Nederlands - Sorah At-Taubah ( The Repentance )

Noble Quran » Nederlands » Sorah At-Taubah ( The Repentance )

Choose the reader

Nederlands

Sorah At-Taubah ( The Repentance ) - Verses Number 129
بَرَاءَةٌ مِّنَ اللَّهِ وَرَسُولِهِ إِلَى الَّذِينَ عَاهَدتُّم مِّنَ الْمُشْرِكِينَ ( 1 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 1
Eene verklaring van vrijstelling van God en zijn gezant, aan zoodanige afgodendienaars, met welke gij een verbond hebt aangegaan.
فَسِيحُوا فِي الْأَرْضِ أَرْبَعَةَ أَشْهُرٍ وَاعْلَمُوا أَنَّكُمْ غَيْرُ مُعْجِزِي اللَّهِ ۙ وَأَنَّ اللَّهَ مُخْزِي الْكَافِرِينَ ( 2 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 2
Ga en reis gedurende vier maanden met zekerheid op aarde, en weet dat gij God niet zult verzwakken, en dat God de ongeloovigen zal schandvlekken.
وَأَذَانٌ مِّنَ اللَّهِ وَرَسُولِهِ إِلَى النَّاسِ يَوْمَ الْحَجِّ الْأَكْبَرِ أَنَّ اللَّهَ بَرِيءٌ مِّنَ الْمُشْرِكِينَ ۙ وَرَسُولُهُ ۚ فَإِن تُبْتُمْ فَهُوَ خَيْرٌ لَّكُمْ ۖ وَإِن تَوَلَّيْتُمْ فَاعْلَمُوا أَنَّكُمْ غَيْرُ مُعْجِزِي اللَّهِ ۗ وَبَشِّرِ الَّذِينَ كَفَرُوا بِعَذَابٍ أَلِيمٍ ( 3 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 3
En eene verklaring van God en zijn gezant voor het volk, op den dag van den grooteren pelgrimstocht, dat God vrij is, en ook zijn gezant, omtrent de afgodendienaars. Daarom zal het beter voor u zijn, indien gij berouw betoont; maar indien gij u afwendt, weet dan, dat gij God niet zult verzwakken. Kondig den ongeloovigen eene pijnlijke straf aan.
إِلَّا الَّذِينَ عَاهَدتُّم مِّنَ الْمُشْرِكِينَ ثُمَّ لَمْ يَنقُصُوكُمْ شَيْئًا وَلَمْ يُظَاهِرُوا عَلَيْكُمْ أَحَدًا فَأَتِمُّوا إِلَيْهِمْ عَهْدَهُمْ إِلَىٰ مُدَّتِهِمْ ۚ إِنَّ اللَّهَ يُحِبُّ الْمُتَّقِينَ ( 4 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 4
Uitgenomen zulke afgodendienaars waarmede gij een verbond hebt aangegaan, en die dit later op geenerlei wijze schenden, noch een ander tegen u bijstaan. Handhaaf dus het verbond dat gij met hen hebt aangegaan, tot hun tijd zal zijn verloopen; want God bemint hen die hem vreezen.
فَإِذَا انسَلَخَ الْأَشْهُرُ الْحُرُمُ فَاقْتُلُوا الْمُشْرِكِينَ حَيْثُ وَجَدتُّمُوهُمْ وَخُذُوهُمْ وَاحْصُرُوهُمْ وَاقْعُدُوا لَهُمْ كُلَّ مَرْصَدٍ ۚ فَإِن تَابُوا وَأَقَامُوا الصَّلَاةَ وَآتَوُا الزَّكَاةَ فَخَلُّوا سَبِيلَهُمْ ۚ إِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ ( 5 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 5
En wanneer de maanden, waarin het u niet geoorloofd is hen aan te vallen, zullen zijn verloopen, dood dan de afgodendienaars waar gij hen moogt vinden; maak hen gevangen, beleger hen en wacht hen op iedere geschikte plaats op. Maar indien zij berouw mochten betoonen, en de bepaalde tijden voor het gebed in acht nemen en de voorgeschrevene aalmoezen geven, stel hen dan in vrijheid; uw God is genadig en barmhartig.
وَإِنْ أَحَدٌ مِّنَ الْمُشْرِكِينَ اسْتَجَارَكَ فَأَجِرْهُ حَتَّىٰ يَسْمَعَ كَلَامَ اللَّهِ ثُمَّ أَبْلِغْهُ مَأْمَنَهُ ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا يَعْلَمُونَ ( 6 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 6
En indien een der afgodendienaars u ondersteuning vraagt, verleen hen die, opdat hij Gods woord hoore, en voer hem daarna naar eene veilige plaats. Dit zult gij doen; want zij kennen de uitnemendheid van uwen godsdienst nog niet.
كَيْفَ يَكُونُ لِلْمُشْرِكِينَ عَهْدٌ عِندَ اللَّهِ وَعِندَ رَسُولِهِ إِلَّا الَّذِينَ عَاهَدتُّمْ عِندَ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِ ۖ فَمَا اسْتَقَامُوا لَكُمْ فَاسْتَقِيمُوا لَهُمْ ۚ إِنَّ اللَّهَ يُحِبُّ الْمُتَّقِينَ ( 7 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 7
Hoe zouden de afgodendienaars tot een verbond met God en zijn gezant worden toegelaten, uitgenomen zij met welke gij een verbond in den heiligen tempel sluit. Zoo lang zij getrouw omtrent u handelen, handel ook gij getrouw omtrent hen; want God bemint hen, die hem vreezen.
كَيْفَ وَإِن يَظْهَرُوا عَلَيْكُمْ لَا يَرْقُبُوا فِيكُمْ إِلًّا وَلَا ذِمَّةً ۚ يُرْضُونَكُم بِأَفْوَاهِهِمْ وَتَأْبَىٰ قُلُوبُهُمْ وَأَكْثَرُهُمْ فَاسِقُونَ ( 8 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 8
Hoe kunnen zij een verbond met u hebben? Indien zij de overhand boven u hebben, zullen zij noch ontzag voor uwe bloedverwantschap, noch voor uw geloof hebben. Zij zullen u met hunne monden toestemmen, doch hunne harten zullen afkeerig van u wezen; want het grootste gedeelte hunner zijn snoodaards.
اشْتَرَوْا بِآيَاتِ اللَّهِ ثَمَنًا قَلِيلًا فَصَدُّوا عَن سَبِيلِهِ ۚ إِنَّهُمْ سَاءَ مَا كَانُوا يَعْمَلُونَ ( 9 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 9
Zij verkoopen Gods teekenen voor een nietigen prijs en versperren zijn weg; voorzeker het is boos wat zij verrichten.
لَا يَرْقُبُونَ فِي مُؤْمِنٍ إِلًّا وَلَا ذِمَّةً ۚ وَأُولَٰئِكَ هُمُ الْمُعْتَدُونَ ( 10 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 10
Zij eerbiedigen bij de geloovigen noch bloedverwantschap noch geloof; en dat zijn de zondaren.
فَإِن تَابُوا وَأَقَامُوا الصَّلَاةَ وَآتَوُا الزَّكَاةَ فَإِخْوَانُكُمْ فِي الدِّينِ ۗ وَنُفَصِّلُ الْآيَاتِ لِقَوْمٍ يَعْلَمُونَ ( 11 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 11
Maar indien zij berouw betoonen, en de bepaalde tijden voor het gebed in acht nemen, en aalmoezen geven, zullen zij uwe broederen in den godsdienst zijn. Wij verklaren onze teekens duidelijk voor hen, die geneigd zijn te begrijpen.
وَإِن نَّكَثُوا أَيْمَانَهُم مِّن بَعْدِ عَهْدِهِمْ وَطَعَنُوا فِي دِينِكُمْ فَقَاتِلُوا أَئِمَّةَ الْكُفْرِ ۙ إِنَّهُمْ لَا أَيْمَانَ لَهُمْ لَعَلَّهُمْ يَنتَهُونَ ( 12 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 12
Maar indien zij hunne eeden na het aangaan van hun verbond schenden, en uwen godsdienst aantasten, tast dan de aanvoerders der ongeloovigen aan (want bij hen bestaat geene trouw), opdat zij hunne verraderijen staken.
أَلَا تُقَاتِلُونَ قَوْمًا نَّكَثُوا أَيْمَانَهُمْ وَهَمُّوا بِإِخْرَاجِ الرَّسُولِ وَهُم بَدَءُوكُمْ أَوَّلَ مَرَّةٍ ۚ أَتَخْشَوْنَهُمْ ۚ فَاللَّهُ أَحَقُّ أَن تَخْشَوْهُ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ ( 13 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 13
Wilt gij niet strijden tegen hen, die hunne eeden geschonden en samengezworen hebben, om Gods gezant te verjagen? Zij waren de zondaren. Zoudt gij hen vreezen? Het is rechtvaardiger, dat gij God vreest, indien gij ware geloovigen zijt.
قَاتِلُوهُمْ يُعَذِّبْهُمُ اللَّهُ بِأَيْدِيكُمْ وَيُخْزِهِمْ وَيَنصُرْكُمْ عَلَيْهِمْ وَيَشْفِ صُدُورَ قَوْمٍ مُّؤْمِنِينَ ( 14 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 14
Valt hen dus aan; God zal hen door uwe handen straffen; hij zal hen met schaamte bedekken, en zal u de overwinning op hen schenken; en hij zal de borst genezen van hen die gelooven.
وَيُذْهِبْ غَيْظَ قُلُوبِهِمْ ۗ وَيَتُوبُ اللَّهُ عَلَىٰ مَن يَشَاءُ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ ( 15 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 15
En hij zal de verontwaardiging uit hunne harten wegnemen; want hij zal zich wenden tot hen, die hem behagen. God is alwetend en wijs.
أَمْ حَسِبْتُمْ أَن تُتْرَكُوا وَلَمَّا يَعْلَمِ اللَّهُ الَّذِينَ جَاهَدُوا مِنكُمْ وَلَمْ يَتَّخِذُوا مِن دُونِ اللَّهِ وَلَا رَسُولِهِ وَلَا الْمُؤْمِنِينَ وَلِيجَةً ۚ وَاللَّهُ خَبِيرٌ بِمَا تَعْمَلُونَ ( 16 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 16
Verbeelddet gij u, dat gij verlaten zoudt worden, alsof God hen nog niet kende, die voor zijnen godsdienst streden, en naast God en zijn apostel niemand, maar de geloovigen tot hunne vrienden kozen? God is wel bekend met hetgeen gij doet.
مَا كَانَ لِلْمُشْرِكِينَ أَن يَعْمُرُوا مَسَاجِدَ اللَّهِ شَاهِدِينَ عَلَىٰ أَنفُسِهِم بِالْكُفْرِ ۚ أُولَٰئِكَ حَبِطَتْ أَعْمَالُهُمْ وَفِي النَّارِ هُمْ خَالِدُونَ ( 17 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 17
En waarom zouden de ongeloovigen Gods tempelen bezoeken? daar zij zelven getuigen van hun ongeloof tegen hunne eigene zielen zijn. De werken dier menschen zijn ijdel, en zij zullen eeuwig in de hel verblijven.
إِنَّمَا يَعْمُرُ مَسَاجِدَ اللَّهِ مَنْ آمَنَ بِاللَّهِ وَالْيَوْمِ الْآخِرِ وَأَقَامَ الصَّلَاةَ وَآتَى الزَّكَاةَ وَلَمْ يَخْشَ إِلَّا اللَّهَ ۖ فَعَسَىٰ أُولَٰئِكَ أَن يَكُونُوا مِنَ الْمُهْتَدِينَ ( 18 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 18
Maar hij alleen zal Gods tempelen bezoeken, die in God en den laatsten dag gelooft en volhardend in het bidden is: die de voorgeschreven aalmoezen geeft en God vreest. Deze zal misschien tot hen behooren, die op den rechten weg worden geleid.
أَجَعَلْتُمْ سِقَايَةَ الْحَاجِّ وَعِمَارَةَ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِ كَمَنْ آمَنَ بِاللَّهِ وَالْيَوْمِ الْآخِرِ وَجَاهَدَ فِي سَبِيلِ اللَّهِ ۚ لَا يَسْتَوُونَ عِندَ اللَّهِ ۗ وَاللَّهُ لَا يَهْدِي الْقَوْمَ الظَّالِمِينَ ( 19 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 19
Rekent gij het reiken van drank aan de bedevaartgangers en het bezoeken van den heiligen tempel, als daden van dezelfde verdienste als diegene, welke door hem worden verricht, die in God en den laatsten dag gelooft en voor Gods eeredienst strijdt? Zij zullen voor God niet gelijk zijn; want God leidt de onrechtvaardigen niet.
الَّذِينَ آمَنُوا وَهَاجَرُوا وَجَاهَدُوا فِي سَبِيلِ اللَّهِ بِأَمْوَالِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ أَعْظَمُ دَرَجَةً عِندَ اللَّهِ ۚ وَأُولَٰئِكَ هُمُ الْفَائِزُونَ ( 20 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 20
Zij die geloofd hebben en hun land verlieten, en hunne bezittingen en hun persoon aan de verdediging van Gods waren eeredienst wijdden, zullen door God op de hoogste trap van eer worden gesteld, en deze zijn het, die gelukkig zullen wezen.
يُبَشِّرُهُمْ رَبُّهُم بِرَحْمَةٍ مِّنْهُ وَرِضْوَانٍ وَجَنَّاتٍ لَّهُمْ فِيهَا نَعِيمٌ مُّقِيمٌ ( 21 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 21
Hun Heer zendt hun goede tijdingen van genade, van welwillendheid en van tuinen, waar zij bestendige genoegens zullen smaken.
خَالِدِينَ فِيهَا أَبَدًا ۚ إِنَّ اللَّهَ عِندَهُ أَجْرٌ عَظِيمٌ ( 22 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 22
Zij zullen daarin eeuwig verblijven; want de belooning van God is groot.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا لَا تَتَّخِذُوا آبَاءَكُمْ وَإِخْوَانَكُمْ أَوْلِيَاءَ إِنِ اسْتَحَبُّوا الْكُفْرَ عَلَى الْإِيمَانِ ۚ وَمَن يَتَوَلَّهُم مِّنكُمْ فَأُولَٰئِكَ هُمُ الظَّالِمُونَ ( 23 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 23
O ware geloovigen! kiest uwe vaderen of uwe broeders niet tot uwe vrienden, indien zij ongeloof boven geloof beminnen; en wie uwer hen tot zijne vrienden mocht kiezen, zal onder de goddeloozen worden geteld.
قُلْ إِن كَانَ آبَاؤُكُمْ وَأَبْنَاؤُكُمْ وَإِخْوَانُكُمْ وَأَزْوَاجُكُمْ وَعَشِيرَتُكُمْ وَأَمْوَالٌ اقْتَرَفْتُمُوهَا وَتِجَارَةٌ تَخْشَوْنَ كَسَادَهَا وَمَسَاكِنُ تَرْضَوْنَهَا أَحَبَّ إِلَيْكُم مِّنَ اللَّهِ وَرَسُولِهِ وَجِهَادٍ فِي سَبِيلِهِ فَتَرَبَّصُوا حَتَّىٰ يَأْتِيَ اللَّهُ بِأَمْرِهِ ۗ وَاللَّهُ لَا يَهْدِي الْقَوْمَ الْفَاسِقِينَ ( 24 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 24
Zeg: Indien uwe vaderen en uwe zonen, en uwe broeders en uwe vrouwen, en uwe bloedverwanten en het vermogen dat gij hebt verworven en uw handel, welks verval gij vreest, en de woningen waarin gij u beweegt, u dierbaarder zijn dan God en zijn apostel, en de vooruitgang van zijnen godsdienst, wacht dan tot God zijn bevel zendt; want God leidt de goddeloozen niet.
لَقَدْ نَصَرَكُمُ اللَّهُ فِي مَوَاطِنَ كَثِيرَةٍ ۙ وَيَوْمَ حُنَيْنٍ ۙ إِذْ أَعْجَبَتْكُمْ كَثْرَتُكُمْ فَلَمْ تُغْنِ عَنكُمْ شَيْئًا وَضَاقَتْ عَلَيْكُمُ الْأَرْضُ بِمَا رَحُبَتْ ثُمَّ وَلَّيْتُم مُّدْبِرِينَ ( 25 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 25
God heeft u in verschillende gevechten bijgestaan, en hoofdzakelijk in den slag van Honein, waar gij u in uw groot aantal hebt verheugd; maar het was u niet voordeelig, en de aarde was u te eng, niettegenstaande zij ruim was; daarop zijt gij heengetrokken en hebt u afgewend.
ثُمَّ أَنزَلَ اللَّهُ سَكِينَتَهُ عَلَىٰ رَسُولِهِ وَعَلَى الْمُؤْمِنِينَ وَأَنزَلَ جُنُودًا لَّمْ تَرَوْهَا وَعَذَّبَ الَّذِينَ كَفَرُوا ۚ وَذَٰلِكَ جَزَاءُ الْكَافِرِينَ ( 26 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 26
Later zond God zijn bescherming op zijn apostel en op de geloovigen neder, en hij zond engelenscharen neder, die gij niet zaagt, en strafte hen, die niet geloofden; en dit was de vergelding der ongeloovigen.
ثُمَّ يَتُوبُ اللَّهُ مِن بَعْدِ ذَٰلِكَ عَلَىٰ مَن يَشَاءُ ۗ وَاللَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ ( 27 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 27
Hierna zal God zich slechts wenden tot hen die hem behagen; want God is barmhartig en genadig.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا إِنَّمَا الْمُشْرِكُونَ نَجَسٌ فَلَا يَقْرَبُوا الْمَسْجِدَ الْحَرَامَ بَعْدَ عَامِهِمْ هَٰذَا ۚ وَإِنْ خِفْتُمْ عَيْلَةً فَسَوْفَ يُغْنِيكُمُ اللَّهُ مِن فَضْلِهِ إِن شَاءَ ۚ إِنَّ اللَّهَ عَلِيمٌ حَكِيمٌ ( 28 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 28
O ware geloovigen! waarlijk de afgodendienaars zijn onrein; laat hen dus na verloop van dit jaar den heiligen tempel niet naderen. Indien gij de armoede vreest door het afsnijden van handelsgemeenschap met hen, zal God u van zijn overvloed verrijken, indien het hem behaagt: want God is alwetend en wijs.
قَاتِلُوا الَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِاللَّهِ وَلَا بِالْيَوْمِ الْآخِرِ وَلَا يُحَرِّمُونَ مَا حَرَّمَ اللَّهُ وَرَسُولُهُ وَلَا يَدِينُونَ دِينَ الْحَقِّ مِنَ الَّذِينَ أُوتُوا الْكِتَابَ حَتَّىٰ يُعْطُوا الْجِزْيَةَ عَن يَدٍ وَهُمْ صَاغِرُونَ ( 29 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 29
Strijdt tegen degenen, die noch aan God: noch aan den jongsten dag gelooven, en niet verbieden wat God in zijn apostel hebben verboden, en den waren godsdienst niet belijden van hen, aan wie de schriften werden geopenbaard, tot zij door het recht van onderwerping schatting hebben betaald, en zij vernederd zijn.
وَقَالَتِ الْيَهُودُ عُزَيْرٌ ابْنُ اللَّهِ وَقَالَتِ النَّصَارَى الْمَسِيحُ ابْنُ اللَّهِ ۖ ذَٰلِكَ قَوْلُهُم بِأَفْوَاهِهِمْ ۖ يُضَاهِئُونَ قَوْلَ الَّذِينَ كَفَرُوا مِن قَبْلُ ۚ قَاتَلَهُمُ اللَّهُ ۚ أَنَّىٰ يُؤْفَكُونَ ( 30 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 30
De Joden zeggen: Ozaïr is de zoon van God, en de Christenen zeggen Christus is de zoon van God. Dat is wat zij met hunne monden zeggen. Zij bootsen de taal na van hen, die in vroegere tijden ongeloovigen waren. Dat God hun den oorlog aandoe. Hoe dwaas zijn zij!
اتَّخَذُوا أَحْبَارَهُمْ وَرُهْبَانَهُمْ أَرْبَابًا مِّن دُونِ اللَّهِ وَالْمَسِيحَ ابْنَ مَرْيَمَ وَمَا أُمِرُوا إِلَّا لِيَعْبُدُوا إِلَٰهًا وَاحِدًا ۖ لَّا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ ۚ سُبْحَانَهُ عَمَّا يُشْرِكُونَ ( 31 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 31
Zij kiezen hunne priesters en hunne monniken tot hunne heeren naast God, benevens Christus, de zoon van Maria, hoewel het hun is geboden, slechts één God te aanbidden; en er is geen God buiten hem. Het zij verre van hem wat zij met hem vereenigen.
يُرِيدُونَ أَن يُطْفِئُوا نُورَ اللَّهِ بِأَفْوَاهِهِمْ وَيَأْبَى اللَّهُ إِلَّا أَن يُتِمَّ نُورَهُ وَلَوْ كَرِهَ الْكَافِرُونَ ( 32 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 32
Zij trachten het licht van God door hunne monden uit te blusschen; maar God wil slechts zijn licht volmaken, hoewel de ongeloovigen daarvan een afkeer hebben.
هُوَ الَّذِي أَرْسَلَ رَسُولَهُ بِالْهُدَىٰ وَدِينِ الْحَقِّ لِيُظْهِرَهُ عَلَى الدِّينِ كُلِّهِ وَلَوْ كَرِهَ الْمُشْرِكُونَ ( 33 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 33
Hij is het, die zijn apostel met de leiding en den waren godsdienst heeft gezonden, opdat hij zijnen voorrang boven iederen anderen godsdienst zou aantoonen, hoewel de afgodendienaars er afkeerig van mogen zijn.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا إِنَّ كَثِيرًا مِّنَ الْأَحْبَارِ وَالرُّهْبَانِ لَيَأْكُلُونَ أَمْوَالَ النَّاسِ بِالْبَاطِلِ وَيَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ اللَّهِ ۗ وَالَّذِينَ يَكْنِزُونَ الذَّهَبَ وَالْفِضَّةَ وَلَا يُنفِقُونَهَا فِي سَبِيلِ اللَّهِ فَبَشِّرْهُم بِعَذَابٍ أَلِيمٍ ( 34 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 34
O ware geloovigen! waarlijk, velen der priesters en monniken verteren het vermogen der menschen in ijdelheid en versperren den weg van God. Maar hun, die goud en zilver verzamelen en het niet voor den vooruitgang van Gods waren dienst gebruiken, verkondig eene gestrenge straf.
يَوْمَ يُحْمَىٰ عَلَيْهَا فِي نَارِ جَهَنَّمَ فَتُكْوَىٰ بِهَا جِبَاهُهُمْ وَجُنُوبُهُمْ وَظُهُورُهُمْ ۖ هَٰذَا مَا كَنَزْتُمْ لِأَنفُسِكُمْ فَذُوقُوا مَا كُنتُمْ تَكْنِزُونَ ( 35 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 35
Op den dag des oordeels zullen hunne schatten sterk verhit worden in het vuur der hel, en hunne voorhoofden en hunne zijden en hunne ruggen zullen daarmede gebrandmerkt worden, en hunne pijnigers zullen hun zeggen: Dit zijn de schatten, welke gij voor uwe ziel hebt vergaderd. Proef dus wat gij hebt verzameld.
إِنَّ عِدَّةَ الشُّهُورِ عِندَ اللَّهِ اثْنَا عَشَرَ شَهْرًا فِي كِتَابِ اللَّهِ يَوْمَ خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ مِنْهَا أَرْبَعَةٌ حُرُمٌ ۚ ذَٰلِكَ الدِّينُ الْقَيِّمُ ۚ فَلَا تَظْلِمُوا فِيهِنَّ أَنفُسَكُمْ ۚ وَقَاتِلُوا الْمُشْرِكِينَ كَافَّةً كَمَا يُقَاتِلُونَكُمْ كَافَّةً ۚ وَاعْلَمُوا أَنَّ اللَّهَ مَعَ الْمُتَّقِينَ ( 36 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 36
Het volkomen getal van Gods maanden is twaalf, die door Gods boek werden ingesteld, op den dag, dat hij de hemelen en de aarde schiep: vier daarvan zijn geheiligd. Dit is de ware godsdienst. Handel hierin dus niet onrechtvaardig met u zelven. Maar val de afgodendienaars in alle maanden aan, daar zij u evens in alle maanden aanvallen, en weet, dat God met degenen is die hem vreezen.
إِنَّمَا النَّسِيءُ زِيَادَةٌ فِي الْكُفْرِ ۖ يُضَلُّ بِهِ الَّذِينَ كَفَرُوا يُحِلُّونَهُ عَامًا وَيُحَرِّمُونَهُ عَامًا لِّيُوَاطِئُوا عِدَّةَ مَا حَرَّمَ اللَّهُ فَيُحِلُّوا مَا حَرَّمَ اللَّهُ ۚ زُيِّنَ لَهُمْ سُوءُ أَعْمَالِهِمْ ۗ وَاللَّهُ لَا يَهْدِي الْقَوْمَ الْكَافِرِينَ ( 37 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 37
Waarlijk, het overbrengen van een geheiligde maand op eene andere maand is eene overmaat van ongeloof. De ongeloovigen zijn daardoor in eene dwaling gebracht; zij staan toe, dat een maand in het ééne jaar worde geschonden, en verklaren die in een ander jaar voor heilig, opdat zij het getal maanden zouden volmaken, die volgens Gods bevel heilig moeten gehouden worden; en zij veroorloven, wat God verboden heeft. Het slechte hunner daden is hun door den Satan bereid; want God leidt de ongeloovigen niet.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا مَا لَكُمْ إِذَا قِيلَ لَكُمُ انفِرُوا فِي سَبِيلِ اللَّهِ اثَّاقَلْتُمْ إِلَى الْأَرْضِ ۚ أَرَضِيتُم بِالْحَيَاةِ الدُّنْيَا مِنَ الْآخِرَةِ ۚ فَمَا مَتَاعُ الْحَيَاةِ الدُّنْيَا فِي الْآخِرَةِ إِلَّا قَلِيلٌ ( 38 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 38
O ware geloovigen! wat scheelde u, dat, toen men u zeide: vertrekt, om voor Gods eeredienst te strijden, gij u als bewaard ter aarde hebt gebogen? Verkiest gij het tegenwoordige leven boven het volgende? Maar de genietingen van dit leven zijn slechts onbeduidend in vergelijking met die van het volgende.
إِلَّا تَنفِرُوا يُعَذِّبْكُمْ عَذَابًا أَلِيمًا وَيَسْتَبْدِلْ قَوْمًا غَيْرَكُمْ وَلَا تَضُرُّوهُ شَيْئًا ۗ وَاللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ ( 39 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 39
Indien gij niet vertrekt als gij ten oorlog wordt opgeroepen, zal God u met eene gestrenge straf tuchtigen, en hij zal een ander volk op uwe plaats stellen, hetgeen hem volstrekt niet zal deren; want God is almachtig.
إِلَّا تَنصُرُوهُ فَقَدْ نَصَرَهُ اللَّهُ إِذْ أَخْرَجَهُ الَّذِينَ كَفَرُوا ثَانِيَ اثْنَيْنِ إِذْ هُمَا فِي الْغَارِ إِذْ يَقُولُ لِصَاحِبِهِ لَا تَحْزَنْ إِنَّ اللَّهَ مَعَنَا ۖ فَأَنزَلَ اللَّهُ سَكِينَتَهُ عَلَيْهِ وَأَيَّدَهُ بِجُنُودٍ لَّمْ تَرَوْهَا وَجَعَلَ كَلِمَةَ الَّذِينَ كَفَرُوا السُّفْلَىٰ ۗ وَكَلِمَةُ اللَّهِ هِيَ الْعُلْيَا ۗ وَاللَّهُ عَزِيزٌ حَكِيمٌ ( 40 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 40
Indien gij den profeet niet bijstaat, waarlijk, dan zal God hem bijstaan, zoo als hij dat vroeger deed, toen de ongeloovigen hem uit Mekka verdreven, den tweede van de twee, toen zij beiden in het hol waren. Toen zeide hij tot zijne gezellen: Weest niet bedroefd; want God is met ons. En God zond zijne zekerheid op hem neder en versterkte hem met legers en engelen, die gij niet zaagt. En hij vernederde het woord van hen, die niet geloofden en Gods woord werd verheven; want God is machtig en wijs.
انفِرُوا خِفَافًا وَثِقَالًا وَجَاهِدُوا بِأَمْوَالِكُمْ وَأَنفُسِكُمْ فِي سَبِيلِ اللَّهِ ۚ ذَٰلِكُمْ خَيْرٌ لَّكُمْ إِن كُنتُمْ تَعْلَمُونَ ( 41 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 41
Trekt ten strijd, lichten en zwaren, en wijdt uwe bezittingen en uwe personen aan den vooruitgang van Gods geloof. Dit zal beter voor u zijn, dat gij het weet.
لَوْ كَانَ عَرَضًا قَرِيبًا وَسَفَرًا قَاصِدًا لَّاتَّبَعُوكَ وَلَٰكِن بَعُدَتْ عَلَيْهِمُ الشُّقَّةُ ۚ وَسَيَحْلِفُونَ بِاللَّهِ لَوِ اسْتَطَعْنَا لَخَرَجْنَا مَعَكُمْ يُهْلِكُونَ أَنفُسَهُمْ وَاللَّهُ يَعْلَمُ إِنَّهُمْ لَكَاذِبُونَ ( 42 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 42
Indien het een nabij gelegen voordeel of eene gemakkelijke reis ware geweest, zouden zij u zeker zijn gevolgd; maar de weg scheen hun lang, en thans zweren zij bij God, zeggende: Indien wij daartoe in staat waren geweest, zouden wij u zeker hebben gevolgd. Zij vernietigen hunne eigene zielen; want God weet dat zij leugenaars zijn.
عَفَا اللَّهُ عَنكَ لِمَ أَذِنتَ لَهُمْ حَتَّىٰ يَتَبَيَّنَ لَكَ الَّذِينَ صَدَقُوا وَتَعْلَمَ الْكَاذِبِينَ ( 43 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 43
God vergeve het u! waarom gaaft gij hun verlof te huis te blijven, voor dat het u was bewezen, dat zij waarheid spraken, en voor dat gij de leugenaars kendet?
لَا يَسْتَأْذِنُكَ الَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِاللَّهِ وَالْيَوْمِ الْآخِرِ أَن يُجَاهِدُوا بِأَمْوَالِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ بِالْمُتَّقِينَ ( 44 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 44
Zij, die in God en den jongsten dag gelooven, zullen u geen verlof vragen om er van ontslagen te worden, hun vermogen en hunne personen aan den vooruitgang van Gods waar geloof te wijden; en God kent hen, die hem vreezen.
إِنَّمَا يَسْتَأْذِنُكَ الَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِاللَّهِ وَالْيَوْمِ الْآخِرِ وَارْتَابَتْ قُلُوبُهُمْ فَهُمْ فِي رَيْبِهِمْ يَتَرَدَّدُونَ ( 45 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 45
Waarlijk, zij alleen zullen u verlof vragen, die niet in God en den jongsten dag gelooven en wier harten nopens het geloof twijfelen; terwijl zij in hunnen twijfel heen en weder worden geslingerd.
وَلَوْ أَرَادُوا الْخُرُوجَ لَأَعَدُّوا لَهُ عُدَّةً وَلَٰكِن كَرِهَ اللَّهُ انبِعَاثَهُمْ فَثَبَّطَهُمْ وَقِيلَ اقْعُدُوا مَعَ الْقَاعِدِينَ ( 46 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 46
Indien zij geneigd zouden zijn geweest, met u te vertrekken, zouden zij zekerlijk voor dat doel een voorraad van wapens en benoodigdheden hebben gereed gemaakt; maar God was er afkeerig van, hen te laten vertrekken; hij heeft hen traag gemaakt en hij zeide tot hen: zit stil met hen die stil zitten.
لَوْ خَرَجُوا فِيكُم مَّا زَادُوكُمْ إِلَّا خَبَالًا وَلَأَوْضَعُوا خِلَالَكُمْ يَبْغُونَكُمُ الْفِتْنَةَ وَفِيكُمْ سَمَّاعُونَ لَهُمْ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ بِالظَّالِمِينَ ( 47 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 47
Indien zij met u waren vertrokken, zouden zij slechts een last voor u geweest zijn, en heen en weder geloopen, en tot opstand aangezet hebben; en er zouden sommigen onder u zijn geweest, die hun gehoor zouden gegeven hebben; maar God kent de boozen.
لَقَدِ ابْتَغَوُا الْفِتْنَةَ مِن قَبْلُ وَقَلَّبُوا لَكَ الْأُمُورَ حَتَّىٰ جَاءَ الْحَقُّ وَظَهَرَ أَمْرُ اللَّهِ وَهُمْ كَارِهُونَ ( 48 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 48
Reeds vroeger trachtten zij opstand te veroorzaken, en zij verwarden uwe zaken, tot de waarheid verscheen en Gods bevel duidelijk werd gemaakt, hoewel zij er afkeerig van waren.
وَمِنْهُم مَّن يَقُولُ ائْذَن لِّي وَلَا تَفْتِنِّي ۚ أَلَا فِي الْفِتْنَةِ سَقَطُوا ۗ وَإِنَّ جَهَنَّمَ لَمُحِيطَةٌ بِالْكَافِرِينَ ( 49 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 49
Sommigen van hen zeggen tot u: Geef mij verlof achter te blijven, en stel mij aan geene verzoeking bloot. Zijn zij er niet reeds toe vervallen? Maar de hel zal de ongeloovigen verwoesten.
إِن تُصِبْكَ حَسَنَةٌ تَسُؤْهُمْ ۖ وَإِن تُصِبْكَ مُصِيبَةٌ يَقُولُوا قَدْ أَخَذْنَا أَمْرَنَا مِن قَبْلُ وَيَتَوَلَّوا وَّهُمْ فَرِحُونَ ( 50 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 50
Indien gij met geluk wordt bedeeld, bedroeft het hun, maar indien u een ongeluk overkomt, zeggen zij: Wij hebben onze maatregelen vooraf genomen, en zij wenden zich af, en verheugen zich, dat gij ongelukkig zijt.
قُل لَّن يُصِيبَنَا إِلَّا مَا كَتَبَ اللَّهُ لَنَا هُوَ مَوْلَانَا ۚ وَعَلَى اللَّهِ فَلْيَتَوَكَّلِ الْمُؤْمِنُونَ ( 51 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 51
Zeg: Niets zal ons overkomen, dan wat God over ons heeft besloten; hij is onze schuts, en in God stelt de geloovige zijn vertrouwen.
قُلْ هَلْ تَرَبَّصُونَ بِنَا إِلَّا إِحْدَى الْحُسْنَيَيْنِ ۖ وَنَحْنُ نَتَرَبَّصُ بِكُمْ أَن يُصِيبَكُمُ اللَّهُ بِعَذَابٍ مِّنْ عِندِهِ أَوْ بِأَيْدِينَا ۖ فَتَرَبَّصُوا إِنَّا مَعَكُم مُّتَرَبِّصُونَ ( 52 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 52
Zeg: Verwacht gij dat ons iets anders zal overkomen, dan een der twee uitmuntendste dingen, overwinning of martelaarschap? Maar wij verwachten omtrent u, dat God u eene straf oplegt, hetzij van hem zelven of door onze handen. Wacht dus, om te zien wat het einde zal zijn; want wij zullen op u wachten.
قُلْ أَنفِقُوا طَوْعًا أَوْ كَرْهًا لَّن يُتَقَبَّلَ مِنكُمْ ۖ إِنَّكُمْ كُنتُمْ قَوْمًا فَاسِقِينَ ( 53 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 53
Zeg: Besteedt uw geld, zoowel vrijwillig als gedwongen, voor vrome doeleinden; het zal niet van u worden aangenomen daar gij goddeloozen zijt.
وَمَا مَنَعَهُمْ أَن تُقْبَلَ مِنْهُمْ نَفَقَاتُهُمْ إِلَّا أَنَّهُمْ كَفَرُوا بِاللَّهِ وَبِرَسُولِهِ وَلَا يَأْتُونَ الصَّلَاةَ إِلَّا وَهُمْ كُسَالَىٰ وَلَا يُنفِقُونَ إِلَّا وَهُمْ كَارِهُونَ ( 54 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 54
En niets verhindert hunne gaven aan te nemen, dan dat zij niet in God en zijn apostel gelooven, en dat zij het gebed niet anders dan onachtzaam verrichten, en hun geld voor Gods geloof slechts onwillig besteden.
فَلَا تُعْجِبْكَ أَمْوَالُهُمْ وَلَا أَوْلَادُهُمْ ۚ إِنَّمَا يُرِيدُ اللَّهُ لِيُعَذِّبَهُم بِهَا فِي الْحَيَاةِ الدُّنْيَا وَتَزْهَقَ أَنفُسُهُمْ وَهُمْ كَافِرُونَ ( 55 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 55
Laten hunne rijkdommen of hunne kinderen u dus niet verwonderen. Waarlijk, God wil hen slechts door die zaken op deze wereld straffen, en dat hunne zielen hen verlaten, tijdens zij ongeloovigen zijn.
وَيَحْلِفُونَ بِاللَّهِ إِنَّهُمْ لَمِنكُمْ وَمَا هُم مِّنكُمْ وَلَٰكِنَّهُمْ قَوْمٌ يَفْرَقُونَ ( 56 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 56
Zij zweren bij God, dat zij tot de uwen behooren, maar zij behooren niet tot u; doch zij vreezen.
لَوْ يَجِدُونَ مَلْجَأً أَوْ مَغَارَاتٍ أَوْ مُدَّخَلًا لَّوَلَّوْا إِلَيْهِ وَهُمْ يَجْمَحُونَ ( 57 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 57
Indien zij een toevluchtsoord, of holen, of een onderaardsch gewelf vinden, wenden zij zich af en begeven zich zoo spoedig mogelijk daarheen.
وَمِنْهُم مَّن يَلْمِزُكَ فِي الصَّدَقَاتِ فَإِنْ أُعْطُوا مِنْهَا رَضُوا وَإِن لَّمْ يُعْطَوْا مِنْهَا إِذَا هُمْ يَسْخَطُونَ ( 58 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 58
Er zijn ook onder hen, die slechte berichten omtrent u verspreiden, nopens uwe uitdeeling van aalmoezen; maar indien zij een deel daarvan ontvangen, zijn zij wel tevreden, doch indien zij geen deel daarvan ontvangen, onthoudt het, zijn zij toornig.
وَلَوْ أَنَّهُمْ رَضُوا مَا آتَاهُمُ اللَّهُ وَرَسُولُهُ وَقَالُوا حَسْبُنَا اللَّهُ سَيُؤْتِينَا اللَّهُ مِن فَضْلِهِ وَرَسُولُهُ إِنَّا إِلَى اللَّهِ رَاغِبُونَ ( 59 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 59
Maar indien zij tevreden waren geweest met datgene, wat God en zijn apostel hun hebben gegeven, en zoo zij gezegd hadden: God is onze steun; God zal ons van zijn overvloed geven, evenals zijn Profeet, en wij begeeren slechts God: waarlijk het zou beter voor hen geweest zijn.
إِنَّمَا الصَّدَقَاتُ لِلْفُقَرَاءِ وَالْمَسَاكِينِ وَالْعَامِلِينَ عَلَيْهَا وَالْمُؤَلَّفَةِ قُلُوبُهُمْ وَفِي الرِّقَابِ وَالْغَارِمِينَ وَفِي سَبِيلِ اللَّهِ وَابْنِ السَّبِيلِ ۖ فَرِيضَةً مِّنَ اللَّهِ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ ( 60 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 60
Aalmoezen moeten alleen uitgereikt worden aan de armen, de hulpbehoevenden en aan hen, welke gebruikt worden om die te verzamelen en te verdeelen, en aan hen wier harten voor den Islam gewonnen zijn; voor het vrijkoopen van slaven, en aan hen die schuld hebben en niet betalen kunnen; voor de bevordering van Gods geloof en aan den reiziger. Dit is een bevel van God, en God is alwetend en wijs.
وَمِنْهُمُ الَّذِينَ يُؤْذُونَ النَّبِيَّ وَيَقُولُونَ هُوَ أُذُنٌ ۚ قُلْ أُذُنُ خَيْرٍ لَّكُمْ يُؤْمِنُ بِاللَّهِ وَيُؤْمِنُ لِلْمُؤْمِنِينَ وَرَحْمَةٌ لِّلَّذِينَ آمَنُوا مِنكُمْ ۚ وَالَّذِينَ يُؤْذُونَ رَسُولَ اللَّهِ لَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ ( 61 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 61
Er zijn sommigen onder hen, die den profeet belasteren en zeggen: Hij is een oor. Antwoord: Hij is een goed oor voor u; hij gelooft in God en hij vertrouwt den geloovige. En hij is eene genade voor degenen van u, die gelooven. Maar zij die Gods apostel beleedigen, zullen eene smartelijke straf ondergaan.
يَحْلِفُونَ بِاللَّهِ لَكُمْ لِيُرْضُوكُمْ وَاللَّهُ وَرَسُولُهُ أَحَقُّ أَن يُرْضُوهُ إِن كَانُوا مُؤْمِنِينَ ( 62 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 62
Zij zweren u bij God, dat zij u zouden willen behagen; maar het zou beter zijn dat zij Gode en zijn apostel behaagden, indien zij ware geloovigen zouden zijn.
أَلَمْ يَعْلَمُوا أَنَّهُ مَن يُحَادِدِ اللَّهَ وَرَسُولَهُ فَأَنَّ لَهُ نَارَ جَهَنَّمَ خَالِدًا فِيهَا ۚ ذَٰلِكَ الْخِزْيُ الْعَظِيمُ ( 63 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 63
Weten zij niet, dat hij, die God en zijn apostel weêrstand biedt, zonder twijfel met het vuur der hel gestraft worden, en daarin voor eeuwig verblijven zal? Dit is eene groote schande.
يَحْذَرُ الْمُنَافِقُونَ أَن تُنَزَّلَ عَلَيْهِمْ سُورَةٌ تُنَبِّئُهُم بِمَا فِي قُلُوبِهِمْ ۚ قُلِ اسْتَهْزِئُوا إِنَّ اللَّهَ مُخْرِجٌ مَّا تَحْذَرُونَ ( 64 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 64
De huichelaars vreezen, dat eene Soera nopens hen mocht worden geopenbaard, om hun te verklaren, wat zich in hunne harten bevindt. Zeg tot hen: Gij spot, maar God zal zekerlijk aan het licht brengen, wat gij vreest te zien openbaren.
وَلَئِن سَأَلْتَهُمْ لَيَقُولُنَّ إِنَّمَا كُنَّا نَخُوضُ وَنَلْعَبُ ۚ قُلْ أَبِاللَّهِ وَآيَاتِهِ وَرَسُولِهِ كُنتُمْ تَسْتَهْزِئُونَ ( 65 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 65
En indien gij hun de reden van deze bespotting vraagt, zeggen zij: Waarlijk, wij spraken slechts met elkander en schertsten onder ons. Zeg: spot gij met God en zijne teekens en met zijn apostel?
لَا تَعْتَذِرُوا قَدْ كَفَرْتُم بَعْدَ إِيمَانِكُمْ ۚ إِن نَّعْفُ عَن طَائِفَةٍ مِّنكُمْ نُعَذِّبْ طَائِفَةً بِأَنَّهُمْ كَانُوا مُجْرِمِينَ ( 66 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 66
Tracht niet u te verontschuldigen; gij zijt ongeloovigen geworden, na geloofd te hebben. Indien wij een deel uwer vergeven, zullen wij een ander deel straffen, daar zij boozen waren.
الْمُنَافِقُونَ وَالْمُنَافِقَاتُ بَعْضُهُم مِّن بَعْضٍ ۚ يَأْمُرُونَ بِالْمُنكَرِ وَيَنْهَوْنَ عَنِ الْمَعْرُوفِ وَيَقْبِضُونَ أَيْدِيَهُمْ ۚ نَسُوا اللَّهَ فَنَسِيَهُمْ ۗ إِنَّ الْمُنَافِقِينَ هُمُ الْفَاسِقُونَ ( 67 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 67
Huichelende mannen en vrouwen zetten elkander wederkeerig aan; zij gebieden wat slecht is, en verbieden wat goed is, en sluiten hunne handen om geene aalmoezen te geven. Zij hebben God vergeten; daarom heeft God ook hen vergeten: waarlijk de huichelaars zijn goddeloozen.
وَعَدَ اللَّهُ الْمُنَافِقِينَ وَالْمُنَافِقَاتِ وَالْكُفَّارَ نَارَ جَهَنَّمَ خَالِدِينَ فِيهَا ۚ هِيَ حَسْبُهُمْ ۚ وَلَعَنَهُمُ اللَّهُ ۖ وَلَهُمْ عَذَابٌ مُّقِيمٌ ( 68 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 68
God bedreigt de huichelaars, zoowel mannen als vrouwen, en de ongeloovigen met het vuur der hel; eeuwig zullen zij daarin blijven; dit zal hun verdiende loon zijn. God heeft hen vervloekt, en zij zullen eene voortdurende pijniging ondergaan.
كَالَّذِينَ مِن قَبْلِكُمْ كَانُوا أَشَدَّ مِنكُمْ قُوَّةً وَأَكْثَرَ أَمْوَالًا وَأَوْلَادًا فَاسْتَمْتَعُوا بِخَلَاقِهِمْ فَاسْتَمْتَعْتُم بِخَلَاقِكُمْ كَمَا اسْتَمْتَعَ الَّذِينَ مِن قَبْلِكُم بِخَلَاقِهِمْ وَخُضْتُمْ كَالَّذِي خَاضُوا ۚ أُولَٰئِكَ حَبِطَتْ أَعْمَالُهُمْ فِي الدُّنْيَا وَالْآخِرَةِ ۖ وَأُولَٰئِكَ هُمُ الْخَاسِرُونَ ( 69 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 69
Gij handelt evenals zij, die vóór u bestonden. Zij waren sterker dan gij en hadden meer overvloed van rijkdommen en van kinderen; en zij genoten van hun vermogen in deze wereld, evenals gij, die uw vermogen hier geniet, gelijk zij, die u vooraf gingen, hun vermogen genoten. En gij mengt u in ijdele gesprekken, evenals zij zich daarin mengden. De daden van dezen zijn ijdel, zoowel in deze als in de volgende wereld, en zij zijn het die verloren gaan.
أَلَمْ يَأْتِهِمْ نَبَأُ الَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ قَوْمِ نُوحٍ وَعَادٍ وَثَمُودَ وَقَوْمِ إِبْرَاهِيمَ وَأَصْحَابِ مَدْيَنَ وَالْمُؤْتَفِكَاتِ ۚ أَتَتْهُمْ رُسُلُهُم بِالْبَيِّنَاتِ ۖ فَمَا كَانَ اللَّهُ لِيَظْلِمَهُمْ وَلَٰكِن كَانُوا أَنفُسَهُمْ يَظْلِمُونَ ( 70 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 70
Waart gij niet bekend met de geschiedenis van hen, die vóór hen bestonden? Van het volk van Noach, van Ad en van Themoed, en van het volk van Abraham, en van de bewoners van Madian, en van de steden die verwoest werden? Hunne apostelen kwamen tot hen met duidelijke aanwijzingen, en God was niet geneigd hen onrechtvaardig te behandelen; maar zij handelden onrechtvaardig met hunne eigene zielen.
وَالْمُؤْمِنُونَ وَالْمُؤْمِنَاتُ بَعْضُهُمْ أَوْلِيَاءُ بَعْضٍ ۚ يَأْمُرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَيَنْهَوْنَ عَنِ الْمُنكَرِ وَيُقِيمُونَ الصَّلَاةَ وَيُؤْتُونَ الزَّكَاةَ وَيُطِيعُونَ اللَّهَ وَرَسُولَهُ ۚ أُولَٰئِكَ سَيَرْحَمُهُمُ اللَّهُ ۗ إِنَّ اللَّهَ عَزِيزٌ حَكِيمٌ ( 71 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 71
En de geloovige mannen en de geloovige vrouwen zijn elkanders vrienden. Zij bevelen wat rechtvaardig is en verbieden wat slecht is, en zij zijn volhardend in het gebed, en reiken de vastgestelde aalmoezen uit, en zij gehoorzamen Gode en zijne gezanten. Voor hen zal God genadig zijn; want hij is machtig en wijs.
وَعَدَ اللَّهُ الْمُؤْمِنِينَ وَالْمُؤْمِنَاتِ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا وَمَسَاكِنَ طَيِّبَةً فِي جَنَّاتِ عَدْنٍ ۚ وَرِضْوَانٌ مِّنَ اللَّهِ أَكْبَرُ ۚ ذَٰلِكَ هُوَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ ( 72 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 72
God beloofde den waren geloovigen, zoowel mannen als vrouwen, tuinen door rivieren besproeid, waarin zij eeuwig zullen verblijven; hij beloofde hun heerlijke woningen in de tuinen van eeuwig verblijf; maar Gods goede gezindheid zal hunne uitnemendste belooning zijn. Dat zal een groot heil wezen.
يَا أَيُّهَا النَّبِيُّ جَاهِدِ الْكُفَّارَ وَالْمُنَافِقِينَ وَاغْلُظْ عَلَيْهِمْ ۚ وَمَأْوَاهُمْ جَهَنَّمُ ۖ وَبِئْسَ الْمَصِيرُ ( 73 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 73
O Profeet! onderneem den oorlog tegen de ongeloovigen en de huichelaars, en wees gestreng omtrent hen; want hunne woning zal de hel zijn. Welk een ongelukkig verblijf!
يَحْلِفُونَ بِاللَّهِ مَا قَالُوا وَلَقَدْ قَالُوا كَلِمَةَ الْكُفْرِ وَكَفَرُوا بَعْدَ إِسْلَامِهِمْ وَهَمُّوا بِمَا لَمْ يَنَالُوا ۚ وَمَا نَقَمُوا إِلَّا أَنْ أَغْنَاهُمُ اللَّهُ وَرَسُولُهُ مِن فَضْلِهِ ۚ فَإِن يَتُوبُوا يَكُ خَيْرًا لَّهُمْ ۖ وَإِن يَتَوَلَّوْا يُعَذِّبْهُمُ اللَّهُ عَذَابًا أَلِيمًا فِي الدُّنْيَا وَالْآخِرَةِ ۚ وَمَا لَهُمْ فِي الْأَرْضِ مِن وَلِيٍّ وَلَا نَصِيرٍ ( 74 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 74
Zij zweren bij God, dat zij niet zeiden waarvan zij worden beschuldigd, en toch hebben zij het woord van ongeloovigheid geuit en werden ongeloovigen, nadat zij den Islam hadden omhelsd. En zij vormden een plan, maar konden het niet volvoeren; en zij vormden het niet, dan omdat God en zijn gezant hen door hunne goedheid hebben verrijkt. Indien zij zich bekeeren, zal het beter voor hen zijn; maar indien zij terugtrekken, zal God hen met eene strenge pijniging straffen, zoo wel in deze als in de volgende wereld, en zij zullen noch eenen schuts op aarde noch eenen beschermer hebben.
وَمِنْهُم مَّنْ عَاهَدَ اللَّهَ لَئِنْ آتَانَا مِن فَضْلِهِ لَنَصَّدَّقَنَّ وَلَنَكُونَنَّ مِنَ الصَّالِحِينَ ( 75 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 75
Er zijn sommigen van hen die een verbond met God hebben aangegaan, zeggende: Waarlijk, indien hij ons van zijnen overvloed geeft, zullen wij aalmoezen schenken en rechtvaardigen worden.
فَلَمَّا آتَاهُم مِّن فَضْلِهِ بَخِلُوا بِهِ وَتَوَلَّوا وَّهُم مُّعْرِضُونَ ( 76 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 76
Maar toen hij hun van zijn overvloed had gegeven, werden zij gierig, keerden zich om en wendden zich ver weg.
فَأَعْقَبَهُمْ نِفَاقًا فِي قُلُوبِهِمْ إِلَىٰ يَوْمِ يَلْقَوْنَهُ بِمَا أَخْلَفُوا اللَّهَ مَا وَعَدُوهُ وَبِمَا كَانُوا يَكْذِبُونَ ( 77 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 77
Daarom liet God huichelarij in hunne harten opvolgen, tot den dag dat zij voor hem zullen verschijnen, om rekenschap te geven van hunne schending der beloften, die zij Gode hebben gedaan, en omdat zij bedriegelijk hebben gehandeld.
أَلَمْ يَعْلَمُوا أَنَّ اللَّهَ يَعْلَمُ سِرَّهُمْ وَنَجْوَاهُمْ وَأَنَّ اللَّهَ عَلَّامُ الْغُيُوبِ ( 78 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 78
Weten zij dan niet, dat God kent wat zij verbergen en hunne onderlinge gesprekken, en dat God alle geheimen kent?
الَّذِينَ يَلْمِزُونَ الْمُطَّوِّعِينَ مِنَ الْمُؤْمِنِينَ فِي الصَّدَقَاتِ وَالَّذِينَ لَا يَجِدُونَ إِلَّا جُهْدَهُمْ فَيَسْخَرُونَ مِنْهُمْ ۙ سَخِرَ اللَّهُ مِنْهُمْ وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ ( 79 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 79
Zij die de geloovigen belasteren wegens de onverplichte aalmoezen, of omdat dezen daaraan niet dan met veel moeite kunnen voldoen, en hen daarom bespotten, God zal hen bespotten en zij zullen eene gestrenge straf ondergaan.
اسْتَغْفِرْ لَهُمْ أَوْ لَا تَسْتَغْفِرْ لَهُمْ إِن تَسْتَغْفِرْ لَهُمْ سَبْعِينَ مَرَّةً فَلَن يَغْفِرَ اللَّهُ لَهُمْ ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ كَفَرُوا بِاللَّهِ وَرَسُولِهِ ۗ وَاللَّهُ لَا يَهْدِي الْقَوْمَ الْفَاسِقِينَ ( 80 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 80
Of gij al dan niet vergiffenis voor hen vraagt, het zal gelijk zijn. Indien gij zeventig maal vergiffenis voor hen vraagt, zal God hun op geenerlei wijze vergeven. Dit is omdat zij niet in God en zijn gezant gelooven; en God leidt de goddeloozen niet.
فَرِحَ الْمُخَلَّفُونَ بِمَقْعَدِهِمْ خِلَافَ رَسُولِ اللَّهِ وَكَرِهُوا أَن يُجَاهِدُوا بِأَمْوَالِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ فِي سَبِيلِ اللَّهِ وَقَالُوا لَا تَنفِرُوا فِي الْحَرِّ ۗ قُلْ نَارُ جَهَنَّمَ أَشَدُّ حَرًّا ۚ لَّوْ كَانُوا يَفْقَهُونَ ( 81 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 81
Zij die bij de expeditie van Taboec te huis bleven, waren verblijd achter den profeet te blijven, en ongeneigd hunne bezittingen en hunne personen te wagen voor den vooruitgang van Gods waren godsdienst, en zij zeiden onderling: Trek niet in de hitte op. Zeg: het hellevuur zal heeter zijn; indien zij dit maar begrepen!
فَلْيَضْحَكُوا قَلِيلًا وَلْيَبْكُوا كَثِيرًا جَزَاءً بِمَا كَانُوا يَكْسِبُونَ ( 82 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 82
Laat hen dus weinig lachen; zij zullen des te meer weenen, als eene vergelding voor hetgeen zij hebben gedaan.
فَإِن رَّجَعَكَ اللَّهُ إِلَىٰ طَائِفَةٍ مِّنْهُمْ فَاسْتَأْذَنُوكَ لِلْخُرُوجِ فَقُل لَّن تَخْرُجُوا مَعِيَ أَبَدًا وَلَن تُقَاتِلُوا مَعِيَ عَدُوًّا ۖ إِنَّكُمْ رَضِيتُم بِالْقُعُودِ أَوَّلَ مَرَّةٍ فَاقْعُدُوا مَعَ الْخَالِفِينَ ( 83 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 83
Indien God u terugbrengt tot sommigen van hen, en zij u verlof vragen, met u ten oorlog te mogen trekken; zeg dan: Gij zult niet met mij vertrekken; nimmer zult gij een vijand met mij bekampen: het behaagde u de eerste maal te huis te blijven; zit dus thans te huis met hen die achterblijven.
وَلَا تُصَلِّ عَلَىٰ أَحَدٍ مِّنْهُم مَّاتَ أَبَدًا وَلَا تَقُمْ عَلَىٰ قَبْرِهِ ۖ إِنَّهُمْ كَفَرُوا بِاللَّهِ وَرَسُولِهِ وَمَاتُوا وَهُمْ فَاسِقُونَ ( 84 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 84
Nimmer zult gij voor een van hen die gestorven is, bidden; sta nimmer bij zijn graf stil, omdat zij niet in God en zijn gezant geloofden, en in hunne boosheid stierven.
وَلَا تُعْجِبْكَ أَمْوَالُهُمْ وَأَوْلَادُهُمْ ۚ إِنَّمَا يُرِيدُ اللَّهُ أَن يُعَذِّبَهُم بِهَا فِي الدُّنْيَا وَتَزْهَقَ أَنفُسُهُمْ وَهُمْ كَافِرُونَ ( 85 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 85
Laten hunne rijkdommen en hunne kinderen uwe verwondering niet opwekken; Gods bedoeling is alleen hen daardoor in deze wereld te straffen en hen door hunne zielen te doen verlaten, terwijl zij ongeloovigen zijn.
وَإِذَا أُنزِلَتْ سُورَةٌ أَنْ آمِنُوا بِاللَّهِ وَجَاهِدُوا مَعَ رَسُولِهِ اسْتَأْذَنَكَ أُولُو الطَّوْلِ مِنْهُمْ وَقَالُوا ذَرْنَا نَكُن مَّعَ الْقَاعِدِينَ ( 86 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 86
Indien eene Soera wordt nedergezonden, waarin gezegd wordt: Geloof in God en trek ten oorlog met zijn gezant, vragen de rijksten onder hen u verlof om achter te blijven, en zeggen: Sta ons toe tot hen te behooren, die te huis blijven.
رَضُوا بِأَن يَكُونُوا مَعَ الْخَوَالِفِ وَطُبِعَ عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ فَهُمْ لَا يَفْقَهُونَ ( 87 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 87
Zij zijn er toe geneigd, met hen achter te blijven, en hunne harten zijn verzegeld; daarom begrijpen zij niet.
لَٰكِنِ الرَّسُولُ وَالَّذِينَ آمَنُوا مَعَهُ جَاهَدُوا بِأَمْوَالِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ ۚ وَأُولَٰئِكَ لَهُمُ الْخَيْرَاتُ ۖ وَأُولَٰئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ ( 88 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 88
Maar de gezant en zij die met hem hebben geloofd, wagen hunne bezittingen en hun leven om God te dienen; zij zullen de geneugten van het volgende leven smaken en gelukkig zijn.
أَعَدَّ اللَّهُ لَهُمْ جَنَّاتٍ تَجْرِي مِن تَحْتِهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا ۚ ذَٰلِكَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ ( 89 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 89
God heeft tuinen voor hen gereed gemaakt, met rivieren doorsneden; eeuwig zullen zij daarin blijven. Dit zal eene groote zaligheid zijn.
وَجَاءَ الْمُعَذِّرُونَ مِنَ الْأَعْرَابِ لِيُؤْذَنَ لَهُمْ وَقَعَدَ الَّذِينَ كَذَبُوا اللَّهَ وَرَسُولَهُ ۚ سَيُصِيبُ الَّذِينَ كَفَرُوا مِنْهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ ( 90 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 90
En zekere Arabieren van de woestijn kwamen om zich te verontschuldigen, en baden, dat zij achter mochten blijven. Zij die God en zijn gezant van logen hadden beschuldigd, bleven te huis. Maar eene pijnlijke straf zal hun worden opgelegd die niet gelooven.
لَّيْسَ عَلَى الضُّعَفَاءِ وَلَا عَلَى الْمَرْضَىٰ وَلَا عَلَى الَّذِينَ لَا يَجِدُونَ مَا يُنفِقُونَ حَرَجٌ إِذَا نَصَحُوا لِلَّهِ وَرَسُولِهِ ۚ مَا عَلَى الْمُحْسِنِينَ مِن سَبِيلٍ ۚ وَاللَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ ( 91 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 91
Zij die zwak, of door ziekte aangetast zijn, of zij die geene middelen hebben om tot den oorlog bij te dragen, zullen geene zonde doen indien zij te huis blijven, zoo zij zich geloovig omtrent God en zijn gezant gedragen. Hun die rechtvaardig zijn, zal geen kwaad geschieden; want God is genadig en barmhartig.
وَلَا عَلَى الَّذِينَ إِذَا مَا أَتَوْكَ لِتَحْمِلَهُمْ قُلْتَ لَا أَجِدُ مَا أَحْمِلُكُمْ عَلَيْهِ تَوَلَّوا وَّأَعْيُنُهُمْ تَفِيضُ مِنَ الدَّمْعِ حَزَنًا أَلَّا يَجِدُوا مَا يُنفِقُونَ ( 92 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 92
Noch hun die u zijn komen verzoeken, hun benoodigdheden (rijdieren) voor de reis te verschaffen, en die, toen gij hebt geantwoord: Ik heb geene benoodigdheden om u te geven, terugkeerden met de tranen in de oogen, uit verdriet dat zij geene middelen konden vinden om tot den tocht bij te dragen.
إِنَّمَا السَّبِيلُ عَلَى الَّذِينَ يَسْتَأْذِنُونَكَ وَهُمْ أَغْنِيَاءُ ۚ رَضُوا بِأَن يَكُونُوا مَعَ الْخَوَالِفِ وَطَبَعَ اللَّهُ عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ فَهُمْ لَا يَعْلَمُونَ ( 93 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 93
Maar er bestaat reden van gisping voor hen, die u verlof vragen, te huis te mogen blijven, als zij rijk zijn. Het behaagt hun met degenen te zijn, die achterblijven, en God heeft hunne harten dichtgezegeld; daarom begrijpen zij niet.
يَعْتَذِرُونَ إِلَيْكُمْ إِذَا رَجَعْتُمْ إِلَيْهِمْ ۚ قُل لَّا تَعْتَذِرُوا لَن نُّؤْمِنَ لَكُمْ قَدْ نَبَّأَنَا اللَّهُ مِنْ أَخْبَارِكُمْ ۚ وَسَيَرَى اللَّهُ عَمَلَكُمْ وَرَسُولُهُ ثُمَّ تُرَدُّونَ إِلَىٰ عَالِمِ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ( 94 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 94
Zij zullen zich bij u verontschuldigen, als gij tot hen zijt teruggekeerd; zeg: Verontschuldigt u niet; wij zullen u op geenerlei wijze gelooven. God heeft ons met uw gedrag bekend gemaakt, en God zal op uwe daden acht geven en ook zijn gezant, en hierna zult gij voor hem gebracht worden, die weet wat verborgen en wat duidelijk is, en hij zal u verklaren wat gij hebt bedreven.
سَيَحْلِفُونَ بِاللَّهِ لَكُمْ إِذَا انقَلَبْتُمْ إِلَيْهِمْ لِتُعْرِضُوا عَنْهُمْ ۖ فَأَعْرِضُوا عَنْهُمْ ۖ إِنَّهُمْ رِجْسٌ ۖ وَمَأْوَاهُمْ جَهَنَّمُ جَزَاءً بِمَا كَانُوا يَكْسِبُونَ ( 95 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 95
Zij zullen, als gij tot hen zijt teruggekeerd, u bij God bezweren, dat gij hen alleen zult laten. Laat hen dus alleen; want zij zijn afschuwelijk, en de hel zal hunne woning zijn, als eene vergelding voor hetgeen zij hebben bedreven.
يَحْلِفُونَ لَكُمْ لِتَرْضَوْا عَنْهُمْ ۖ فَإِن تَرْضَوْا عَنْهُمْ فَإِنَّ اللَّهَ لَا يَرْضَىٰ عَنِ الْقَوْمِ الْفَاسِقِينَ ( 96 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 96
Zij zullen u bezweren, dat gij welwillend omtrent hen moogt zijn; maar indien gij welwillend omtrent hen zijt, waarlijk, dan zal God niet welwillend zijn omtrent degenen die slecht handelen.
الْأَعْرَابُ أَشَدُّ كُفْرًا وَنِفَاقًا وَأَجْدَرُ أَلَّا يَعْلَمُوا حُدُودَ مَا أَنزَلَ اللَّهُ عَلَىٰ رَسُولِهِ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ ( 97 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 97
De Arabieren van de woestijn zijn nog hardnekkiger in hun ongeloof en hunne huichelarij; en het is gemakkelijker voor hen, onbekend te zijn met de bevelen van hetgeen God Zijnen gezant heeft nedergezonden en God is alwetend en wijs.
وَمِنَ الْأَعْرَابِ مَن يَتَّخِذُ مَا يُنفِقُ مَغْرَمًا وَيَتَرَبَّصُ بِكُمُ الدَّوَائِرَ ۚ عَلَيْهِمْ دَائِرَةُ السَّوْءِ ۗ وَاللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ ( 98 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 98
Onder de Arabieren van de woestijn zijn er die, wat zij voor God hebben besteed, als eene schatting rekenen te zijn, en wachten dat u eene wisseling der fortuin mocht overkomen. Eene wisseling ten kwade zal over hen komen; want God hoort en weet alles.
وَمِنَ الْأَعْرَابِ مَن يُؤْمِنُ بِاللَّهِ وَالْيَوْمِ الْآخِرِ وَيَتَّخِذُ مَا يُنفِقُ قُرُبَاتٍ عِندَ اللَّهِ وَصَلَوَاتِ الرَّسُولِ ۚ أَلَا إِنَّهَا قُرْبَةٌ لَّهُمْ ۚ سَيُدْخِلُهُمُ اللَّهُ فِي رَحْمَتِهِ ۗ إِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ ( 99 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 99
En onder de Arabieren van de woestijn zijn er, die in God en den jongsten dag gelooven en die, hetgeen voor God wordt besteed, als een middel achten, om nader tot God gebracht te worden en de geboden van den gezant te verwerven. Is het middel tot die nadering niet in hunne handen? God zal hen in zijne genade opnemen; want God is barmhartig en genadig.
وَالسَّابِقُونَ الْأَوَّلُونَ مِنَ الْمُهَاجِرِينَ وَالْأَنصَارِ وَالَّذِينَ اتَّبَعُوهُم بِإِحْسَانٍ رَّضِيَ اللَّهُ عَنْهُمْ وَرَضُوا عَنْهُ وَأَعَدَّ لَهُمْ جَنَّاتٍ تَجْرِي تَحْتَهَا الْأَنْهَارُ خَالِدِينَ فِيهَا أَبَدًا ۚ ذَٰلِكَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ ( 100 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 100
Wat de leiders en de hoofden der Mohajerin en de Ansars betreft, en degenen die hen in het uitoefenen van weldaden, hebben gevolgd, God is voldaan over hen, en zij zijn voldaan over hem, en hij heeft tuinen voor hen bereid met rivieren doorsneden. Eeuwig zullen zij daarin verblijven. Dit zal eene groote zaligheid zijn.
وَمِمَّنْ حَوْلَكُم مِّنَ الْأَعْرَابِ مُنَافِقُونَ ۖ وَمِنْ أَهْلِ الْمَدِينَةِ ۖ مَرَدُوا عَلَى النِّفَاقِ لَا تَعْلَمُهُمْ ۖ نَحْنُ نَعْلَمُهُمْ ۚ سَنُعَذِّبُهُم مَّرَّتَيْنِ ثُمَّ يُرَدُّونَ إِلَىٰ عَذَابٍ عَظِيمٍ ( 101 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 101
Onder de Arabieren van de woestijn, die rondom u wonen, zijn huichelachtige personen, en onder de bewoners van Medina zijn sommigen die hardnekkig in huichelarij zijn. Gij kent hen niet, o profeet! maar wij kennen hen; wij zullen hen zekerlijk tweemaal straffen; daarna zullen zij tot eene pijnlijke kastijding verwezen worden.
وَآخَرُونَ اعْتَرَفُوا بِذُنُوبِهِمْ خَلَطُوا عَمَلًا صَالِحًا وَآخَرَ سَيِّئًا عَسَى اللَّهُ أَن يَتُوبَ عَلَيْهِمْ ۚ إِنَّ اللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ ( 102 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 102
Anderen nebben hunne misdaden bekend; zij hebben eene goede daad met eene andere vermengd, die slecht is; misschien zal God zich tot hen wenden; want God is barmhartig en genadig.
خُذْ مِنْ أَمْوَالِهِمْ صَدَقَةً تُطَهِّرُهُمْ وَتُزَكِّيهِم بِهَا وَصَلِّ عَلَيْهِمْ ۖ إِنَّ صَلَاتَكَ سَكَنٌ لَّهُمْ ۗ وَاللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ ( 103 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 103
Neem aalmoezen van hunne bezittingen aan, opdat gij hen moogt zuiveren en van hunne zonden reinigen; bid voor hen; want uwe gebeden zullen hen gerust stellen, en God hoort en weet alles.
أَلَمْ يَعْلَمُوا أَنَّ اللَّهَ هُوَ يَقْبَلُ التَّوْبَةَ عَنْ عِبَادِهِ وَيَأْخُذُ الصَّدَقَاتِ وَأَنَّ اللَّهَ هُوَ التَّوَّابُ الرَّحِيمُ ( 104 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 104
Weten zij niet, dat God boete van zijne dienaren en aalmoezen aanneemt, en dat God geneigd tot vergeven en barmhartig is?
وَقُلِ اعْمَلُوا فَسَيَرَى اللَّهُ عَمَلَكُمْ وَرَسُولُهُ وَالْمُؤْمِنُونَ ۖ وَسَتُرَدُّونَ إِلَىٰ عَالِمِ الْغَيْبِ وَالشَّهَادَةِ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ( 105 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 105
Zeg tot hen: Handelt zooals gij wilt, maar God ziet uw werk, evenals zijn gezant en de ware geloovigen, en gij zult gebracht worden voor hem, die alles kent wat geheim gehouden en wat openbaar gedaan wordt, en hij zal u verklaren wat gij hebt bedreven.
وَآخَرُونَ مُرْجَوْنَ لِأَمْرِ اللَّهِ إِمَّا يُعَذِّبُهُمْ وَإِمَّا يَتُوبُ عَلَيْهِمْ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ ( 106 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 106
Er zijn anderen, die met verlangen Gods besluit afwachten, hetzij hij hen zal straffen, of dat hij zich tot hen zal wenden; maar God is alwetend en wijs.
وَالَّذِينَ اتَّخَذُوا مَسْجِدًا ضِرَارًا وَكُفْرًا وَتَفْرِيقًا بَيْنَ الْمُؤْمِنِينَ وَإِرْصَادًا لِّمَنْ حَارَبَ اللَّهَ وَرَسُولَهُ مِن قَبْلُ ۚ وَلَيَحْلِفُنَّ إِنْ أَرَدْنَا إِلَّا الْحُسْنَىٰ ۖ وَاللَّهُ يَشْهَدُ إِنَّهُمْ لَكَاذِبُونَ ( 107 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 107
Er zijn sommigen die een tempel hebben gebouwd om de geloovigen te schaden en ongeloof voort te planten; om verdeeling tusschen de ware geloovigen te zaaien en als eene hinderlaag voor hen, die in vroegeren tijd tegen God en zijn gezant hebben gestreden; en zij zweren, zeggende: Waarlijk, wij hebben geen ander doel dan goed te handelen; maar God is getuige, dat zij zekerlijk liegen.
لَا تَقُمْ فِيهِ أَبَدًا ۚ لَّمَسْجِدٌ أُسِّسَ عَلَى التَّقْوَىٰ مِنْ أَوَّلِ يَوْمٍ أَحَقُّ أَن تَقُومَ فِيهِ ۚ فِيهِ رِجَالٌ يُحِبُّونَ أَن يَتَطَهَّرُوا ۚ وَاللَّهُ يُحِبُّ الْمُطَّهِّرِينَ ( 108 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 108
Zet daar nimmer den voet om te bidden. Er is een tempel, sedert den eersten dag van zijn bouw op godsvrucht gegrondvest. Het is beter dat gij daar den voet zet om te bidden; daarin zijn menschen, die er naar haken, gezuiverd te worden; want God bemint den reine.
أَفَمَنْ أَسَّسَ بُنْيَانَهُ عَلَىٰ تَقْوَىٰ مِنَ اللَّهِ وَرِضْوَانٍ خَيْرٌ أَم مَّنْ أَسَّسَ بُنْيَانَهُ عَلَىٰ شَفَا جُرُفٍ هَارٍ فَانْهَارَ بِهِ فِي نَارِ جَهَنَّمَ ۗ وَاللَّهُ لَا يَهْدِي الْقَوْمَ الظَّالِمِينَ ( 109 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 109
Is dus hij beter, die zijn gebouw op Gods vrees heeft gesticht en om hem te behagen, of hij, die zijn gebouw heeft gesticht op den rand van eene zandbank, die door de wateren wordt weggespoeld, zoodat die met hem in het hellevuur stort? God leidt de goddeloozen niet.
لَا يَزَالُ بُنْيَانُهُمُ الَّذِي بَنَوْا رِيبَةً فِي قُلُوبِهِمْ إِلَّا أَن تَقَطَّعَ قُلُوبُهُمْ ۗ وَاللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ ( 110 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 110
Hun gebouw, dat zij gesticht hebben, zal niet ophouden eene aanleiding tot twijfel in hunne harten te zijn, tot hun hart in stukken is gesneden; en God is alwetend en wijs.
إِنَّ اللَّهَ اشْتَرَىٰ مِنَ الْمُؤْمِنِينَ أَنفُسَهُمْ وَأَمْوَالَهُم بِأَنَّ لَهُمُ الْجَنَّةَ ۚ يُقَاتِلُونَ فِي سَبِيلِ اللَّهِ فَيَقْتُلُونَ وَيُقْتَلُونَ ۖ وَعْدًا عَلَيْهِ حَقًّا فِي التَّوْرَاةِ وَالْإِنجِيلِ وَالْقُرْآنِ ۚ وَمَنْ أَوْفَىٰ بِعَهْدِهِ مِنَ اللَّهِ ۚ فَاسْتَبْشِرُوا بِبَيْعِكُمُ الَّذِي بَايَعْتُم بِهِ ۚ وَذَٰلِكَ هُوَ الْفَوْزُ الْعَظِيمُ ( 111 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 111
Waarlijk, God heeft van de ware geloovigen hunne zielen en hunne bezittingen aangekocht, waartegen hij hun de geneugten van het paradijs zal schenken, op voorwaarde, dat zij voor Gods zaak zullen strijden tenzij zij dooden of gedood worden; de belofte daarvan wordt verzekerd door de wet, het evangelie en den Koran. En wie komt zijne verbintenis getrouwer na dan God? Verheug u dus in de verbintenis, welke gij hebt aangegaan. Dit zal eene groote gelukzaligheid zijn.
التَّائِبُونَ الْعَابِدُونَ الْحَامِدُونَ السَّائِحُونَ الرَّاكِعُونَ السَّاجِدُونَ الْآمِرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَالنَّاهُونَ عَنِ الْمُنكَرِ وَالْحَافِظُونَ لِحُدُودِ اللَّهِ ۗ وَبَشِّرِ الْمُؤْمِنِينَ ( 112 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 112
De berouwvollen en zij die God dienen en hem loven, en vasten en nederbuigen en aanbidden, en datgene bevelen wat rechtvaardig is, en verbieden wat slecht is, en de bevelen van God nakomen, zullen eveneens met het paradijs worden beloond: breng dus goede tijdingen tot de geloovigen.
مَا كَانَ لِلنَّبِيِّ وَالَّذِينَ آمَنُوا أَن يَسْتَغْفِرُوا لِلْمُشْرِكِينَ وَلَوْ كَانُوا أُولِي قُرْبَىٰ مِن بَعْدِ مَا تَبَيَّنَ لَهُمْ أَنَّهُمْ أَصْحَابُ الْجَحِيمِ ( 113 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 113
Het is den profeet niet geoorloofd, noch hun die ware geloovigen zijn, voor afgodendienaars te bidden, zelfs indien zij tot hunne bloedverwanten behooren, nadat het hun bekend is geworden, dat zij bewoners der hel zullen zijn.
وَمَا كَانَ اسْتِغْفَارُ إِبْرَاهِيمَ لِأَبِيهِ إِلَّا عَن مَّوْعِدَةٍ وَعَدَهَا إِيَّاهُ فَلَمَّا تَبَيَّنَ لَهُ أَنَّهُ عَدُوٌّ لِّلَّهِ تَبَرَّأَ مِنْهُ ۚ إِنَّ إِبْرَاهِيمَ لَأَوَّاهٌ حَلِيمٌ ( 114 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 114
Ook Abraham vroeg geene vergiffenis voor zijn vader, anders dan ter voldoening eener belofte, welke hij hem had gedaan; maar toen het hem bekend werd, dat deze een vijand van God was, onttrok hij zich daaraan, en waarlijk, Abraham was meêdoogend en menschelijk.
وَمَا كَانَ اللَّهُ لِيُضِلَّ قَوْمًا بَعْدَ إِذْ هَدَاهُمْ حَتَّىٰ يُبَيِّنَ لَهُم مَّا يَتَّقُونَ ۚ إِنَّ اللَّهَ بِكُلِّ شَيْءٍ عَلِيمٌ ( 115 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 115
God is niet geneigd een volk in dwaling te leiden, nadat hij het ten goede heeft geleid, dan nadat hij heeft verklaard wat het heeft te vermijden; want God is alwetend.
إِنَّ اللَّهَ لَهُ مُلْكُ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ ۖ يُحْيِي وَيُمِيتُ ۚ وَمَا لَكُم مِّن دُونِ اللَّهِ مِن وَلِيٍّ وَلَا نَصِيرٍ ( 116 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 116
Waarlijk aan God behoort de heerschappij van hemel en aarde; hij schenkt leven en hij doet sterven, en gij hebt geen schuts of helper naast God.
لَّقَد تَّابَ اللَّهُ عَلَى النَّبِيِّ وَالْمُهَاجِرِينَ وَالْأَنصَارِ الَّذِينَ اتَّبَعُوهُ فِي سَاعَةِ الْعُسْرَةِ مِن بَعْدِ مَا كَادَ يَزِيغُ قُلُوبُ فَرِيقٍ مِّنْهُمْ ثُمَّ تَابَ عَلَيْهِمْ ۚ إِنَّهُ بِهِمْ رَءُوفٌ رَّحِيمٌ ( 117 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 117
God heeft den profeet vergeven en den Mohajerin en Ansars, die hem in de ure des gevaars volgden, toen de harten van een groot deel hunner zoo nabij het afdwalen waren; daarna wendde hij zich tot hen; want hij was meêdoogend en genadig omtrent hen.
وَعَلَى الثَّلَاثَةِ الَّذِينَ خُلِّفُوا حَتَّىٰ إِذَا ضَاقَتْ عَلَيْهِمُ الْأَرْضُ بِمَا رَحُبَتْ وَضَاقَتْ عَلَيْهِمْ أَنفُسُهُمْ وَظَنُّوا أَن لَّا مَلْجَأَ مِنَ اللَّهِ إِلَّا إِلَيْهِ ثُمَّ تَابَ عَلَيْهِمْ لِيَتُوبُوا ۚ إِنَّ اللَّهَ هُوَ التَّوَّابُ الرَّحِيمُ ( 118 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 118
Ook is hij verzoend met de drie die achter bleven, zoodat de aarde, hoe ruim zij ook is, te beperkt voor hen werd, en hunne lichamen te klein werden voor hunne zielen, en zij kwamen tot de overtuiging, dat er tegen God geen schuilplaats was, tenzij men zijne toevlucht tot hem nam. Hij wendde zich daarop tot hen, opdat zij berouw mochten gevoelen; want God is vergevingsgezind en genadig.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا اتَّقُوا اللَّهَ وَكُونُوا مَعَ الصَّادِقِينَ ( 119 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 119
O ware geloovigen! vreest God en weest met de oprechten.
مَا كَانَ لِأَهْلِ الْمَدِينَةِ وَمَنْ حَوْلَهُم مِّنَ الْأَعْرَابِ أَن يَتَخَلَّفُوا عَن رَّسُولِ اللَّهِ وَلَا يَرْغَبُوا بِأَنفُسِهِمْ عَن نَّفْسِهِ ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ لَا يُصِيبُهُمْ ظَمَأٌ وَلَا نَصَبٌ وَلَا مَخْمَصَةٌ فِي سَبِيلِ اللَّهِ وَلَا يَطَئُونَ مَوْطِئًا يَغِيظُ الْكُفَّارَ وَلَا يَنَالُونَ مِنْ عَدُوٍّ نَّيْلًا إِلَّا كُتِبَ لَهُم بِهِ عَمَلٌ صَالِحٌ ۚ إِنَّ اللَّهَ لَا يُضِيعُ أَجْرَ الْمُحْسِنِينَ ( 120 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 120
Er bestond geene reden waarom de bewoners van Medina en de Arabieren van de woestijn, die rondom hen wonen, achter Gods gezant zouden blijven staan, of zich boven hem zouden verheffen. Dit is onredelijk, daar zij niet door dorst of vermoeienis of honger werden geteisterd, bij de verdediging van Gods waren godsdienst; naardien zij geen stap deden die de ongeloovigen kon vertoornen; naardien zij van de zijde van den vijand niets ondervonden, wat hun niet voor eene goede daad werd aangerekend; want God duldt niet dat de belooning der rechtvaardigen verloren ga.
وَلَا يُنفِقُونَ نَفَقَةً صَغِيرَةً وَلَا كَبِيرَةً وَلَا يَقْطَعُونَ وَادِيًا إِلَّا كُتِبَ لَهُمْ لِيَجْزِيَهُمُ اللَّهُ أَحْسَنَ مَا كَانُوا يَعْمَلُونَ ( 121 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 121
En zij dragen geene som bij, hetzij klein of groot; zij trekken geen stroom door, of het wordt voor hen opgeteekend; opdat God hen met eene belooning beschenke, die datgene zal overtreffen, wat zij gedaan hebben.
وَمَا كَانَ الْمُؤْمِنُونَ لِيَنفِرُوا كَافَّةً ۚ فَلَوْلَا نَفَرَ مِن كُلِّ فِرْقَةٍ مِّنْهُمْ طَائِفَةٌ لِّيَتَفَقَّهُوا فِي الدِّينِ وَلِيُنذِرُوا قَوْمَهُمْ إِذَا رَجَعُوا إِلَيْهِمْ لَعَلَّهُمْ يَحْذَرُونَ ( 122 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 122
De geloovigen zijn niet verplicht allen te gelijk ten strijde te trekken. Indien een deel van iederen stam niet vertrekt, geschiedt dit om zich met ijver in hunnen godsdienst te onderrichten, en om hun volk te vermanen, indien zij terugkeeren, opdat het volk op zijne goede zij.
يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا قَاتِلُوا الَّذِينَ يَلُونَكُم مِّنَ الْكُفَّارِ وَلْيَجِدُوا فِيكُمْ غِلْظَةً ۚ وَاعْلَمُوا أَنَّ اللَّهَ مَعَ الْمُتَّقِينَ ( 123 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 123
O ware geloovigen! voert oorlog tegen de ongeloovigen die u nabij zijn en laten zij u gestreng vinden, en weet dat God met degenen is die hem vreezen.
وَإِذَا مَا أُنزِلَتْ سُورَةٌ فَمِنْهُم مَّن يَقُولُ أَيُّكُمْ زَادَتْهُ هَٰذِهِ إِيمَانًا ۚ فَأَمَّا الَّذِينَ آمَنُوا فَزَادَتْهُمْ إِيمَانًا وَهُمْ يَسْتَبْشِرُونَ ( 124 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 124
Als eene Soera wordt nedergezonden, zijn er sommigen van hen die zeggen: kan dit uw geloof vermeerderen? Zij zal het geloof vermeerderen van hen die gelooven, en zij zullen zich verblijden.
وَأَمَّا الَّذِينَ فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ فَزَادَتْهُمْ رِجْسًا إِلَىٰ رِجْسِهِمْ وَمَاتُوا وَهُمْ كَافِرُونَ ( 125 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 125
Maar bij hen, wier harten gebrekkig zijn, zal de tegenwoordige twijfel nog vermeerderd worden, en zij zullen in hun ongeloof sterven.
أَوَلَا يَرَوْنَ أَنَّهُمْ يُفْتَنُونَ فِي كُلِّ عَامٍ مَّرَّةً أَوْ مَرَّتَيْنِ ثُمَّ لَا يَتُوبُونَ وَلَا هُمْ يَذَّكَّرُونَ ( 126 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 126
Zien zij niet, dat zij ieder jaar eens of tweemaal worden beproefd. En toch hebben zij geen berouw en overwegen niet.
وَإِذَا مَا أُنزِلَتْ سُورَةٌ نَّظَرَ بَعْضُهُمْ إِلَىٰ بَعْضٍ هَلْ يَرَاكُم مِّنْ أَحَدٍ ثُمَّ انصَرَفُوا ۚ صَرَفَ اللَّهُ قُلُوبَهُم بِأَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا يَفْقَهُونَ ( 127 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 127
En als eene Soera wordt nedergezonden, zien zij elkander aan, zeggende: ziet ons iemand? daarna wenden zij zich af, God zal hunne harten afwenden van de waarheid, omdat zij niet begrijpen.
لَقَدْ جَاءَكُمْ رَسُولٌ مِّنْ أَنفُسِكُمْ عَزِيزٌ عَلَيْهِ مَا عَنِتُّمْ حَرِيصٌ عَلَيْكُم بِالْمُؤْمِنِينَ رَءُوفٌ رَّحِيمٌ ( 128 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 128
Thans is een gezant van uw eigen volk tot u gekomen, een uitmuntend persoon; het is droevig voor hem dat gij zonden begaat; hij is vol zorg voor u, en medelijdend en genadig omtrent de geloovigen.
فَإِن تَوَلَّوْا فَقُلْ حَسْبِيَ اللَّهُ لَا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ ۖ عَلَيْهِ تَوَكَّلْتُ ۖ وَهُوَ رَبُّ الْعَرْشِ الْعَظِيمِ ( 129 ) At-Taubah ( The Repentance ) - Ayaa 129
Indien zij zich afwenden, zeg: God is mijn helper; er is geen God buiten hem. Op hem vertrouw ik, en hij is de Heer van den grootschen troon.

Choose language

Choose Sorah

Choose tafseer

Participate

Bookmark and Share