَنَّا وَشَهِدُوا عَلَىٰ أَنفُسِهِمْ أَنَّهُمْ كَانُوا كَافِرِينَ ( 37 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 37
En wie is onrechtvaardiger dan hij, die een leugen tegen God smeedt, of zijne teekens van valschheid beschuldigt? Aan die menschen zal, ingevolge het eeuwige boek, een deel van het goede dezer wereld worden toegekend, tot op het oogenblik, dat onze zendelingen, terwijl zij hen oproepen, hun zullen vragen: Waar zijn de afgoden, die gij naast God hebt aangeroepen? Zij zullen antwoorden: Zij zijn van ons verdwenen; en zij zullen tegen zich zelven getuigen, dat zij ongeloovigen waren.
قَالَ ادْخُلُوا فِي أُمَمٍ قَدْ خَلَتْ مِن قَبْلِكُم مِّنَ الْجِنِّ وَالْإِنسِ فِي النَّارِ ۖ كُلَّمَا دَخَلَتْ أُمَّةٌ لَّعَنَتْ أُخْتَهَا ۖ حَتَّىٰ إِذَا ادَّارَكُوا فِيهَا جَمِيعًا قَالَتْ أُخْرَاهُمْ لِأُولَاهُمْ رَبَّنَا هَٰؤُلَاءِ أَضَلُّونَا فَآتِهِمْ عَذَابًا ضِعْفًا مِّنَ النَّارِ ۖ قَالَ لِكُلٍّ ضِعْفٌ وَلَٰكِن لَّا تَعْلَمُونَ ( 38 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 38
God zal bij de opstanding tot hen zeggen: Gaat met de volkeren van geniussen en menschen, die u zijn voorafgegaan, in het hellevuur; zoo dikwijls eene natie zal binnentreden, zal zij hare zuster vloeken, tot zij alle achtervolgens daar binnen zijn getreden. De laatste van hen zal van den eerste zeggen: O, Heer! deze heeft ons verleid; leg hem dus eene dubbele straf in het hellevuur op. God zal antwoorden: Die straf zal voor allen verdubbeld worden, maar gij weet het niet.
وَقَالَتْ أُولَاهُمْ لِأُخْرَاهُمْ فَمَا كَانَ لَكُمْ عَلَيْنَا مِن فَضْلٍ فَذُوقُوا الْعَذَابَ بِمَا كُنتُمْ تَكْسِبُونَ ( 39 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 39
En de eerste van hen zal tot den laatste zeggen: Welk voordeel hebt gij boven ons? Gevoel de straf, die gij door uwe daden hebt gewonnen.
إِنَّ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا وَاسْتَكْبَرُوا عَنْهَا لَا تُفَتَّحُ لَهُمْ أَبْوَابُ السَّمَاءِ وَلَا يَدْخُلُونَ الْجَنَّةَ حَتَّىٰ يَلِجَ الْجَمَلُ فِي سَمِّ الْخِيَاطِ ۚ وَكَذَٰلِكَ نَجْزِي الْمُجْرِمِينَ ( 40 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 40
Waarlijk, hun die onze teekens van valschheid zullen beschuldigen, en deze trotsch verwerpen, hun zullen de deuren des hemels niet geopend worden; nimmer zullen zij het paradijs binnentreden, tot een kemel door het oog van eene naald gaat, en zóó zullen wij de boosdoeners beloonen.
لَهُم مِّن جَهَنَّمَ مِهَادٌ وَمِن فَوْقِهِمْ غَوَاشٍ ۚ وَكَذَٰلِكَ نَجْزِي الظَّالِمِينَ ( 41 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 41
Hun bed zal de hel zijn, en zij zullen met dekens van vuur bedekt worden; en zóó zullen wij de onrechtvaardigen beloonen.
وَالَّذِينَ آمَنُوا وَعَمِلُوا الصَّالِحَاتِ لَا نُكَلِّفُ نَفْسًا إِلَّا وُسْعَهَا أُولَٰئِكَ أَصْحَابُ الْجَنَّةِ ۖ هُمْ فِيهَا خَالِدُونَ ( 42 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 42
Doch zij, die gelooven en doen wat recht is (en wij zullen geene ziel eene zwaardere last opleggen dan die zij kan dragen), zullen de gezellen van het paradijs zijn; eeuwig zullen zij daarin verblijven.
وَنَزَعْنَا مَا فِي صُدُورِهِم مِّنْ غِلٍّ تَجْرِي مِن تَحْتِهِمُ الْأَنْهَارُ ۖ وَقَالُوا الْحَمْدُ لِلَّهِ الَّذِي هَدَانَا لِهَٰذَا وَمَا كُنَّا لِنَهْتَدِيَ لَوْلَا أَنْ هَدَانَا اللَّهُ ۖ لَقَدْ جَاءَتْ رُسُلُ رَبِّنَا بِالْحَقِّ ۖ وَنُودُوا أَن تِلْكُمُ الْجَنَّةُ أُورِثْتُمُوهَا بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ( 43 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 43
En wij zullen alle wrok van hunne harten wegnemen. Rivieren zullen aan hunnen voet stroomen, en zij zullen zeggen: Geloofd zij God, die ons tot zijne zaligheid heeft geleid; want wij zouden niet recht zijn geleid geworden, indien God ons niet geleid had; thans zijn wij door bewijzen overtuigd, dat de profeten van onzen Heer met waarheid tot ons kwamen. En het zal hun worden verkondigd: Dit is het paradijs, waarvan gij de erfgenamen zijt geworden, als eene belooning voor hetgeen gij gedaan hebt.
وَنَادَىٰ أَصْحَابُ الْجَنَّةِ أَصْحَابَ النَّارِ أَن قَدْ وَجَدْنَا مَا وَعَدَنَا رَبُّنَا حَقًّا فَهَلْ وَجَدتُّم مَّا وَعَدَ رَبُّكُمْ حَقًّا ۖ قَالُوا نَعَمْ ۚ فَأَذَّنَ مُؤَذِّنٌ بَيْنَهُمْ أَن لَّعْنَةُ اللَّهِ عَلَى الظَّالِمِينَ ( 44 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 44
En de bewoners van het paradijs zullen de bewoners der hel toeroepen: Nu hebben wij gevonden, dat hetgeen onze Heer ons heeft beloofd, waarheid is, hebt gij ook gevonden, dat hetgeen uw Heer u heeft beloofd, waarheid is? Zij zullen antwoorden: Ja, een heraut zal deze woorden tusschen hen uitroepen: Gods vloek zij over de boozen.
الَّذِينَ يَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ اللَّهِ وَيَبْغُونَهَا عِوَجًا وَهُم بِالْآخِرَةِ كَافِرُونَ ( 45 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 45
Die de menschen van Gods weg afleidden, en dien bochtig trachtten te maken en niet in het volgende leven geloofden.
وَبَيْنَهُمَا حِجَابٌ ۚ وَعَلَى الْأَعْرَافِ رِجَالٌ يَعْرِفُونَ كُلًّا بِسِيمَاهُمْ ۚ وَنَادَوْا أَصْحَابَ الْجَنَّةِ أَن سَلَامٌ عَلَيْكُمْ ۚ لَمْ يَدْخُلُوهَا وَهُمْ يَطْمَعُونَ ( 46 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 46
En tusschen de gezegenden en de verdoemden zal een sluier zijn. Op Al Araf zullen de menschen staan, en ieder van hen aan hunne onderscheidingsmerken kennen; en zij zullen de bewoners van het paradijs aanroepen, zeggende: Vrede zij over u; doch zij zullen er niet binnentreden, hoezeer het hunne ernstige begeerte mocht zijn.
وَإِذَا صُرِفَتْ أَبْصَارُهُمْ تِلْقَاءَ أَصْحَابِ النَّارِ قَالُوا رَبَّنَا لَا تَجْعَلْنَا مَعَ الْقَوْمِ الظَّالِمِينَ ( 47 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 47
En als zij hunne oogen naar de gezellen van het hellevuur wenden, zullen zij zeggen: O, Heer! plaats ons niet bij de goddeloozen.
وَنَادَىٰ أَصْحَابُ الْأَعْرَافِ رِجَالًا يَعْرِفُونَهُم بِسِيمَاهُمْ قَالُوا مَا أَغْنَىٰ عَنكُمْ جَمْعُكُمْ وَمَا كُنتُمْ تَسْتَكْبِرُونَ ( 48 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 48
En zij, die op Al Araf staan, zullen tot zekere menschen roepen, die zij aan hunne onderscheidingsmerken zullen herkennen; zeggende: Waartoe hebben uwe opeengehoopte rijkdommen en uw hoogmoed u gediend?
أَهَٰؤُلَاءِ الَّذِينَ أَقْسَمْتُمْ لَا يَنَالُهُمُ اللَّهُ بِرَحْمَةٍ ۚ ادْخُلُوا الْجَنَّةَ لَا خَوْفٌ عَلَيْكُمْ وَلَا أَنتُمْ تَحْزَنُونَ ( 49 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 49
Dutch Zijn dit de menschen nopens wie gij hebt gezworen, dat God hun geene genade zou schenken? Treedt gij in het paradijs, geene vrees zal over u komen; nimmer zult gij bedroefd worden.
وَنَادَىٰ أَصْحَابُ النَّارِ أَصْحَابَ الْجَنَّةِ أَنْ أَفِيضُوا عَلَيْنَا مِنَ الْمَاءِ أَوْ مِمَّا رَزَقَكُمُ اللَّهُ ۚ قَالُوا إِنَّ اللَّهَ حَرَّمَهُمَا عَلَى الْكَافِرِينَ ( 50 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 50
En de bewoners van het hellevuur zullen de bewoners van het paradijs aanroepen; zeggende: Giet een weinig water op ons af, van de ververschingen, die God u heeft geschonken. Zij zullen antwoorden: God heeft die voor de ongeloovigen verboden.
الَّذِينَ اتَّخَذُوا دِينَهُمْ لَهْوًا وَلَعِبًا وَغَرَّتْهُمُ الْحَيَاةُ الدُّنْيَا ۚ فَالْيَوْمَ نَنسَاهُمْ كَمَا نَسُوا لِقَاءَ يَوْمِهِمْ هَٰذَا وَمَا كَانُوا بِآيَاتِنَا يَجْحَدُونَ ( 51 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 51
Die van den godsdienst hun spel en het onderwerp hunner spotternijen hebben gemaakt, terwijl het ondermaansche leven hen verblindde; daarom zullen wij dezen dag hen vergeten, gelijk zij de verzameling van dezen dag vergaten, en dewijl zij het loochenden, dat onze teekens die van God waren.
وَلَقَدْ جِئْنَاهُم بِكِتَابٍ فَصَّلْنَاهُ عَلَىٰ عِلْمٍ هُدًى وَرَحْمَةً لِّقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ ( 52 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 52
En thans hebben wij die van Mekka een boek met openbaringen gebracht; wij hebben het met kennis verklaard, als eene richting en eene genade voor hen, die gelooven zullen.
هَلْ يَنظُرُونَ إِلَّا تَأْوِيلَهُ ۚ يَوْمَ يَأْتِي تَأْوِيلُهُ يَقُولُ الَّذِينَ نَسُوهُ مِن قَبْلُ قَدْ جَاءَتْ رُسُلُ رَبِّنَا بِالْحَقِّ فَهَل لَّنَا مِن شُفَعَاءَ فَيَشْفَعُوا لَنَا أَوْ نُرَدُّ فَنَعْمَلَ غَيْرَ الَّذِي كُنَّا نَعْمَلُ ۚ قَدْ خَسِرُوا أَنفُسَهُمْ وَضَلَّ عَنْهُم مَّا كَانُوا يَفْتَرُونَ ( 53 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 53
Wacht gij van iemand anders de uitlegging daarvan? Op den dag, waarop de verklaring daarvan zal komen, zullen zij die haar vroeger vergaten, zeggen: Thans zijn wij door bewijzen overtuigd, dat de profeten van onzen Heer met waarheid tot ons kwamen; zouden wij dus middenpersonen hebben, die voor ons tusschenbeiden treden? of zouden wij in de wereld teruggezonden worden, opdat wij andere werken zouden mogen doen, dan hetgeen wij gedurende onzen leeftijd deden? Doch thans hebben zij hunne zielen verdorven, en dat wat zij goddeloos uitdachten, is hun ontvlucht.
إِنَّ رَبَّكُمُ اللَّهُ الَّذِي خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ فِي سِتَّةِ أَيَّامٍ ثُمَّ اسْتَوَىٰ عَلَى الْعَرْشِ يُغْشِي اللَّيْلَ النَّهَارَ يَطْلُبُهُ حَثِيثًا وَالشَّمْسَ وَالْقَمَرَ وَالنُّجُومَ مُسَخَّرَاتٍ بِأَمْرِهِ ۗ أَلَا لَهُ الْخَلْقُ وَالْأَمْرُ ۗ تَبَارَكَ اللَّهُ رَبُّ الْعَالَمِينَ ( 54 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 54
Waarlijk, uw Heer is God, die de hemelen en de aarde in zes dagen heeft geschapen, en daarna zijn troon beklom. Hij bestemde den nacht om den dag te omhullen, en de dag volgt dien snel op. Hij schiep ook de zon en de maan en de sterren, die geheel aan zijn bevel zijn onderworpen. Is niet de geheele schepping en hare besturing de zijne? Geloofd zij God, de Heer van alle schepselen.
ادْعُوا رَبَّكُمْ تَضَرُّعًا وَخُفْيَةً ۚ إِنَّهُ لَا يُحِبُّ الْمُعْتَدِينَ ( 55 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 55
Roep uwen Heer nederig en in het geheim aan; want God bemint de zondaren niet.
وَلَا تُفْسِدُوا فِي الْأَرْضِ بَعْدَ إِصْلَاحِهَا وَادْعُوهُ خَوْفًا وَطَمَعًا ۚ إِنَّ رَحْمَتَ اللَّهِ قَرِيبٌ مِّنَ الْمُحْسِنِينَ ( 56 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 56
En handel niet slecht op aarde na hare hervorming, en roep hem met vrees en begeerte aan; want Gods genade is den rechtvaardige nabij.
وَهُوَ الَّذِي يُرْسِلُ الرِّيَاحَ بُشْرًا بَيْنَ يَدَيْ رَحْمَتِهِ ۖ حَتَّىٰ إِذَا أَقَلَّتْ سَحَابًا ثِقَالًا سُقْنَاهُ لِبَلَدٍ مَّيِّتٍ فَأَنزَلْنَا بِهِ الْمَاءَ فَأَخْرَجْنَا بِهِ مِن كُلِّ الثَّمَرَاتِ ۚ كَذَٰلِكَ نُخْرِجُ الْمَوْتَىٰ لَعَلَّكُمْ تَذَكَّرُونَ ( 57 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 57
Hij is het die de winden zendt, welke voor zijne genade zijn uitgespreid, tot zij groote regenwolken aanbrengen, welke wij naar het doode land zenden; en wij doen daarna water nedervallen, waardoor wij allerlei vruchten doen voortspruiten. Zoo zullen wij de dooden uit hunne graven doen komen, misschien zult gij dat overwegen.
وَالْبَلَدُ الطَّيِّبُ يَخْرُجُ نَبَاتُهُ بِإِذْنِ رَبِّهِ ۖ وَالَّذِي خَبُثَ لَا يَخْرُجُ إِلَّا نَكِدًا ۚ كَذَٰلِكَ نُصَرِّفُ الْآيَاتِ لِقَوْمٍ يَشْكُرُونَ ( 58 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 58
Op eene goede aarde zullen de vruchten overvloedig voortspruiten, door het verlof van den Heer; doch uit het slechte land zullen zij niet dan schaarsch voortkomen. Zoo verklaren wij de teekenen der goddelijke voorzienigheid aan hen die dankbaar zijn.
لَقَدْ أَرْسَلْنَا نُوحًا إِلَىٰ قَوْمِهِ فَقَالَ يَا قَوْمِ اعْبُدُوا اللَّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَٰهٍ غَيْرُهُ إِنِّي أَخَافُ عَلَيْكُمْ عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ ( 59 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 59
Wij zonden vroeger Noach tot zijn volk en hij zeide: O mijn volk! bid God aan, gij hebt geen anderen God dan hem. Waarlijk ik vrees voor u de straf van den grooten dag.
قَالَ الْمَلَأُ مِن قَوْمِهِ إِنَّا لَنَرَاكَ فِي ضَلَالٍ مُّبِينٍ ( 60 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 60
De opperhoofden van zijn volk antwoordden hem: Wij zien dat gij in eene grove dwaling verkeert.
قَالَ يَا قَوْمِ لَيْسَ بِي ضَلَالَةٌ وَلَٰكِنِّي رَسُولٌ مِّن رَّبِّ الْعَالَمِينَ ( 61 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 61
Hij antwoordde: O mijn volk! er is geen dwaling in mij; doch ik ben een zendeling van den Heer aller schepselen.
أُبَلِّغُكُمْ رِسَالَاتِ رَبِّي وَأَنصَحُ لَكُمْ وَأَعْلَمُ مِنَ اللَّهِ مَا لَا تَعْلَمُونَ ( 62 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 62
Ik breng u de zendingen van mijnen Heer en ik raad u ten goede; want ik weet van God wat gij niet weet.
أَوَعَجِبْتُمْ أَن جَاءَكُمْ ذِكْرٌ مِّن رَّبِّكُمْ عَلَىٰ رَجُلٍ مِّنكُمْ لِيُنذِرَكُمْ وَلِتَتَّقُوا وَلَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ ( 63 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 63
Verwondert het u, dat eene waarschuwing van uwen Heer tot u is gekomen, door iemand van u, om u te waarschuwen, u zelven te behoeden, opdat gij misschien genade zoudt mogen verwerven?
فَكَذَّبُوهُ فَأَنجَيْنَاهُ وَالَّذِينَ مَعَهُ فِي الْفُلْكِ وَأَغْرَقْنَا الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا ۚ إِنَّهُمْ كَانُوا قَوْمًا عَمِينَ ( 64 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 64
En zij beschuldigden hem van bedrog; doch wij redden hem en die met hem in de ark waren, en wij verdronken hen, die onze teekens van valschheid beschuldigden; want zij waren blind.
وَإِلَىٰ عَادٍ أَخَاهُمْ هُودًا ۗ قَالَ يَا قَوْمِ اعْبُدُوا اللَّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَٰهٍ غَيْرُهُ ۚ أَفَلَا تَتَّقُونَ ( 65 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 65
En tot den stam Ad zonden wij hunnen broeder Hoed. Hij zeide: O mijn volk! aanbid God; gij hebt geen anderen God dan hem; wilt gij hem niet vragen?
قَالَ الْمَلَأُ الَّذِينَ كَفَرُوا مِن قَوْمِهِ إِنَّا لَنَرَاكَ فِي سَفَاهَةٍ وَإِنَّا لَنَظُنُّكَ مِنَ الْكَاذِبِينَ ( 66 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 66
De opperhoofden van hen onder zijn volk die niet geloofden, antwoordden: Waarlijk, wij zien dat gij door dwaasheid wordt geleid, en wij houden u voor een der leugenaars.
قَالَ يَا قَوْمِ لَيْسَ بِي سَفَاهَةٌ وَلَٰكِنِّي رَسُولٌ مِّن رَّبِّ الْعَالَمِينَ ( 67 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 67
Hij antwoordde: O mijn volk! ik word niet door dwaasheid geleid; maar ik ben een gezant bij u van den Heer aller schepselen.
أُبَلِّغُكُمْ رِسَالَاتِ رَبِّي وَأَنَا لَكُمْ نَاصِحٌ أَمِينٌ ( 68 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 68
Ik breng u de boodschappen van mijn Heer, en ik ben een geloovige raadgever voor u.
أَوَعَجِبْتُمْ أَن جَاءَكُمْ ذِكْرٌ مِّن رَّبِّكُمْ عَلَىٰ رَجُلٍ مِّنكُمْ لِيُنذِرَكُمْ ۚ وَاذْكُرُوا إِذْ جَعَلَكُمْ خُلَفَاءَ مِن بَعْدِ قَوْمِ نُوحٍ وَزَادَكُمْ فِي الْخَلْقِ بَسْطَةً ۖ فَاذْكُرُوا آلَاءَ اللَّهِ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ ( 69 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 69
Verwondert gij u, dat eene vermaning tot u gekomen is van uwen Heer, door een man van u, opdat hij u zou waarschuwen? Herinner u dat hij u aan het volk van Noach heeft doen opvolgen, dat hij u eene reusachtige gedaante heeft gegeven. Herinner u Gods weldaden, opdat gij gelukkig zoudt mogen zijn.
قَالُوا أَجِئْتَنَا لِنَعْبُدَ اللَّهَ وَحْدَهُ وَنَذَرَ مَا كَانَ يَعْبُدُ آبَاؤُنَا ۖ فَأْتِنَا بِمَا تَعِدُنَا إِن كُنتَ مِنَ الصَّادِقِينَ ( 70 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 70
Zij zeiden tot hem: Zijt gij tot ons gekomen, dat wij God alleen aanbidden en de goden verlaten zouden, die door onze vaderen werden aangebeden? Zorg dat uwe bedreigingen in vervulling gaan, indien gij oprecht zijt.
قَالَ قَدْ وَقَعَ عَلَيْكُم مِّن رَّبِّكُمْ رِجْسٌ وَغَضَبٌ ۖ أَتُجَادِلُونَنِي فِي أَسْمَاءٍ سَمَّيْتُمُوهَا أَنتُمْ وَآبَاؤُكُم مَّا نَزَّلَ اللَّهُ بِهَا مِن سُلْطَانٍ ۚ فَانتَظِرُوا إِنِّي مَعَكُم مِّنَ الْمُنتَظِرِينَ ( 71 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 71
Hoed antwoordde: Thans zullen weldra Gods wraak en toorn op u nederkomen. Wilt gij met mij twisten over de namen welke gij en uwe vaderen hebt genoemd, en waartoe God u geene macht heeft gegeven? Wacht daarop, dan zal ik een dergenen zijn die met u wachten.
فَأَنجَيْنَاهُ وَالَّذِينَ مَعَهُ بِرَحْمَةٍ مِّنَّا وَقَطَعْنَا دَابِرَ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا ۖ وَمَا كَانُوا مُؤْمِنِينَ ( 72 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 72
En wij bevrijdden hem en hen die met hem hadden geloofd, door onze genade, en wij sneden het grootste gedeelte af van hen die onze teekens van valschheid beschuldigden en geene geloovigen waren.
وَإِلَىٰ ثَمُودَ أَخَاهُمْ صَالِحًا ۗ قَالَ يَا قَوْمِ اعْبُدُوا اللَّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَٰهٍ غَيْرُهُ ۖ قَدْ جَاءَتْكُم بَيِّنَةٌ مِّن رَّبِّكُمْ ۖ هَٰذِهِ نَاقَةُ اللَّهِ لَكُمْ آيَةً ۖ فَذَرُوهَا تَأْكُلْ فِي أَرْضِ اللَّهِ ۖ وَلَا تَمَسُّوهَا بِسُوءٍ فَيَأْخُذَكُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ ( 73 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 73
En tot den stam Thamoed zonden wij hunnen broeder Saleh. Hij zeide: O, mijn volk! aanbid God; gij hebt geen God naast hem. Thans is een duidelijk teeken tot u gekomen van uwen God. Deze kameel van God is een teeken voor u, laat hem in Gods weide grazen; doe hem geen kwaad, opdat u geen pijnlijke straf bereike.
وَاذْكُرُوا إِذْ جَعَلَكُمْ خُلَفَاءَ مِن بَعْدِ عَادٍ وَبَوَّأَكُمْ فِي الْأَرْضِ تَتَّخِذُونَ مِن سُهُولِهَا قُصُورًا وَتَنْحِتُونَ الْجِبَالَ بُيُوتًا ۖ فَاذْكُرُوا آلَاءَ اللَّهِ وَلَا تَعْثَوْا فِي الْأَرْضِ مُفْسِدِينَ ( 74 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 74
En herinner u dat hij u heeft aangewezen tot opvolgers van den stam van Ad, en u eene woning op de aarde heeft aangewezen; in hare valleien bouwt gij u kasteelen en de rotsen bouwt gij tot huizen uit. Herinner u dus Gods weldaden, en doe daarom geen geweld op aarde door slecht te handelen.
قَالَ الْمَلَأُ الَّذِينَ اسْتَكْبَرُوا مِن قَوْمِهِ لِلَّذِينَ اسْتُضْعِفُوا لِمَنْ آمَنَ مِنْهُمْ أَتَعْلَمُونَ أَنَّ صَالِحًا مُّرْسَلٌ مِّن رَّبِّهِ ۚ قَالُوا إِنَّا بِمَا أُرْسِلَ بِهِ مُؤْمِنُونَ ( 75 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 75
De opperhoofden van zijn volk, door trotschheid opgeblazen, zeiden tot hen, die zij voor zwak hielden; namelijk, tot hen die geloofden: Weet gij dat Saleh door zijnen Heer werd gezonden? Zij antwoordden: Wij gelooven aan zijne zending.
قَالَ الَّذِينَ اسْتَكْبَرُوا إِنَّا بِالَّذِي آمَنتُم بِهِ كَافِرُونَ ( 76 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 76
Doch zij die door hoogmoed waren opgeblazen, zeiden: Waarlijk, wij gelooven niet aan datgene waarin gij gelooft.
فَعَقَرُوا النَّاقَةَ وَعَتَوْا عَنْ أَمْرِ رَبِّهِمْ وَقَالُوا يَا صَالِحُ ائْتِنَا بِمَا تَعِدُنَا إِن كُنتَ مِنَ الْمُرْسَلِينَ ( 77 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 77
En zij sneden den voet van den kameel af, en overtraden onbeschaamd het bevel van hunnen Heer, zeggende: O Saleh! zorg dat uwe bedreigingen in vervulling gaan, indien gij een hunner zijt die door God werden gezonden.
فَأَخَذَتْهُمُ الرَّجْفَةُ فَأَصْبَحُوا فِي دَارِهِمْ جَاثِمِينَ ( 78 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 78
Daarop volgde eene geweldige schudding des hemels, die hen verraste, en des ochtends werden zij in hunne woningen gevonden, voorover liggende op hunne borst en dood.
فَتَوَلَّىٰ عَنْهُمْ وَقَالَ يَا قَوْمِ لَقَدْ أَبْلَغْتُكُمْ رِسَالَةَ رَبِّي وَنَصَحْتُ لَكُمْ وَلَٰكِن لَّا تُحِبُّونَ النَّاصِحِينَ ( 79 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 79
En Saleh verliet hen en zeide: O mijn volk! thans heb ik u de zending van mijnen Heer overgebracht, ik ried u ten goede; doch gij bemint hen niet die u ten goede raden.
وَلُوطًا إِذْ قَالَ لِقَوْمِهِ أَتَأْتُونَ الْفَاحِشَةَ مَا سَبَقَكُم بِهَا مِنْ أَحَدٍ مِّنَ الْعَالَمِينَ ( 80 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 80
En denk aan Loth, toen hij tot zijn volk zeide: Zult gij zonden begaan, die geen volk ooit vóór u heeft bedreven?
إِنَّكُمْ لَتَأْتُونَ الرِّجَالَ شَهْوَةً مِّن دُونِ النِّسَاءِ ۚ بَلْ أَنتُمْ قَوْمٌ مُّسْرِفُونَ ( 81 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 81
Zult gij de mannen in plaats van de vrouwen misbruiken? Waarlijk, gij zijt een volk aan buitensporigheden overgeleverd.
وَمَا كَانَ جَوَابَ قَوْمِهِ إِلَّا أَن قَالُوا أَخْرِجُوهُم مِّن قَرْيَتِكُمْ ۖ إِنَّهُمْ أُنَاسٌ يَتَطَهَّرُونَ ( 82 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 82
Maar het antwoord van zijn volk was niet anders, dan dat zij tot elkander zeiden: Verdrijf hen uit uwe stad; want zij zijn menschen die zich zelven rein houden van de zonden welke gij bedrijft.
فَأَنجَيْنَاهُ وَأَهْلَهُ إِلَّا امْرَأَتَهُ كَانَتْ مِنَ الْغَابِرِينَ ( 83 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 83
Daarom bevrijdden wij hem en zijn gezin, uitgenomen zijne vrouw; zij was eene dergenen die achterbleven.
وَأَمْطَرْنَا عَلَيْهِم مَّطَرًا ۖ فَانظُرْ كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُجْرِمِينَ ( 84 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 84
En wij deden een regen van steenen op hen nederstorten. Zie dus wat het einde der zondaren was.
وَإِلَىٰ مَدْيَنَ أَخَاهُمْ شُعَيْبًا ۗ قَالَ يَا قَوْمِ اعْبُدُوا اللَّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَٰهٍ غَيْرُهُ ۖ قَدْ جَاءَتْكُم بَيِّنَةٌ مِّن رَّبِّكُمْ ۖ فَأَوْفُوا الْكَيْلَ وَالْمِيزَانَ وَلَا تَبْخَسُوا النَّاسَ أَشْيَاءَهُمْ وَلَا تُفْسِدُوا فِي الْأَرْضِ بَعْدَ إِصْلَاحِهَا ۚ ذَٰلِكُمْ خَيْرٌ لَّكُمْ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ ( 85 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 85
En tot Madian zonden wij hunnen broeder Shoaïb. Hij zeide tot hen: O mijn volk! aanbid God, gij hebt geen God buiten hem. Thans is een duidelijk teeken van uwen Heer tot u gekomen. Geef dus volle maat en ruim gewicht; ontneem den menschen niet wat hun verschuldigd is, en handel nimmer slecht op aarde, na hare hervorming. Dit zal beter voor u zijn, indien gij gelooft.
وَلَا تَقْعُدُوا بِكُلِّ صِرَاطٍ تُوعِدُونَ وَتَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ اللَّهِ مَنْ آمَنَ بِهِ وَتَبْغُونَهَا عِوَجًا ۚ وَاذْكُرُوا إِذْ كُنتُمْ قَلِيلًا فَكَثَّرَكُمْ ۖ وَانظُرُوا كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُفْسِدِينَ ( 86 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 86
En plaats u niet in hinderlaag op iederen weg, en leidt niet hen van Gods weg af, die in hem gelooven; gij wilt dat pad kronkelend maken. En herinner u dat gij slechts klein in getal waart, en dat God u heeft vermenigvuldigd, en onthoud hoe het einde was van hen die slecht handelden.
وَإِن كَانَ طَائِفَةٌ مِّنكُمْ آمَنُوا بِالَّذِي أُرْسِلْتُ بِهِ وَطَائِفَةٌ لَّمْ يُؤْمِنُوا فَاصْبِرُوا حَتَّىٰ يَحْكُمَ اللَّهُ بَيْنَنَا ۚ وَهُوَ خَيْرُ الْحَاكِمِينَ ( 87 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 87
En indien een deel uwer gelooft in hetgeen waartoe ik werd gezonden, terwijl een ander dit verwerpt, wacht geduldig tot God tusschen ons richte; want hij is de beste rechter.
قَالَ الْمَلَأُ الَّذِينَ اسْتَكْبَرُوا مِن قَوْمِهِ لَنُخْرِجَنَّكَ يَا شُعَيْبُ وَالَّذِينَ آمَنُوا مَعَكَ مِن قَرْيَتِنَا أَوْ لَتَعُودُنَّ فِي مِلَّتِنَا ۚ قَالَ أَوَلَوْ كُنَّا كَارِهِينَ ( 88 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 88
De opperhoofden van zijn volk, die door hoogmoed waren opgeblazen, antwoordden: wij zullen u, o Shoaïb! en zij die met u gelooven, uit onze stad verdrijven, of gij moet tot onzen godsdienst terugkeeren. Hij zeide: Hoe! ofschoon wij er een afkeer van hebben?
قَدِ افْتَرَيْنَا عَلَى اللَّهِ كَذِبًا إِنْ عُدْنَا فِي مِلَّتِكُم بَعْدَ إِذْ نَجَّانَا اللَّهُ مِنْهَا ۚ وَمَا يَكُونُ لَنَا أَن نَّعُودَ فِيهَا إِلَّا أَن يَشَاءَ اللَّهُ رَبُّنَا ۚ وَسِعَ رَبُّنَا كُلَّ شَيْءٍ عِلْمًا ۚ عَلَى اللَّهِ تَوَكَّلْنَا ۚ رَبَّنَا افْتَحْ بَيْنَنَا وَبَيْنَ قَوْمِنَا بِالْحَقِّ وَأَنتَ خَيْرُ الْفَاتِحِينَ ( 89 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 89
Wij zouden zekerlijk eene leugen tegen God uitdenken, indien wij tot uwen godsdienst terugkeerden, nadat God ons daarvan heeft bevrijd, en wij hebben geene reden daartoe terug te keeren, tenzij het Gode onzen Heer mocht behagen ons te verlaten. Onze God omvat ieder ding door zijn verstand. Wij hebben ons vertrouwen in God gesteld. O Heer! richt tusschen ons en ons volk met waarheid; want gij zijt de beste rechter.
وَقَالَ الْمَلَأُ الَّذِينَ كَفَرُوا مِن قَوْمِهِ لَئِنِ اتَّبَعْتُمْ شُعَيْبًا إِنَّكُمْ إِذًا لَّخَاسِرُونَ ( 90 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 90
En de opperhoofden van zijn volk, dat niet geloofde, zeiden: Indien gij Shoaïb volgt, zult gij zekerlijk verdorven zijn.
فَأَخَذَتْهُمُ الرَّجْفَةُ فَأَصْبَحُوا فِي دَارِهِمْ جَاثِمِينَ ( 91 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 91
Daarom verraste hen een storm van den hemel, en des ochtends werden zij, in hunne woningen, dood en voorover liggende gevonden.
الَّذِينَ كَذَّبُوا شُعَيْبًا كَأَن لَّمْ يَغْنَوْا فِيهَا ۚ الَّذِينَ كَذَّبُوا شُعَيْبًا كَانُوا هُمُ الْخَاسِرِينَ ( 92 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 92
Zij, die Shoaïb van bedrog beschuldigden, verdwenen, als hadden zij nooit daar gewoond; zij die Shoaïb van bedrog beschuldigden zijn verloren.
فَتَوَلَّىٰ عَنْهُمْ وَقَالَ يَا قَوْمِ لَقَدْ أَبْلَغْتُكُمْ رِسَالَاتِ رَبِّي وَنَصَحْتُ لَكُمْ ۖ فَكَيْفَ آسَىٰ عَلَىٰ قَوْمٍ كَافِرِينَ ( 93 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 93
En hij ging van hen weg, zeggende: O mijn volk! thans heb ik u de bevelen van God gepredikt, en ik heb u ten goede geraden; doch waarom zou ik mij bedroeven om een ongeloovig volk.
وَمَا أَرْسَلْنَا فِي قَرْيَةٍ مِّن نَّبِيٍّ إِلَّا أَخَذْنَا أَهْلَهَا بِالْبَأْسَاءِ وَالضَّرَّاءِ لَعَلَّهُمْ يَضَّرَّعُونَ ( 94 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 94
Wij hebben nimmer een profeet in eene stad gezonden; doch wij hebben hare inwoners met tegenspoed en rampen getroffen, dat zij zich zouden vernederen.
ثُمَّ بَدَّلْنَا مَكَانَ السَّيِّئَةِ الْحَسَنَةَ حَتَّىٰ عَفَوا وَّقَالُوا قَدْ مَسَّ آبَاءَنَا الضَّرَّاءُ وَالسَّرَّاءُ فَأَخَذْنَاهُم بَغْتَةً وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ ( 95 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 95
En wij gaven hun goed voor kwaad in ruil, tot zij, alles in hun geheugen uitwisschende, zeiden: Tegenspoed en voorspoed kwam ook vroeger over onze vaderen. Daarom namen wij plotseling wraak op hen, op het oogenblik dat zij er niet aan dachten.
وَلَوْ أَنَّ أَهْلَ الْقُرَىٰ آمَنُوا وَاتَّقَوْا لَفَتَحْنَا عَلَيْهِم بَرَكَاتٍ مِّنَ السَّمَاءِ وَالْأَرْضِ وَلَٰكِن كَذَّبُوا فَأَخَذْنَاهُم بِمَا كَانُوا يَكْسِبُونَ ( 96 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 96
Maar indien de bewoners dezer steden geloofd en God gevreesd hadden, zouden wij zekerlijk zegeningen over hen hebben uitgestort, zoowel van den hemel als van de aarde. Maar zij beschuldigden onzen apostel van valschheid, zoodat wij ons op hen wreekten voor datgene waaraan zij schuldig waren.
أَفَأَمِنَ أَهْلُ الْقُرَىٰ أَن يَأْتِيَهُم بَأْسُنَا بَيَاتًا وَهُمْ نَائِمُونَ ( 97 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 97
Waren dus de bewoners dier steden verzekerd, dat onze straf niet des nachts over hen zou komen terwijl zij sliepen?
أَوَأَمِنَ أَهْلُ الْقُرَىٰ أَن يَأْتِيَهُم بَأْسُنَا ضُحًى وَهُمْ يَلْعَبُونَ ( 98 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 98
Of waren de bewoners dier steden verzekerd, dat onze straf niet des daags over hen zou komen, terwijl zij zich aan de vermaken overgaven?
أَفَأَمِنُوا مَكْرَ اللَّهِ ۚ فَلَا يَأْمَنُ مَكْرَ اللَّهِ إِلَّا الْقَوْمُ الْخَاسِرُونَ ( 99 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 99
Achtten zij zich dus veilig voor Gods krijgslist? Maar niemand zal zich zeker achten voor Gods krijgslist, behalve zij die verdoemd zijn.
أَوَلَمْ يَهْدِ لِلَّذِينَ يَرِثُونَ الْأَرْضَ مِن بَعْدِ أَهْلِهَا أَن لَّوْ نَشَاءُ أَصَبْنَاهُم بِذُنُوبِهِمْ ۚ وَنَطْبَعُ عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ فَهُمْ لَا يَسْمَعُونَ ( 100 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 100
En is het niet duidelijk bewezen voor hen die de aarde van hare vroegere bewoners hebben geërfd, dat, indien het ons behaagde, wij hen om hunne zonden kunnen kastijden? Doch wij zullen hunne harten verzegelen en zij zullen niets hooren.
تِلْكَ الْقُرَىٰ نَقُصُّ عَلَيْكَ مِنْ أَنبَائِهَا ۚ وَلَقَدْ جَاءَتْهُمْ رُسُلُهُم بِالْبَيِّنَاتِ فَمَا كَانُوا لِيُؤْمِنُوا بِمَا كَذَّبُوا مِن قَبْلُ ۚ كَذَٰلِكَ يَطْبَعُ اللَّهُ عَلَىٰ قُلُوبِ الْكَافِرِينَ ( 101 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 101
Wij zullen u eenige verhalen van die steden vertellen. Hunne apostelen waren met duidelijke wonderen tot hen gekomen; doch zij waren niet geneigd te gelooven in datgene wat zij vroeger voor leugens hielden. Zoo zegelt God de harten der ongeloovigen dicht.
وَمَا وَجَدْنَا لِأَكْثَرِهِم مِّنْ عَهْدٍ ۖ وَإِن وَجَدْنَا أَكْثَرَهُمْ لَفَاسِقِينَ ( 102 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 102
En wij vonden, in het grootste gedeelte van hen geen trouw aan hun verbond; maar wij bevonden dat het grootste deel van hen boosdoeners waren.
ثُمَّ بَعَثْنَا مِن بَعْدِهِم مُّوسَىٰ بِآيَاتِنَا إِلَىٰ فِرْعَوْنَ وَمَلَئِهِ فَظَلَمُوا بِهَا ۖ فَانظُرْ كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُفْسِدِينَ ( 103 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 103
Daarom zonden wij, na de bovengenoemde apostelen, Mozes met onze teekens tot Pharao en zijne prinsen, die hen onrechtvaardig behandelden; doch ziet hoe het einde der zondaren was.
وَقَالَ مُوسَىٰ يَا فِرْعَوْنُ إِنِّي رَسُولٌ مِّن رَّبِّ الْعَالَمِينَ ( 104 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 104
En Mozes zeide: O Pharao! waarlijk, ik ben een apostel, door den Heer van alle schepselen gezonden.
حَقِيقٌ عَلَىٰ أَن لَّا أَقُولَ عَلَى اللَّهِ إِلَّا الْحَقَّ ۚ قَدْ جِئْتُكُم بِبَيِّنَةٍ مِّن رَّبِّكُمْ فَأَرْسِلْ مَعِيَ بَنِي إِسْرَائِيلَ ( 105 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 105
Het is rechtvaardig dat ik van God niets anders dan de waarheid zegge. Thans ben ik tot u gekomen met een duidelijk teeken van uwen Heer; zend dus de kinderen Israëls met mij weg.
قَالَ إِن كُنتَ جِئْتَ بِآيَةٍ فَأْتِ بِهَا إِن كُنتَ مِنَ الصَّادِقِينَ ( 106 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 106
Pharao antwoordde: Indien gij met een wonder komt, toon het, indien gij waarheid spreekt.
فَأَلْقَىٰ عَصَاهُ فَإِذَا هِيَ ثُعْبَانٌ مُّبِينٌ ( 107 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 107
Hij wierp daarom zijn staf weg en, onthoud het, hij werd eene slang.
وَنَزَعَ يَدَهُ فَإِذَا هِيَ بَيْضَاءُ لِلنَّاظِرِينَ ( 108 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 108
Hij trok zijne hand uit zijne borst en, onthoud het, zij was voor de toeschouwers wit geworden
قَالَ الْمَلَأُ مِن قَوْمِ فِرْعَوْنَ إِنَّ هَٰذَا لَسَاحِرٌ عَلِيمٌ ( 109 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 109
De opperhoofden van het volk van Pharao zeiden: Deze man is waarlijk een behendig toovenaar.
يُرِيدُ أَن يُخْرِجَكُم مِّنْ أَرْضِكُمْ ۖ فَمَاذَا تَأْمُرُونَ ( 110 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 110
Hij tracht u van uw land te berooven; wat denkt gij dus te doen.
قَالُوا أَرْجِهْ وَأَخَاهُ وَأَرْسِلْ فِي الْمَدَائِنِ حَاشِرِينَ ( 111 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 111
Zij antwoordden: Stel hem en zijn broeder door ijdele beloften voor eenigen tijd uit, en zend, in dien tusschentijd, personen naar de steden.
يَأْتُوكَ بِكُلِّ سَاحِرٍ عَلِيمٍ ( 112 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 112
Die alle behendige toovenaars zullen verzamelen en tot u voeren.
وَجَاءَ السَّحَرَةُ فِرْعَوْنَ قَالُوا إِنَّ لَنَا لَأَجْرًا إِن كُنَّا نَحْنُ الْغَالِبِينَ ( 113 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 113
Zoo kwamen de toovenaars tot Pharao en zij zeiden: zullen wij zekerlijk eene belooning ontvangen, indien wij de zege over hem behalen?
قَالَ نَعَمْ وَإِنَّكُمْ لَمِنَ الْمُقَرَّبِينَ ( 114 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 114
Hij antwoordde: ja, en gij zult zeker tot hen behooren, die mijnen troon naderen.
قَالُوا يَا مُوسَىٰ إِمَّا أَن تُلْقِيَ وَإِمَّا أَن نَّكُونَ نَحْنُ الْمُلْقِينَ ( 115 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 115
Zij zeiden: O Mozes! zult gij uwen staf wegwerpen, of zullen wij dit vooraf doen?
قَالَ أَلْقُوا ۖ فَلَمَّا أَلْقَوْا سَحَرُوا أَعْيُنَ النَّاسِ وَاسْتَرْهَبُوهُمْ وَجَاءُوا بِسِحْرٍ عَظِيمٍ ( 116 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 116
Mozes antwoordde: Werpt uwe staven eerst weg; en toen zij die hadden weggeworpen, betooverden zij de oogen der menschen die tegenwoordig waren en verschrikten hen, en zij deden een groot tooverstuk.
وَأَوْحَيْنَا إِلَىٰ مُوسَىٰ أَنْ أَلْقِ عَصَاكَ ۖ فَإِذَا هِيَ تَلْقَفُ مَا يَأْفِكُونَ ( 117 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 117
En wij spraken door eene openbaring tot Mozes; zeggende: Werp uwen staf weg en, onthoudt het, hij verzwolg de staven die in slangen waren veranderd.
فَوَقَعَ الْحَقُّ وَبَطَلَ مَا كَانُوا يَعْمَلُونَ ( 118 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 118
vDaardoor was de waarheid bevestigd, en dus wat zij gemaakt hadden ijdel geworden.
فَغُلِبُوا هُنَالِكَ وَانقَلَبُوا صَاغِرِينَ ( 119 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 119
En Pharao en zijne toovenaars waren overwonnen en beschaamd.
وَأُلْقِيَ السَّحَرَةُ سَاجِدِينَ ( 120 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 120
De toovenaren bogen zich biddende.
قَالُوا آمَنَّا بِرَبِّ الْعَالَمِينَ ( 121 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 121
En zij zeiden: Wij gelooven in den Heer aller schepselen.
رَبِّ مُوسَىٰ وَهَارُونَ ( 122 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 122
Den Heer van Mozes en Aäron.
قَالَ فِرْعَوْنُ آمَنتُم بِهِ قَبْلَ أَنْ آذَنَ لَكُمْ ۖ إِنَّ هَٰذَا لَمَكْرٌ مَّكَرْتُمُوهُ فِي الْمَدِينَةِ لِتُخْرِجُوا مِنْهَا أَهْلَهَا ۖ فَسَوْفَ تَعْلَمُونَ ( 123 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 123
Pharao, zeide: Hebt gij in hem geloofd, alvorens ik u verlof heb gegeven? Gij hebt dit schelmstuk vooruit in de stad gesmeed, om er de inwoners uit te verdrijven. Weldra zult gij zien.
لَأُقَطِّعَنَّ أَيْدِيَكُمْ وَأَرْجُلَكُم مِّنْ خِلَافٍ ثُمَّ لَأُصَلِّبَنَّكُمْ أَجْمَعِينَ ( 124 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 124
Want ik zal uwe voeten en uwe handen aan de tegenovergestelde zijden doen afsnijden en daarna zal ik u allen doen kruisigen.
قَالُوا إِنَّا إِلَىٰ رَبِّنَا مُنقَلِبُونَ ( 125 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 125
De toovenaren antwoordden: Wij zullen zekerlijk tot onzen Heer terugkeeren.
وَمَا تَنقِمُ مِنَّا إِلَّا أَنْ آمَنَّا بِآيَاتِ رَبِّنَا لَمَّا جَاءَتْنَا ۚ رَبَّنَا أَفْرِغْ عَلَيْنَا صَبْرًا وَتَوَفَّنَا مُسْلِمِينَ ( 126 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 126
Want gij wreekt u alleen op ons, omdat wij in de teekenen van onzen Heer gelooven, toen zij ons werden geopenbaard. O Heer! schenk ons geduld, en doe ons als Muzelmannen sterven.
وَقَالَ الْمَلَأُ مِن قَوْمِ فِرْعَوْنَ أَتَذَرُ مُوسَىٰ وَقَوْمَهُ لِيُفْسِدُوا فِي الْأَرْضِ وَيَذَرَكَ وَآلِهَتَكَ ۚ قَالَ سَنُقَتِّلُ أَبْنَاءَهُمْ وَنَسْتَحْيِي نِسَاءَهُمْ وَإِنَّا فَوْقَهُمْ قَاهِرُونَ ( 127 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 127
En de opperhoofden van Pharao's volk zeiden: Wilt gij Mozes en zijn volk laten vertrekken, opdat zij op de aarde zouden zondigen en u en uwe goden verlaten? Pharao antwoordde: wij zullen hunne mannelijke kinderen doen dooden, en wij zullen hunne vrouwelijke kinderen sparen, en zoo zullen wij de zege over hen behalen.
قَالَ مُوسَىٰ لِقَوْمِهِ اسْتَعِينُوا بِاللَّهِ وَاصْبِرُوا ۖ إِنَّ الْأَرْضَ لِلَّهِ يُورِثُهَا مَن يَشَاءُ مِنْ عِبَادِهِ ۖ وَالْعَاقِبَةُ لِلْمُتَّقِينَ ( 128 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 128
Mozes zeide tot zijn volk: Vraag God om ondersteuning en lijdt geduldig; want de aarde behoort Gode en hij geeft haar tot erfenis, aan diegene zijner dienaren, welke hem behagen, en het einde van hen die hem vreezen, zal voorspoedig zijn.
قَالُوا أُوذِينَا مِن قَبْلِ أَن تَأْتِيَنَا وَمِن بَعْدِ مَا جِئْتَنَا ۚ قَالَ عَسَىٰ رَبُّكُمْ أَن يُهْلِكَ عَدُوَّكُمْ وَيَسْتَخْلِفَكُمْ فِي الْأَرْضِ فَيَنظُرَ كَيْفَ تَعْمَلُونَ ( 129 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 129
Zij antwoordden: Wij werden bedroefd door het dooden onzer mannelijke kinderen, voor gij tot ons kwaamt en ook sedert gij tot ons zijt gekomen. Mozes zeide: Misschien wil God uwe vijanden verdelgen, en u hun op aarde doen opvolgen, opdat hij moge zien hoe gij dan handelt.
وَلَقَدْ أَخَذْنَا آلَ فِرْعَوْنَ بِالسِّنِينَ وَنَقْصٍ مِّنَ الثَّمَرَاتِ لَعَلَّهُمْ يَذَّكَّرُونَ ( 130 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 130
En wij straften vroeger het volk van Pharao met onvruchtbaarheid en schaarschheid hunner vruchten, teneinde hen te waarschuwen.
فَإِذَا جَاءَتْهُمُ الْحَسَنَةُ قَالُوا لَنَا هَٰذِهِ ۖ وَإِن تُصِبْهُمْ سَيِّئَةٌ يَطَّيَّرُوا بِمُوسَىٰ وَمَن مَّعَهُ ۗ أَلَا إِنَّمَا طَائِرُهُمْ عِندَ اللَّهِ وَلَٰكِنَّ أَكْثَرَهُمْ لَا يَعْلَمُونَ ( 131 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 131
Toen zij weder voorspoedig werden, zeiden zij: Dit komt ons toe; maar indien er kwaad over hen komt, schrijven zij het aan den tegenspoed van Mozes toe en van hen die met hem waren. Was niet hun tegenspoed van God afkomstig? Maar de meesten van hen wisten het niet.
وَقَالُوا مَهْمَا تَأْتِنَا بِهِ مِنْ آيَةٍ لِّتَسْحَرَنَا بِهَا فَمَا نَحْنُ لَكَ بِمُؤْمِنِينَ ( 132 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 132
En zij zeiden tot Mozes: Welk wonder gij ons ook toont, om ons daarmede te betooveren, wij zullen daaraan niet gelooven.
فَأَرْسَلْنَا عَلَيْهِمُ الطُّوفَانَ وَالْجَرَادَ وَالْقُمَّلَ وَالضَّفَادِعَ وَالدَّمَ آيَاتٍ مُّفَصَّلَاتٍ فَاسْتَكْبَرُوا وَكَانُوا قَوْمًا مُّجْرِمِينَ ( 133 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 133
Daarom zonden wij over hen overstrooming, sprinkhanen, ongedierte, kikvorschen en bloed, als duidelijke teekenen; doch zij bleven hoogmoedig en werden snoodaards.
وَلَمَّا وَقَعَ عَلَيْهِمُ الرِّجْزُ قَالُوا يَا مُوسَى ادْعُ لَنَا رَبَّكَ بِمَا عَهِدَ عِندَكَ ۖ لَئِن كَشَفْتَ عَنَّا الرِّجْزَ لَنُؤْمِنَنَّ لَكَ وَلَنُرْسِلَنَّ مَعَكَ بَنِي إِسْرَائِيلَ ( 134 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 134
En toen de plaag over hen kwam, zeiden zij: Roep uwen God voor ons aan, overeenkomstig het verbond dat hij met u heeft gesloten. Waarlijk, indien gij de plaag van ons wegneemt, zullen wij u zekerlijk gelooven, en wij zullen de kinderen Israëls met u laten gaan.
فَلَمَّا كَشَفْنَا عَنْهُمُ الرِّجْزَ إِلَىٰ أَجَلٍ هُم بَالِغُوهُ إِذَا هُمْ يَنكُثُونَ ( 135 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 135
Maar toen wij de plaag van hen hadden afgenomen, tot de tijd was verloopen, die God had bepaald, braken zij hunne belofte.
فَانتَقَمْنَا مِنْهُمْ فَأَغْرَقْنَاهُمْ فِي الْيَمِّ بِأَنَّهُمْ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا وَكَانُوا عَنْهَا غَافِلِينَ ( 136 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 136
Daarom namen wij wraak op hen en verdronken hen in de Roode Zee, omdat zij onze teekens van valschheid beschuldigd en verwaarloosd hadden.
وَأَوْرَثْنَا الْقَوْمَ الَّذِينَ كَانُوا يُسْتَضْعَفُونَ مَشَارِقَ الْأَرْضِ وَمَغَارِبَهَا الَّتِي بَارَكْنَا فِيهَا ۖ وَتَمَّتْ كَلِمَتُ رَبِّكَ الْحُسْنَىٰ عَلَىٰ بَنِي إِسْرَائِيلَ بِمَا صَبَرُوا ۖ وَدَمَّرْنَا مَا كَانَ يَصْنَعُ فِرْعَوْنُ وَقَوْمُهُ وَمَا كَانُوا يَعْرِشُونَ ( 137 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 137
En wij deden het zwakke volk de oostelijke en westelijke streken der aarde erven, welke wij met vruchtbaarheid zegenden, en het genadige woord van uwen Heer in de kinderen Israël vervuld, omdat zij met geduld hadden geleden, en wij verwoestten de werken, welke Pharao en zijn volk hadden gemaakt, en datgene wat zij hadden opgericht.
وَجَاوَزْنَا بِبَنِي إِسْرَائِيلَ الْبَحْرَ فَأَتَوْا عَلَىٰ قَوْمٍ يَعْكُفُونَ عَلَىٰ أَصْنَامٍ لَّهُمْ ۚ قَالُوا يَا مُوسَى اجْعَل لَّنَا إِلَٰهًا كَمَا لَهُمْ آلِهَةٌ ۚ قَالَ إِنَّكُمْ قَوْمٌ تَجْهَلُونَ ( 138 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 138
En wij deden den kinderen Israëls door de zee trekken, en zij kwamen tot een volk, dat afgoden aanbad, en zij zeiden: O Mozes! maak ons een God, evenzoo als de goden van dit volk. Mozes antwoordde: Waarlijk, gij zijt een onwetend volk.
إِنَّ هَٰؤُلَاءِ مُتَبَّرٌ مَّا هُمْ فِيهِ وَبَاطِلٌ مَّا كَانُوا يَعْمَلُونَ ( 139 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 139
Want de godsdienst dien zij hebben, zal verwoest worden, en wat zij doen is ijdel.
قَالَ أَغَيْرَ اللَّهِ أَبْغِيكُمْ إِلَٰهًا وَهُوَ فَضَّلَكُمْ عَلَى الْعَالَمِينَ ( 140 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 140
Hij zeide: Zou ik u een anderen god zoeken dan God, die u boven alle andere volken heeft verheven?
وَإِذْ أَنجَيْنَاكُم مِّنْ آلِ فِرْعَوْنَ يَسُومُونَكُمْ سُوءَ الْعَذَابِ ۖ يُقَتِّلُونَ أَبْنَاءَكُمْ وَيَسْتَحْيُونَ نِسَاءَكُمْ ۚ وَفِي ذَٰلِكُم بَلَاءٌ مِّن رَّبِّكُمْ عَظِيمٌ ( 141 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 141
En gedenk dat wij u van het volk van Pharao verlosten, die u jammerlijk verdrukte; zij doodden uwe mannelijke kinderen en lieten uwe vrouwelijke leven; daarin lag eene zware beproeving van uwen Heer.
وَوَاعَدْنَا مُوسَىٰ ثَلَاثِينَ لَيْلَةً وَأَتْمَمْنَاهَا بِعَشْرٍ فَتَمَّ مِيقَاتُ رَبِّهِ أَرْبَعِينَ لَيْلَةً ۚ وَقَالَ مُوسَىٰ لِأَخِيهِ هَارُونَ اخْلُفْنِي فِي قَوْمِي وَأَصْلِحْ وَلَا تَتَّبِعْ سَبِيلَ الْمُفْسِدِينَ ( 142 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 142
En wij bepaalden Mozes eene vaste van dertig nachten alvorens wij hem de wet gaven, en wij voegden er tien bij; en de bepaalden tijd van zijnen Heer was in veertig nachten vervuld. En Mozes zeide tot zijn broeder Aäron, wees gij gedurende mijne afwezigheid, mijn afgezant bij mijn volk; handel oprecht en volg den weg der snooden niet.
وَلَمَّا جَاءَ مُوسَىٰ لِمِيقَاتِنَا وَكَلَّمَهُ رَبُّهُ قَالَ رَبِّ أَرِنِي أَنظُرْ إِلَيْكَ ۚ قَالَ لَن تَرَانِي وَلَٰكِنِ انظُرْ إِلَى الْجَبَلِ فَإِنِ اسْتَقَرَّ مَكَانَهُ فَسَوْفَ تَرَانِي ۚ فَلَمَّا تَجَلَّىٰ رَبُّهُ لِلْجَبَلِ جَعَلَهُ دَكًّا وَخَرَّ مُوسَىٰ صَعِقًا ۚ فَلَمَّا أَفَاقَ قَالَ سُبْحَانَكَ تُبْتُ إِلَيْكَ وَأَنَا أَوَّلُ الْمُؤْمِنِينَ ( 143 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 143
En toen Mozes, op den voor hem bepaalden tijd kwam, en zijn Heer tot hem sprak, zeide hij: o Heer! laat mij uw glans zien opdat ik u aanschouwe. God zeide: Gij zult mij op geenerlei wijze aanschouwen; maar zie den berg aan, en indien deze vast op zijne plaats staat zult gij mij zien. Toen echter zijn Heer met glans op den berg verscheen, veranderde hij dien in stof. En Mozes viel in zwijm neder. En toen hij tot zich zelven kwam, zeide hij: Geloofd zijt gij! Ik keer tot u terug met berouw, en ik ben de eerste der ware geloovigen.
قَالَ يَا مُوسَىٰ إِنِّي اصْطَفَيْتُكَ عَلَى النَّاسِ بِرِسَالَاتِي وَبِكَلَامِي فَخُذْ مَا آتَيْتُكَ وَكُن مِّنَ الشَّاكِرِينَ ( 144 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 144
God zeide tot hem: o Mozes! Ik heb u boven alle menschen uitverkoren, door u met mijne opdrachten te vereeren, en door met u te spreken; ontvang dus wat ik u heb gebracht, en wees een van hen die dankbaar zijn.
وَكَتَبْنَا لَهُ فِي الْأَلْوَاحِ مِن كُلِّ شَيْءٍ مَّوْعِظَةً وَتَفْصِيلًا لِّكُلِّ شَيْءٍ فَخُذْهَا بِقُوَّةٍ وَأْمُرْ قَوْمَكَ يَأْخُذُوا بِأَحْسَنِهَا ۚ سَأُرِيكُمْ دَارَ الْفَاسِقِينَ ( 145 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 145
En wij schreven voor hem op de tafels eene waarschuwing omtrent alles, en eene beslissing in ieder geval en zeiden: Ontvang die met eerbied, en beveel uw volk, dat zij stipt overeenkomstig die voorschriften leven. Ik zal u de woning der snooden toonen.
سَأَصْرِفُ عَنْ آيَاتِيَ الَّذِينَ يَتَكَبَّرُونَ فِي الْأَرْضِ بِغَيْرِ الْحَقِّ وَإِن يَرَوْا كُلَّ آيَةٍ لَّا يُؤْمِنُوا بِهَا وَإِن يَرَوْا سَبِيلَ الرُّشْدِ لَا يَتَّخِذُوهُ سَبِيلًا وَإِن يَرَوْا سَبِيلَ الْغَيِّ يَتَّخِذُوهُ سَبِيلًا ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا وَكَانُوا عَنْهَا غَافِلِينَ ( 146 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 146
Ik zal degenen van mijne teekens afleiden, die zich trotsch en zonder rechtvaardigheid op aarde gedragen, en hoewel zij ieder teeken zien, daarin niet zullen gelooven; en ofschoon zij het pad der rechtvaardigheid zien, dat niet zullen betreden; maar die, indien zij het pad der dwaling zien, dien weg zullen inslaan. Zoo zal het geschieden, daar zij onze teekens van bedrog beschuldigen en die veronachtzamen.
وَالَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا وَلِقَاءِ الْآخِرَةِ حَبِطَتْ أَعْمَالُهُمْ ۚ هَلْ يُجْزَوْنَ إِلَّا مَا كَانُوا يَعْمَلُونَ ( 147 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 147
Maar wat hen betreft, die de waarheid van onze teekens loochenen en de ontmoeting in het volgende leven, hunne werken zullen ijdel zijn. Zouden zij anders beloond worden dan overeenkomstig hetgeen zij hebben verricht?
وَاتَّخَذَ قَوْمُ مُوسَىٰ مِن بَعْدِهِ مِنْ حُلِيِّهِمْ عِجْلًا جَسَدًا لَّهُ خُوَارٌ ۚ أَلَمْ يَرَوْا أَنَّهُ لَا يُكَلِّمُهُمْ وَلَا يَهْدِيهِمْ سَبِيلًا ۘ اتَّخَذُوهُ وَكَانُوا ظَالِمِينَ ( 148 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 148
En het volk van Mozes nam, na zijn vertrek, een lichamelijk kalf, dat loeide, van hunne versierselen vervaardigd. Zagen zij niet, dat ik niet tot hen sprak, noch hen op den weg geleidde? Maar zij beschouwden het als hunnen god en handelden slecht.
وَلَمَّا سُقِطَ فِي أَيْدِيهِمْ وَرَأَوْا أَنَّهُمْ قَدْ ضَلُّوا قَالُوا لَئِن لَّمْ يَرْحَمْنَا رَبُّنَا وَيَغْفِرْ لَنَا لَنَكُونَنَّ مِنَ الْخَاسِرِينَ ( 149 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 149
Doch toen zij met droefheid berouw gevoelden, en zagen, dat zij verdwaald waren, zeiden zij: Waarlijk, indien onze Heer geene barmhartigheid met ons heeft en ons niet vergeeft, zullen wij zeker tot hen behooren, die verloren zijn.
وَلَمَّا رَجَعَ مُوسَىٰ إِلَىٰ قَوْمِهِ غَضْبَانَ أَسِفًا قَالَ بِئْسَمَا خَلَفْتُمُونِي مِن بَعْدِي ۖ أَعَجِلْتُمْ أَمْرَ رَبِّكُمْ ۖ وَأَلْقَى الْأَلْوَاحَ وَأَخَذَ بِرَأْسِ أَخِيهِ يَجُرُّهُ إِلَيْهِ ۚ قَالَ ابْنَ أُمَّ إِنَّ الْقَوْمَ اسْتَضْعَفُونِي وَكَادُوا يَقْتُلُونَنِي فَلَا تُشْمِتْ بِيَ الْأَعْدَاءَ وَلَا تَجْعَلْنِي مَعَ الْقَوْمِ الظَّالِمِينَ ( 150 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 150
En toen Mozes tot zijn volk terugkeerde, vol van toorn en verontwaardiging, zeide hij: Gij hebt een snoode daad na mijn vertrek bedreven. Hebt gij het bevel van uwen Heer verhaast? Hij nam de tafelen en greep zijn broeder bij het hoofdhaar en haalde hem onder zich. En Aäron zeide tot hem: Zoon mijner moeder, waarlijk het volk heeft mij overheerd, en het had slechts weinig gescheeld of zij hadden mij gedood: laat mijne vijanden zich dus niet over mij verblijden, noch plaats mij onder de boozen.
قَالَ رَبِّ اغْفِرْ لِي وَلِأَخِي وَأَدْخِلْنَا فِي رَحْمَتِكَ ۖ وَأَنتَ أَرْحَمُ الرَّاحِمِينَ ( 151 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 151
Mozes zeide: O Heer! vergeef mij en mijn broeder en ontvang ons in uwe genade: want gij zijt de barmhartigste der barmhartigen.
إِنَّ الَّذِينَ اتَّخَذُوا الْعِجْلَ سَيَنَالُهُمْ غَضَبٌ مِّن رَّبِّهِمْ وَذِلَّةٌ فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا ۚ وَكَذَٰلِكَ نَجْزِي الْمُفْتَرِينَ ( 152 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 152
Waarlijk, zij die het kalf tot hunnen god namen, de verontwaardiging des Heeren zal over hen komen, en schande in dit leven. Zoo zullen wij degenen beloonen, die leugens uitdenken.
وَالَّذِينَ عَمِلُوا السَّيِّئَاتِ ثُمَّ تَابُوا مِن بَعْدِهَا وَآمَنُوا إِنَّ رَبَّكَ مِن بَعْدِهَا لَغَفُورٌ رَّحِيمٌ ( 153 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 153
Maar voor hen, die snood handelen en daarna berouw betoonen en in God gelooven, zal God later goedertieren en barmhartig zijn.
وَلَمَّا سَكَتَ عَن مُّوسَى الْغَضَبُ أَخَذَ الْأَلْوَاحَ ۖ وَفِي نُسْخَتِهَا هُدًى وَرَحْمَةٌ لِّلَّذِينَ هُمْ لِرَبِّهِمْ يَرْهَبُونَ ( 154 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 154
En toen de toorn van Mozes was bedaard, nam hij de tafelen. De letters die er op gehouwen waren, bevatten de leiding en de barmhartigheid voor hen, die hunnen Heer vreezen.
وَاخْتَارَ مُوسَىٰ قَوْمَهُ سَبْعِينَ رَجُلًا لِّمِيقَاتِنَا ۖ فَلَمَّا أَخَذَتْهُمُ الرَّجْفَةُ قَالَ رَبِّ لَوْ شِئْتَ أَهْلَكْتَهُم مِّن قَبْلُ وَإِيَّايَ ۖ أَتُهْلِكُنَا بِمَا فَعَلَ السُّفَهَاءُ مِنَّا ۖ إِنْ هِيَ إِلَّا فِتْنَتُكَ تُضِلُّ بِهَا مَن تَشَاءُ وَتَهْدِي مَن تَشَاءُ ۖ أَنتَ وَلِيُّنَا فَاغْفِرْ لَنَا وَارْحَمْنَا ۖ وَأَنتَ خَيْرُ الْغَافِرِينَ ( 155 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 155
En Mozes koos zeventig mannen uit zijn volk, ten einde met hem den berg te bestijgen op het door ons bepaalde tijdstip; en toen een storm, vergezeld van donder en bliksem, hen wegnam, zeide hij: O Heer! indien het u had behaagd, hadt gij hen en ook mij reeds te voren verdelgd; wilt gij ons verdelgen om hetgeen de dwazen onder ons hebben bedreven? Dit is alleen uwe beproeving; waarmede gij in dwaling brengt wien het u behaagt, en hem zult leiden die u behaagt! Gij zijt onze schuts, vergeef ons dus en wees ons genadig; want gij zijt de meest vergevingsgezinde der vergevingsgezinden.
وَاكْتُبْ لَنَا فِي هَٰذِهِ الدُّنْيَا حَسَنَةً وَفِي الْآخِرَةِ إِنَّا هُدْنَا إِلَيْكَ ۚ قَالَ عَذَابِي أُصِيبُ بِهِ مَنْ أَشَاءُ ۖ وَرَحْمَتِي وَسِعَتْ كُلَّ شَيْءٍ ۚ فَسَأَكْتُبُهَا لِلَّذِينَ يَتَّقُونَ وَيُؤْتُونَ الزَّكَاةَ وَالَّذِينَ هُم بِآيَاتِنَا يُؤْمِنُونَ ( 156 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 156
Beschenk ons met het goede in deze wereld en in het volgende leven; want door u worden wij geleid. God antwoordde: Ik zal mijne straf opleggen aan wien het mij behaagt, en mijne barmhartigheid strekt zich over alle dingen uit; en ik zal haar toekennen aan hen, die mij vreezen en aalmoezen geven, en in mijne teekens zullen gelooven.
الَّذِينَ يَتَّبِعُونَ الرَّسُولَ النَّبِيَّ الْأُمِّيَّ الَّذِي يَجِدُونَهُ مَكْتُوبًا عِندَهُمْ فِي التَّوْرَاةِ وَالْإِنجِيلِ يَأْمُرُهُم بِالْمَعْرُوفِ وَيَنْهَاهُمْ عَنِ الْمُنكَرِ وَيُحِلُّ لَهُمُ الطَّيِّبَاتِ وَيُحَرِّمُ عَلَيْهِمُ الْخَبَائِثَ وَيَضَعُ عَنْهُمْ إِصْرَهُمْ وَالْأَغْلَالَ الَّتِي كَانَتْ عَلَيْهِمْ ۚ فَالَّذِينَ آمَنُوا بِهِ وَعَزَّرُوهُ وَنَصَرُوهُ وَاتَّبَعُوا النُّورَ الَّذِي أُنزِلَ مَعَهُ ۙ أُولَٰئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ ( 157 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 157
Die den gezant volgen; den ongeletterden gezant, dien zij in hunne boeken, in den Pentateuchus en in het Evangelie vinden aangeduid; hij zal hun gebieden wat rechtvaardig is en hun verbieden wat slecht is, en zal hun gebruik als wettig veroorloven van de dingen die vroeger verboden waren, en hij zal de dingen verbieden die slecht zijn, en hij zal hen van hunne zware lasten ontheffen en van de ketenen die op hen rusten. En zij die in hem gelooven, die hem vereeren en ondersteunen en het licht volgen dat met hem werd nedergezonden, zullen gelukkig zijn.
قُلْ يَا أَيُّهَا النَّاسُ إِنِّي رَسُولُ اللَّهِ إِلَيْكُمْ جَمِيعًا الَّذِي لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۖ لَا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ يُحْيِي وَيُمِيتُ ۖ فَآمِنُوا بِاللَّهِ وَرَسُولِهِ النَّبِيِّ الْأُمِّيِّ الَّذِي يُؤْمِنُ بِاللَّهِ وَكَلِمَاتِهِ وَاتَّبِعُوهُ لَعَلَّكُمْ تَهْتَدُونَ ( 158 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 158
Zeg: O menschen! waarlijk, ik ben Gods gezant en aan u allen gericht. Hem behoort het koninkrijk des hemels en der aarde; er is geen God buiten hem; hij geeft leven en doet sterven. Gelooft dus in God en zijn gezant, den ongeletterden profeet, die zelf in God en zijn woord gelooft, en volgt hem, opdat gij goed geleid moogt worden.
وَمِن قَوْمِ مُوسَىٰ أُمَّةٌ يَهْدُونَ بِالْحَقِّ وَبِهِ يَعْدِلُونَ ( 159 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 159
Er is een deel van het volk van Mozes, die anderen met waarheid leiden, en rechtvaardig nopens hen handelen.
وَقَطَّعْنَاهُمُ اثْنَتَيْ عَشْرَةَ أَسْبَاطًا أُمَمًا ۚ وَأَوْحَيْنَا إِلَىٰ مُوسَىٰ إِذِ اسْتَسْقَاهُ قَوْمُهُ أَنِ اضْرِب بِّعَصَاكَ الْحَجَرَ ۖ فَانبَجَسَتْ مِنْهُ اثْنَتَا عَشْرَةَ عَيْنًا ۖ قَدْ عَلِمَ كُلُّ أُنَاسٍ مَّشْرَبَهُمْ ۚ وَظَلَّلْنَا عَلَيْهِمُ الْغَمَامَ وَأَنزَلْنَا عَلَيْهِمُ الْمَنَّ وَالسَّلْوَىٰ ۖ كُلُوا مِن طَيِّبَاتِ مَا رَزَقْنَاكُمْ ۚ وَمَا ظَلَمُونَا وَلَٰكِن كَانُوا أَنفُسَهُمْ يَظْلِمُونَ ( 160 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 160
En wij verdeelen hen in twaalf volksstammen. En wij spraken door openbaring tot Mozes, toen zijn volk drank van hem verlangde, en wij zeiden: Sla de rots met uwen staf, en twaalf fonteinen stroomden er uit, en iedere stam wist, uit welke fontein hij moest drinken. En vervolgens deden wij hen door wolken overschaduwen, en manna en kwakkels op hen nedervallen, zeggende: Eet van de dingen die wij u tot voedsel hebben gegeven; maar zij beleedigden niet ons, doch hunne eigene zielen.
وَإِذْ قِيلَ لَهُمُ اسْكُنُوا هَٰذِهِ الْقَرْيَةَ وَكُلُوا مِنْهَا حَيْثُ شِئْتُمْ وَقُولُوا حِطَّةٌ وَادْخُلُوا الْبَابَ سُجَّدًا نَّغْفِرْ لَكُمْ خَطِيئَاتِكُمْ ۚ سَنَزِيدُ الْمُحْسِنِينَ ( 161 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 161
Herinner u, toen men tot u zeide: Woont in deze stad en eet van hare voortbrengselen zoo veel gij wilt; en smeekt vergiffenis, en treedt de poort biddende in; wij zullen u uwe zonden vergeven en de bezittingen vermeerderen van hen, die goed handelen.
فَبَدَّلَ الَّذِينَ ظَلَمُوا مِنْهُمْ قَوْلًا غَيْرَ الَّذِي قِيلَ لَهُمْ فَأَرْسَلْنَا عَلَيْهِمْ رِجْزًا مِّنَ السَّمَاءِ بِمَا كَانُوا يَظْلِمُونَ ( 162 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 162
Maar de goddeloozen onder hen veranderden de uitdrukking in eene andere, die niet tot hen was gebruikt. Daarom zonden wij onze kastijding uit den hemel op hen neder, omdat zij zondigden.
وَاسْأَلْهُمْ عَنِ الْقَرْيَةِ الَّتِي كَانَتْ حَاضِرَةَ الْبَحْرِ إِذْ يَعْدُونَ فِي السَّبْتِ إِذْ تَأْتِيهِمْ حِيتَانُهُمْ يَوْمَ سَبْتِهِمْ شُرَّعًا وَيَوْمَ لَا يَسْبِتُونَ ۙ لَا تَأْتِيهِمْ ۚ كَذَٰلِكَ نَبْلُوهُم بِمَا كَانُوا يَفْسُقُونَ ( 163 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 163
En vraag hun nopens de stad, die aan de zee was gelegen, toen zij op den Sabbathdag zondigden; toen hun visch op den Sabbathdag tot hen kwam, duidelijk op het water verschijnende, maar op den dag dat zij geen rustdag vierden, kwam hij niet tot hen. Zoo beproefden wij hun omdat zij boosdoeners waren.
وَإِذْ قَالَتْ أُمَّةٌ مِّنْهُمْ لِمَ تَعِظُونَ قَوْمًا ۙ اللَّهُ مُهْلِكُهُمْ أَوْ مُعَذِّبُهُمْ عَذَابًا شَدِيدًا ۖ قَالُوا مَعْذِرَةً إِلَىٰ رَبِّكُمْ وَلَعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ ( 164 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 164
En toen een deel hunner tot de anderen zeide: Waarom waarschuwt gij een volk, hetwelk God verdelgen of met eene gestrenge kastijding straffen wil? Antwoordden zij: Dit is eene verontschuldiging voor ons bij uwen Heer ten einde zij zich zullen behoeden.
فَلَمَّا نَسُوا مَا ذُكِّرُوا بِهِ أَنجَيْنَا الَّذِينَ يَنْهَوْنَ عَنِ السُّوءِ وَأَخَذْنَا الَّذِينَ ظَلَمُوا بِعَذَابٍ بَئِيسٍ بِمَا كَانُوا يَفْسُقُونَ ( 165 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 165
Maar toen zij de waarschuwingen hadden vergeten, redden wij de degenen, die hun verboden kwaad te bedrijven, en wij legden hun die gezondigd hadden, eene gestrenge straf op, daar zij slecht gehandeld hadden.
فَلَمَّا عَتَوْا عَن مَّا نُهُوا عَنْهُ قُلْنَا لَهُمْ كُونُوا قِرَدَةً خَاسِئِينَ ( 166 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 166
En toen zij trotsch weigerden, datgene te laten, wat hun was verboden, zeiden wij tot hen: verandert in apen, en wordt uit de maatschappij der menschen verdreven.
وَإِذْ تَأَذَّنَ رَبُّكَ لَيَبْعَثَنَّ عَلَيْهِمْ إِلَىٰ يَوْمِ الْقِيَامَةِ مَن يَسُومُهُمْ سُوءَ الْعَذَابِ ۗ إِنَّ رَبَّكَ لَسَرِيعُ الْعِقَابِ ۖ وَإِنَّهُ لَغَفُورٌ رَّحِيمٌ ( 167 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 167
En herdenk, hoe uw Heer verklaarde, dat hij den Joden zekerlijk tot den dag der opstanding een volk zou zenden, dat eene harde verdrukking op hen zou uitoefenen; want uw Heer is stipt in bestraffing, doch hij is ook gereed te vergeven en barmhartig.
وَقَطَّعْنَاهُمْ فِي الْأَرْضِ أُمَمًا ۖ مِّنْهُمُ الصَّالِحُونَ وَمِنْهُمْ دُونَ ذَٰلِكَ ۖ وَبَلَوْنَاهُم بِالْحَسَنَاتِ وَالسَّيِّئَاتِ لَعَلَّهُمْ يَرْجِعُونَ ( 168 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 168
En wij verstrooiden hen onder de volkeren der aarde. Sommigen van hen zijn deugdzame personen, en sommigen van hen zijn anders. En wij beproefden hen door voor- en tegenspoed, opdat zij van hunne ongehoorzaamheid mochten terugkeeren.
فَخَلَفَ مِن بَعْدِهِمْ خَلْفٌ وَرِثُوا الْكِتَابَ يَأْخُذُونَ عَرَضَ هَٰذَا الْأَدْنَىٰ وَيَقُولُونَ سَيُغْفَرُ لَنَا وَإِن يَأْتِهِمْ عَرَضٌ مِّثْلُهُ يَأْخُذُوهُ ۚ أَلَمْ يُؤْخَذْ عَلَيْهِم مِّيثَاقُ الْكِتَابِ أَن لَّا يَقُولُوا عَلَى اللَّهِ إِلَّا الْحَقَّ وَدَرَسُوا مَا فِيهِ ۗ وَالدَّارُ الْآخِرَةُ خَيْرٌ لِّلَّذِينَ يَتَّقُونَ ۗ أَفَلَا تَعْقِلُونَ ( 169 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 169
En eene nakomelingschap volgde hen op, die het boek der wet erfde en de tijdelijke goederen dezer wereld ontving, en zeide: Het zal ons zekerlijk worden vergeven; en indien hun een tijdelijk voordeel gelijk het vorige wordt aangeboden, nemen zij het mede aan. Is niet het verbond van het boek der wet met hen aangegaan, dat zij niets dan waarheid van God zouden spreken? Zij lezen echter thans ijverig wat daarin staat. Doch de genieting van het volgende leven zal beter voor degenen zijn, die God vreezen. Begrijpt gij dat niet?
وَالَّذِينَ يُمَسِّكُونَ بِالْكِتَابِ وَأَقَامُوا الصَّلَاةَ إِنَّا لَا نُضِيعُ أَجْرَ الْمُصْلِحِينَ ( 170 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 170
En ook voor hen, die het boek der wet vasthouden en standvastig in het gebed zijn; want wij zullen nimmer dulden, dat het loon der rechtvaardigen verloren ga.
وَإِذْ نَتَقْنَا الْجَبَلَ فَوْقَهُمْ كَأَنَّهُ ظُلَّةٌ وَظَنُّوا أَنَّهُ وَاقِعٌ بِهِمْ خُذُوا مَا آتَيْنَاكُم بِقُوَّةٍ وَاذْكُرُوا مَا فِيهِ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ ( 171 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 171
En toen wij den berg Sinaï over hen oprichtten, als ware het een deksel, en zij zich verbeeldden, dat die op hen viel, zeiden wij: ontvang de wet die wij u hebben gebracht met eerbied; en gedenk wat daarin is bevat, opdat gij u in acht moogt nemen.
وَإِذْ أَخَذَ رَبُّكَ مِن بَنِي آدَمَ مِن ظُهُورِهِمْ ذُرِّيَّتَهُمْ وَأَشْهَدَهُمْ عَلَىٰ أَنفُسِهِمْ أَلَسْتُ بِرَبِّكُمْ ۖ قَالُوا بَلَىٰ ۛ شَهِدْنَا ۛ أَن تَقُولُوا يَوْمَ الْقِيَامَةِ إِنَّا كُنَّا عَنْ هَٰذَا غَافِلِينَ ( 172 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 172
En toen de Heer uit de lendenen der zonen van Adam hunne nakomelingschap voortbracht, en hen koos om tegen hen zelven te getuigen, zeggende: Ben ik uw Heer niet? antwoordden zij: Ja, wij leggen getuigenis af. Dit is geschied, opdat gij op den dag der opstanding niet zoudt zeggen: waarlijk wij wisten het niet.
أَوْ تَقُولُوا إِنَّمَا أَشْرَكَ آبَاؤُنَا مِن قَبْلُ وَكُنَّا ذُرِّيَّةً مِّن بَعْدِهِمْ ۖ أَفَتُهْلِكُنَا بِمَا فَعَلَ الْمُبْطِلُونَ ( 173 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 173
Opdat gij niet zoudt zeggen: waarlijk onze vaderen waren vroeger schuldig aan afgodendienarij; en wij zijn hunne nakomelingschap, die hen opvolgde; zoudt gij ons dus verdelgen, om hetgeen leugenaars hebben bedreven?
وَكَذَٰلِكَ نُفَصِّلُ الْآيَاتِ وَلَعَلَّهُمْ يَرْجِعُونَ ( 174 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 174
Zoo verklaren wij onze teekens, opdat zij van hunne dwalingen mogen terugkeeren.
وَاتْلُ عَلَيْهِمْ نَبَأَ الَّذِي آتَيْنَاهُ آيَاتِنَا فَانسَلَخَ مِنْهَا فَأَتْبَعَهُ الشَّيْطَانُ فَكَانَ مِنَ الْغَاوِينَ ( 175 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 175
En verhaal den Joden de geschiedenis van hem, dien wij onze teekens brachten, en die zich daarvan afwendde; daarom volgde satan hem, en hij werd een van hen, die verleid werden.
وَلَوْ شِئْنَا لَرَفَعْنَاهُ بِهَا وَلَٰكِنَّهُ أَخْلَدَ إِلَى الْأَرْضِ وَاتَّبَعَ هَوَاهُ ۚ فَمَثَلُهُ كَمَثَلِ الْكَلْبِ إِن تَحْمِلْ عَلَيْهِ يَلْهَثْ أَوْ تَتْرُكْهُ يَلْهَث ۚ ذَّٰلِكَ مَثَلُ الْقَوْمِ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا ۚ فَاقْصُصِ الْقَصَصَ لَعَلَّهُمْ يَتَفَكَّرُونَ ( 176 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 176
En indien het ons had behaagd, zouden wij hem zekerlijk daardoor tot wijsheid hebben verheven, maar hij bleef aan de aarde gehecht en volgde zijne eigen begeerten. Hij gelijkt op een hond, die, wanneer gij hem wegjaagt, de tong uitsteekt, of indien gij u van hem verwijdert, mede de tong uitsteekt. Dit is de gelijkenis van hen, die onze teekens van valschheid beschuldigen. Herhaal hun dus deze geschiedenis, opdat zij die in overweging zouden mogen nemen.
سَاءَ مَثَلًا الْقَوْمُ الَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا وَأَنفُسَهُمْ كَانُوا يَظْلِمُونَ ( 177 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 177
De overeenkomst is slecht van hen, die onze teekens van valschheid beschuldigen en hunne eigene zielen beleedigen.
مَن يَهْدِ اللَّهُ فَهُوَ الْمُهْتَدِي ۖ وَمَن يُضْلِلْ فَأُولَٰئِكَ هُمُ الْخَاسِرُونَ ( 178 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 178
Maar die door God geleid mocht worden, zal goed geleid zijn, en wien hij mocht afwenden zal verloren zijn.
وَلَقَدْ ذَرَأْنَا لِجَهَنَّمَ كَثِيرًا مِّنَ الْجِنِّ وَالْإِنسِ ۖ لَهُمْ قُلُوبٌ لَّا يَفْقَهُونَ بِهَا وَلَهُمْ أَعْيُنٌ لَّا يُبْصِرُونَ بِهَا وَلَهُمْ آذَانٌ لَّا يَسْمَعُونَ بِهَا ۚ أُولَٰئِكَ كَالْأَنْعَامِ بَلْ هُمْ أَضَلُّ ۚ أُولَٰئِكَ هُمُ الْغَافِلُونَ ( 179 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 179
Wij hebben voor de hel een groot aantal geniussen en menschen geschapen die harten hebben, waarmede zij niets verstaan; die oogen hebben, waarmede zij niets zien; die ooren hebben waarmede zij niets hooren. Deze zijn gelijk de redelooze dieren; zij dwalen zelfs meer dan de redelooze dieren. Dit zijn de achteloozen.
وَلِلَّهِ الْأَسْمَاءُ الْحُسْنَىٰ فَادْعُوهُ بِهَا ۖ وَذَرُوا الَّذِينَ يُلْحِدُونَ فِي أَسْمَائِهِ ۚ سَيُجْزَوْنَ مَا كَانُوا يَعْمَلُونَ ( 180 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 180
De schoonste namen komen God toe; noem hem dus daarbij en verwijder u van hen, die deze zondig mochten gebruiken. Zij zullen het loon ontvangen voor hetgeen zij hebben bedreven.
وَمِمَّنْ خَلَقْنَا أُمَّةٌ يَهْدُونَ بِالْحَقِّ وَبِهِ يَعْدِلُونَ ( 181 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 181
En onder hen die wij hebben geschapen, is een volk, dat anderen met waarheid leidt en rechtvaardig is.
وَالَّذِينَ كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا سَنَسْتَدْرِجُهُم مِّنْ حَيْثُ لَا يَعْلَمُونَ ( 182 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 182
Maar hen, die onze teekens van leugens beschuldigen, zullen wij trapsgewijze verdelgen, op eene wijze die zij niet kennen.
وَأُمْلِي لَهُمْ ۚ إِنَّ كَيْدِي مَتِينٌ ( 183 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 183
En ik zal hun toestaan een lang en voorspoedig leven te genieten; want mijne list is onfeilbaar.
أَوَلَمْ يَتَفَكَّرُوا ۗ مَا بِصَاحِبِهِم مِّن جِنَّةٍ ۚ إِنْ هُوَ إِلَّا نَذِيرٌ مُّبِينٌ ( 184 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 184
Begrijpen zij niet, dat er geen duivel in hun metgezel (Mahomet) is. Hij is niets dan een openbaar prediker.
أَوَلَمْ يَنظُرُوا فِي مَلَكُوتِ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَمَا خَلَقَ اللَّهُ مِن شَيْءٍ وَأَنْ عَسَىٰ أَن يَكُونَ قَدِ اقْتَرَبَ أَجَلُهُمْ ۖ فَبِأَيِّ حَدِيثٍ بَعْدَهُ يُؤْمِنُونَ ( 185 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 185
Of beschouwen zij het koninkrijk des hemels en der aarde niet, en de dingen die God heeft geschapen; en denken zij er niet aan, dat hun einde misschien nabij is? En in welke nieuwe verklaring zullen zij na deze gelooven?
مَن يُضْلِلِ اللَّهُ فَلَا هَادِيَ لَهُ ۚ وَيَذَرُهُمْ فِي طُغْيَانِهِمْ يَعْمَهُونَ ( 186 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 186
Hij wien God zal doen dwalen, zal geen gids hebben, en hij zal hen in hunne goddeloosheid verlaten, zonder kennis dwalende.
يَسْأَلُونَكَ عَنِ السَّاعَةِ أَيَّانَ مُرْسَاهَا ۖ قُلْ إِنَّمَا عِلْمُهَا عِندَ رَبِّي ۖ لَا يُجَلِّيهَا لِوَقْتِهَا إِلَّا هُوَ ۚ ثَقُلَتْ فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۚ لَا تَأْتِيكُمْ إِلَّا بَغْتَةً ۗ يَسْأَلُونَكَ كَأَنَّكَ حَفِيٌّ عَنْهَا ۖ قُلْ إِنَّمَا عِلْمُهَا عِندَ اللَّهِ وَلَٰكِنَّ أَكْثَرَ النَّاسِ لَا يَعْلَمُونَ ( 187 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 187
Zij zullen u ondervragen nopens het laatste uur; op welk tijdstip de komst daarvan is bepaald? Antwoord: Waarlijk, de wetenschap daarvan behoort mijn Heer; niemand zal den bepaalden tijd daarvan verklaren, behalve hij. De verwachting daarvan is smartelijk in den hemel en op aarde; hij zal niet dan onverwachts tot u komen. Zij zullen u ondervragen, als waart gij daarmede goed bekend. Antwoord: Waarlijk, de kennis daarvan, behoort alleen aan God, maar het grootste deel der menschen weet het niet.
قُل لَّا أَمْلِكُ لِنَفْسِي نَفْعًا وَلَا ضَرًّا إِلَّا مَا شَاءَ اللَّهُ ۚ وَلَوْ كُنتُ أَعْلَمُ الْغَيْبَ لَاسْتَكْثَرْتُ مِنَ الْخَيْرِ وَمَا مَسَّنِيَ السُّوءُ ۚ إِنْ أَنَا إِلَّا نَذِيرٌ وَبَشِيرٌ لِّقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ ( 188 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 188
Zeg: Ik heb geen macht om mij te verschaffen wat mij nuttig is, noch om te vermijden wat mij nadeelig is, tenzij God het wil. Indien ik Gods geheimen kende, zou ik zekerlijk overvloed van goederen bezitten; nimmer zou mij kwaad treffen. Waarlijk, ik ben slechts een aankondiger van beloften en een boodschapper van goede tijdingen voor hen die gelooven.
هُوَ الَّذِي خَلَقَكُم مِّن نَّفْسٍ وَاحِدَةٍ وَجَعَلَ مِنْهَا زَوْجَهَا لِيَسْكُنَ إِلَيْهَا ۖ فَلَمَّا تَغَشَّاهَا حَمَلَتْ حَمْلًا خَفِيفًا فَمَرَّتْ بِهِ ۖ فَلَمَّا أَثْقَلَت دَّعَوَا اللَّهَ رَبَّهُمَا لَئِنْ آتَيْتَنَا صَالِحًا لَّنَكُونَنَّ مِنَ الشَّاكِرِينَ ( 189 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 189
Hij is het, die u uit één man geschapen en zijne vrouw uit hem voortgebracht heeft, opdat hij met haar mocht wonen; en nadat hij met haar geleefd had, droeg zij een lichten last, waarmede zij gemakkelijk wandelde. Maar toen het zwaarder werd, riep zij God haren Heer aan, zeggende: Indien gij ons een welgemaakt kind schenkt, zullen wij dankbaar zijn.
فَلَمَّا آتَاهُمَا صَالِحًا جَعَلَا لَهُ شُرَكَاءَ فِيمَا آتَاهُمَا ۚ فَتَعَالَى اللَّهُ عَمَّا يُشْرِكُونَ ( 190 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 190
Maar toen hij hun een welgeschapen kind had gegeven, plaatsten zij makkers naast hem, voor hetgeen hij hun had geschonken. Maar God is te verheven om anderen met hem te vereenigen.
أَيُشْرِكُونَ مَا لَا يَخْلُقُ شَيْئًا وَهُمْ يُخْلَقُونَ ( 191 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 191
Willen zij valsche goden met hem vereenigen, die niets scheppen, maar die zelf geschapen zijn,
وَلَا يَسْتَطِيعُونَ لَهُمْ نَصْرًا وَلَا أَنفُسَهُمْ يَنصُرُونَ ( 192 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 192
En hen nimmer ondersteunen noch zich zelven helpen kunnen?
وَإِن تَدْعُوهُمْ إِلَى الْهُدَىٰ لَا يَتَّبِعُوكُمْ ۚ سَوَاءٌ عَلَيْكُمْ أَدَعَوْتُمُوهُمْ أَمْ أَنتُمْ صَامِتُونَ ( 193 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 193
En indien gij hen tot de ware richting uitnoodigt, zullen zij u niet volgen: het zal u gelijk zijn, of gij hen uitnoodigt, of dat gij rustig blijft.
إِنَّ الَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِ اللَّهِ عِبَادٌ أَمْثَالُكُمْ ۖ فَادْعُوهُمْ فَلْيَسْتَجِيبُوا لَكُمْ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ ( 194 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 194
Waarlijk, de valsche goden welke gij naast God aanroept, zijn dienaren, evenals gij. Roep hen dus aan, en laten zij u antwoord geven, indien gij waarheid spreekt.
أَلَهُمْ أَرْجُلٌ يَمْشُونَ بِهَا ۖ أَمْ لَهُمْ أَيْدٍ يَبْطِشُونَ بِهَا ۖ أَمْ لَهُمْ أَعْيُنٌ يُبْصِرُونَ بِهَا ۖ أَمْ لَهُمْ آذَانٌ يَسْمَعُونَ بِهَا ۗ قُلِ ادْعُوا شُرَكَاءَكُمْ ثُمَّ كِيدُونِ فَلَا تُنظِرُونِ ( 195 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 195
Hebben zij voeten, om er mede te loopen? Of hebben zij handen, om iets aan te vatten? Of hebben zij oogen, om er mede te zien? Of hebben zij ooren, om er mede te hooren? Zeg: Roept uwe makkers; denkt eene list tegen mij uit en geeft mij geen uitstel. Ik vrees niets.
إِنَّ وَلِيِّيَ اللَّهُ الَّذِي نَزَّلَ الْكِتَابَ ۖ وَهُوَ يَتَوَلَّى الصَّالِحِينَ ( 196 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 196
Want mijn schuts is God, die het boek van den Koran nederzond, en hij ondersteunt den rechtvaardige.
وَالَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِهِ لَا يَسْتَطِيعُونَ نَصْرَكُمْ وَلَا أَنفُسَهُمْ يَنصُرُونَ ( 197 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 197
Maar zij die gij naast God aanroept, kunnen noch u bijstaan, noch zich zelven helpen.
وَإِن تَدْعُوهُمْ إِلَى الْهُدَىٰ لَا يَسْمَعُوا ۖ وَتَرَاهُمْ يَنظُرُونَ إِلَيْكَ وَهُمْ لَا يُبْصِرُونَ ( 198 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 198
En indien gij hen aanroept om u te leiden, zullen zij u niet hooren. Gij ziet hen naar u blikken, maar zij zien niet.
خُذِ الْعَفْوَ وَأْمُرْ بِالْعُرْفِ وَأَعْرِضْ عَنِ الْجَاهِلِينَ ( 199 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 199
Gebruik toegevendheid, beveel het goede en blijf ver van den onwetende.
وَإِمَّا يَنزَغَنَّكَ مِنَ الشَّيْطَانِ نَزْغٌ فَاسْتَعِذْ بِاللَّهِ ۚ إِنَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ ( 200 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 200
En indien satan u iets slechts ingeeft, zoek dan eene toevlucht bij God; want hij hoort en ziet.
إِنَّ الَّذِينَ اتَّقَوْا إِذَا مَسَّهُمْ طَائِفٌ مِّنَ الشَّيْطَانِ تَذَكَّرُوا فَإِذَا هُم مُّبْصِرُونَ ( 201 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 201
Waarlijk, zij die God vragen, indien eene verzoeking van satan tot hen komt, gedenken de goddelijke bevelen en, onthoud het, zij zien duidelijk het gevaar der zonde.
وَإِخْوَانُهُمْ يَمُدُّونَهُمْ فِي الْغَيِّ ثُمَّ لَا يُقْصِرُونَ ( 202 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 202
De broederen der duivels zullen hen slechts verder in dwaling brengen, en later zullen zij zich daarvoor niet behoeden.
وَإِذَا لَمْ تَأْتِهِم بِآيَةٍ قَالُوا لَوْلَا اجْتَبَيْتَهَا ۚ قُلْ إِنَّمَا أَتَّبِعُ مَا يُوحَىٰ إِلَيَّ مِن رَّبِّي ۚ هَٰذَا بَصَائِرُ مِن رَّبِّكُمْ وَهُدًى وَرَحْمَةٌ لِّقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ ( 203 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 203
En indien gij hun geen vers van den Koran brengt, zeggen zij: Hebt gij het nog niet samengesteld? Antwoord: Ik volg alleen datgene wat mij van mijnen Heer werd geopenbaard. Dit boek bevat duidelijke bewijzen van uwen Heer, en is eene leiding van barmhartigheid voor hen die gelooven.
وَإِذَا قُرِئَ الْقُرْآنُ فَاسْتَمِعُوا لَهُ وَأَنصِتُوا لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ ( 204 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 204
En als de Koran wordt voorgelezen, luistert dan, en bewaart het stilzwijgen, opdat gij genade moogt verwerven.
وَاذْكُر رَّبَّكَ فِي نَفْسِكَ تَضَرُّعًا وَخِيفَةً وَدُونَ الْجَهْرِ مِنَ الْقَوْلِ بِالْغُدُوِّ وَالْآصَالِ وَلَا تَكُن مِّنَ الْغَافِلِينَ ( 205 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 205
En peinst nopens uwen Heer in uw eigen hart, met nederigheid en vrees, en zonder luid te spreken, zoowel des avonds als des ochtends, en weest niet onachtzaam.
إِنَّ الَّذِينَ عِندَ رَبِّكَ لَا يَسْتَكْبِرُونَ عَنْ عِبَادَتِهِ وَيُسَبِّحُونَهُ وَلَهُ يَسْجُدُونَ ۩ ( 206 ) Al-A'raf (The Heights ) - Ayaa 206
De engelen, die met mijn Heer zijn, versmaden zijnen dienst niet trotsch, maar zij vieren zijn lof en bidden hem aan.

Choose language

Choose Sorah

Choose tafseer

Participate

Bookmark and Share