Noble Quran » Nederlands » Sorah Al-Mursalat ( Those sent forth )
Choose the reader
Nederlands
Sorah Al-Mursalat ( Those sent forth ) - Verses Number 50
وَالْمُرْسَلَاتِ عُرْفًا ( 1 )
Ik zweer bij de engelen die door God gezonden zijn, en elkander in eene aanhoudende reeks opvolgen.
وَالنَّاشِرَاتِ نَشْرًا ( 3 )
En bij hen die zijne bevelen verspreiden. Door die op aarde bekend te maken,
وَإِذَا الرُّسُلُ أُقِّتَتْ ( 11 )
En als den gezanten een tijdstip zal zijn aangewezen, om te verschijnen en getuigenis tegen hun eigen volk af te leggen.
وَمَا أَدْرَاكَ مَا يَوْمُ الْفَصْلِ ( 14 )
En wat zal u doen begrijpen, wat de dag der scheiding is?
وَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ ( 15 )
Op dien dag, wee over hem, die de profeten van bedrog beschuldigde!
أَلَمْ نُهْلِكِ الْأَوَّلِينَ ( 16 )
Hebben wij niet de vroegere, hardnekkige ongeloovigen verdelgd?
وَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ ( 19 )
Wee op dien dag over hen, die de profeten van bedrog hebben beschuldigd!
أَلَمْ نَخْلُقكُّم مِّن مَّاءٍ مَّهِينٍ ( 20 )
Hebben wij u niet van een nietigen droppel zaad geschapen.
وَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ ( 24 )
Wee op dien dag over hen, die de profeten van bedrog hebben beschuldigd!
وَجَعَلْنَا فِيهَا رَوَاسِيَ شَامِخَاتٍ وَأَسْقَيْنَاكُم مَّاءً فُرَاتًا ( 27 )
En hebben wij daarop geene vaste, verhevene bergen geplaatst en u zuiver water te drinken gegeven?
وَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ ( 28 )
Wee op dien dag over hen, die de profeten van bedrog hebben beschuldigd!
انطَلِقُوا إِلَىٰ مَا كُنتُم بِهِ تُكَذِّبُونَ ( 29 )
Men zal tot hen zeggen: Gaat ter straf, welke gij als eene valschheid hebt geloochend.
انطَلِقُوا إِلَىٰ ظِلٍّ ذِي ثَلَاثِ شُعَبٍ ( 30 )
Gaat in de schaduw van den rook der hel, welke in drie kolommen zal opstijgen.
لَّا ظَلِيلٍ وَلَا يُغْنِي مِنَ اللَّهَبِ ( 31 )
En die u noch voor de hitte beveiligen, noch tegen de vlam van dienst wezen zal.
وَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ ( 34 )
Wee op dien dag over hen, die de profeten van bedrog hebben beschuldigd!
هَٰذَا يَوْمُ لَا يَنطِقُونَ ( 35 )
Dit zal een dag wezen, waarop de schuldigen sprakeloos zullen zijn.
وَلَا يُؤْذَنُ لَهُمْ فَيَعْتَذِرُونَ ( 36 )
En het zal hun niet geoorloofd worden, zich te verontschuldigen.
وَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ ( 37 )
Wee op dien dag over hen, die de profeten van bedrog hebben beschuldigd!
هَٰذَا يَوْمُ الْفَصْلِ ۖ جَمَعْنَاكُمْ وَالْأَوَّلِينَ ( 38 )
Dit zal de dag der scheiding wezen, waarop wij zoowel u, als uwe voorgangers zullen verzamelen.
فَإِن كَانَ لَكُمْ كَيْدٌ فَكِيدُونِ ( 39 )
Indien gij dus eene doordachte list bezit, gebruikt die dan tegen mij.
وَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ ( 40 )
Wee op dien dag over hen, die de profeten van bedrog hebben beschuldigd!
إِنَّ الْمُتَّقِينَ فِي ظِلَالٍ وَعُيُونٍ ( 41 )
Maar de vrome zal te midden van schaduwen en fonteinen wonen.
وَفَوَاكِهَ مِمَّا يَشْتَهُونَ ( 42 )
En te midden van vruchten van allerlei soort, welke zij zullen begeeren.
كُلُوا وَاشْرَبُوا هَنِيئًا بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ( 43 )
En men zal tot hen zeggen: Eet en drinkt met goede spijsvertering, ter belooning voor hetgeen gij zult hebben verricht.
وَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ ( 45 )
Wee op dien dag over hen, die de profeten van bedrog hebben beschuldigd!
كُلُوا وَتَمَتَّعُوا قَلِيلًا إِنَّكُم مُّجْرِمُونَ ( 46 )
Eet, o ongeloovigen? en geniet de genoegens van dit leven voor een korten tijd. Waarlijk, gij zijt zondaren.
وَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ ( 47 )
Wee op dien dag over hen, die de profeten van bedrog hebben beschuldigd!
وَإِذَا قِيلَ لَهُمُ ارْكَعُوا لَا يَرْكَعُونَ ( 48 )
En als hun gezegd wordt: Buigt u neder, dan buigen zij niet neder.